Profiling: research-technieken bij (serie)moordenaars
Sinds de film 'The Silence of the Lambs' (1991) met Anthony Hopkins in de hoofdrol van Hannibal Lecter, de kannibaal, bestaat er een enorme belangstelling voor het profileren van moordenaars ook wel 'profiling' genoemd. Wat is profiling precies?
Profiling van mogelijke moordenaars
Definitie: dader-profileren of 'profiling' is een onderzoeksmiddel naar fysieke en sociale gedragingen van daders die een misdaad kunnen hebben begaan en/of worden verdacht van een (hals)misdaad, om rechercheurs te helpen om (vaak nog onbekende) misdadigers te leren kennen en te identificeren.
Profiling als onderdeel van het onderzoek naar begane misdaden
- In een onderzoek wordt in de eerste plaats gezocht naar aanwijzingen ten aanzien van de begane misdaad. De aanwijzingen beperken zich eerst tot de feitelijke vondsten op de plaats van de misdaad, de manier waarop de misdaad is gepleegd, wat men op de plaats van de misdaad aan aanwijzingen vindt, de ondervraging van eventuele getuigen en een omwonendenonderzoek etc.
- Dan vindt er een onderzoek plaats naar de misdaad zelf, wie is het slachtoffer, waar is het gebeurd, wat is er allemaal gebeurd, wat is de aard waarschijnlijk van de misdaad (bijvoorbeeld opzet en dus moord of geen opzet en dus doodslag.)
- In de derde plaats probeert men naar aanleiding van de gevonden feiten in de eerste en tweede fase van het onderzoek af te leiden wat voor soort dader de misdaad heeft gepleegd, waarin het werkelijke dader-profileren om de hoek komt kijken.
Profilers
De meeste profilers die hierin worden opgeroepen hebben een achtergrond als psycholoog omdat de psychologie van het gedrag van de misdadiger het belangrijkste deel van het profilingonderzoek uitmaakt. Niet zelden hebben dergelijke profilers ook een criminologische achtergrond.
Toch is de psychologische- en criminaliteits- achtergrond geen wet van Meden en Perzen. In de Verenigde Staten leidt men in Quantico, het hoofdkwartier van de FBI profilers op van diverse pluimage. Soms hecht de FBI veel waarde aan de minder feitelijke observaties van 'esoterische' profilers. De weliswaar fictieve boeken over Dr. Kate Scarpetta, geschreven door Patricia D. Cornwell geven een goed inzicht over de profilers in dit FBI bastion.
Waarom wordt dader-profilering toegepast?
- Als de dader onbekend is en het onderzoek zou kunnen uitmonden in een zoeken naar een naald in een hooiberg begint men een dader-profiel te maken.
- Voor de profiler kunnen de aanwijzingen, zowel feitelijk als forensisch (crimineel lab onderzoek) hem een raam geven, dat vooral de gedragingen van de misdadiger beschrijft en misschien enige andere factoren: zijn sociale gedragingen, zijn achtergronden, zijn psychische problematiek en zijn mogelijke motieven.
- Als de dader uiteindelijk is gepakt vindt er een grondig onderzoek plaats van vooral de omgeving waarin de dader leefde, de manier waarop hij leefde en het belangrijkste: de spullen die hij om zich heen heeft verzameld. Een dergelijk onderzoek kan eventueel het motief van de dader voor zijn daad of daden tonen. Motief is bijzonder belangrijk in het criminele onderzoek: zonder motief is het in het algemeen bijzonder moeilijk om de dader veroordeeld te krijgen, als hij niet op heterdaad werd betrapt.
- De uiteindelijke (sluitende) profilering kan een enorme steun zijn in de ondervraging van de dader en de daaruit volgende tenlastelegging van de officier van justitie. Het doel van ondervraging is nu eenmaal het (gedeeltelijk) schuldbekennen van de dader als andere bewijsvoering faalt of niet voldoende zal worden geacht door de rechtbank en het geven van bevestiging ten aanzien van de motieven van de dader.
Geschiedenis van 'profiling'
Inquisitie
De beschrijving hoe bepaalde misdadigers eruit moeten zien om een bepaalde misdaad te plegen is al eeuwen oud en voor de 19e eeuw bijzonder subjectief te noemen. Gesteld wordt dat de Inquisitie vanaf de 13e eeuw al een beeld had van wie de ketters waren, hoe ze er uitzagen en wat hun gedrag was. Het mag duidelijk zijn dat deze subjectieve soort van dader-aanwijzing niets te maken heeft met de profilering van daders in de 21ste eeuw.
Lombroso
Cesare Lombroso (1835 – 1909) was een Italiaanse criminoloog die beweerde dat criminaliteit een karakterfout was in de menselijke natuur. Hij ging zover als te beweren dat criminaliteit overerfbaar was en dat men de geboren crimineel kon herkennen aan bepaalde lichamelijke afwijkingen. Dat deze vorm van 'profiling' ongewenste effecten kon forceren is uiteraard buiten kijf. Lombroso is eerder een voorbeeld van hoe men niet dient te profileren.
Thomas Bond en Jack the Ripper
Een eerste serieus te nemen 'profiling' vond plaats in 1888 ten aanzien van de moordenaar die Jack de Ripper werd genoemd. De arts Thomas Bond probeerde de persoonlijkheid van Jack de Ripper vast te stellen nadat hij één van diens slachtoffers had onderzocht.
Hij beschreef dat van de zeven moorden er vijf waren begaan door iemand die alleen werkte, die fysiek zeer sterk was, die beheerst was en een durfal. Hij nam aan dat de dader in het dagelijks leven rustig was en onopvallend, waarschijnlijk van middelbare leeftijd en keurig gekleed. Hij veronderstelde dat de dader eenzelvig was en geen beroep uitoefende. Verder meende hij dat de dader eccentriek en mentaal onstabiel was. Hij veronderstelde dat de dader leed aan een soort van sexverslaving. (satirisme).
Helaas is Jack de Ripper nooit gepakt en kon het profiel van Thomas Bond van Jack the Ripper nooit nagecheckt worden. Het belang van Thomas Bond's manier van werken ligt in de wijze waarop hij de dader probeerde te beschrijven naar aanleiding van zijn persoonlijke analyses van het bewijs en de authopsie. De hedendaagse manier van 'profiling' is, weliswaar geholpen door verregaande psychologische, criminele analyses en forensisch bewijs een uitvloeisel van Bond's eerste poging tot profiling.
De Hitler-profiler
Dr. Walter C. Langer was psycho-analist in Boston en hem werd door het Amerikaanse OSS (Office of Strategic Services) gevraagd om een profiel te maken van Adolf Hitler.
Dr. Langer gebruikte voor zjn onderzoek Hitler's redevoeringen, zijn boek Mein Kampf, en gesprekken met mensen die Hitler persoonlijk gekend hadden.
Hij gaf uiteindelijk een boek uit in 1972 dat 'The Mind of Adolf Hitler' heette (Hitler's Brein) . Langer legde de nadruk op Hitler's Oedipus complex, dat hij preuts was en dat zijn mentale instabiliteit hem niet zou toestaan om levend in de handen van de geallieerden te vallen. Er waren nog veel meer belangrijke opmerkingen over Hitler, maar omdat hij zijn ondervindingen pas uitgaf in 1972 kan men twijfels hebben over de waarde die hij had als profiler. In 1972 was er al een grote hoeveelheid informatie over Hitler bekend. Het belang van Langer is echter dat de Amerikaanse veiligheidsdienst in 1940 al de waarde inzag van een profiel van een vijand, opdat zij daarop eventueel konden anticiperen in acties tegen die vijand.
Dader profilering in New York vanaf 1957
Toen een serie-bommenlegger de New Yorkse politie voor grote raadsels stelde tussen 1940 en 1957 besloot de New Yorkse politie de hulp te vragen van Dr. James A. Brussel. Brussel's profiel van de serie-bommenlegger was zo accuraat dat hij algemene bewondering oogstte en hij tot 1972 voor de politie werkte. Hij was in staat om bijvoorbeeld de Wurger van Boston bijzonder exact te profileren, waardoor deze seriemoordenaar uiteindelijk gepakt kon worden.
Sindsdien is vooral in de Verenigde Staten profiling van daders niet meer weg te denken bij het politie-onderzoek.
Lees verder