Standard & Poors, Moody's en Fitch: een afgewaardeerd imago
Er zijn vrij veel beursindexen, charterers (grafiek bijhouders) en ratingbureaus die proberen de bewegingen van de beurzen te volgen, te waarderen en eventueel te voorspellen. Moody's, Fitch en Standard & Poor's zijn belangrijke (economische) indicators geworden in het grote spel om rentes op obligaties in de wereldmarkten. Besproken wordt ook de 'Surprise-index' van de Citigroup die relatief nieuw is. Citibank bleek er in 2011 bijzonder succesvol mee.
Ratingbureaus
Moody's, Fitch en Standard & Poor's zijn onder andere grote ratingbureaus, die de laatste tijd vooral in de belangstelling staan om hun afwaardering van de waarde van de langlopende verplichtingen van Europese staten.
Ratingbureaus houden statistieken bij en indexeren vooral de waarde die een land nog heeft op de wereldmarkt als het gaat om de verwachtingen ten aanzien van de terugbetaling van leningen, specifiek op de (staats)obligatiemarkt. Als er extreem veel vertrouwen is krijgt het land de AAA-status. Als er heel weinig vertrouwen is krijgt het land de 'junkstatus.' (C of D of lager)
Op 8 augustus 2011 hebben nog 12 landen de AAA rating:
- Canada
- Denemarken
- Duitsland
- Finland
- Frankrijk
- Luxemburg
- Noorwegen
- Oostenrijk
- Singapore
- Zweden
- Zwitserland
- Verenigd Koninkrijk
Diversen:
- Nederland heeft een triple A rating bij Moody's en Standard & Poor's, Fitch heeft geen rating afgegeven,
- Liechtenstein en Isle of Man hebben triple A rating bij Moody's en Standard & Poor's, Fitch heeft geen rating afgegeven .
- Jersey (één van de Kanaaleilanden) heeft een triple A rating bij Moody's en geen rating van S&P en Fitch.
Twijfel over terugbetaling staatsobligaties
De ratingbureaus hebben in 2011 bijzonder in de belangstelling gestaan nadat in de Euro-zone Ierland, Griekenland, Spanje en Portugal financieel in de problemen geraakten doordat de rente op de wereldmarkt voor hun staatsobligaties onevenredig steeg met die op andere Euro-zone landen zoals bijvoorbeeld Duitsland of Nederland, omdat het vertrouwen in de terugbetaling van de staatsobligaties daalde. Het is een 'kip en het ei'-situatie: stegen de rentes op de staatsobligaties van die landen omdat de ratingbureaus de landen afwaardeerden of omgekeerd?
Twijfel in de markt aan de oprechtheid van de ratingbureaus
Toen de onderhandelingen over Griekenland in juli 2011 nog in volle gang waren in Brussel met de ondersteunende Eurolanden vonden de ratingbureaus het noodzakelijk om de Griekse status nog verder te verlagen van junkstatus naar diepe junkstatus. Dat wekte de irritatie en woede op van de Euro-zonelanden die alles deden om Griekenland weg te houden van de afgrond van het faillissement.
Opgemerkt werd dat de Verenigde Staten, die gevaarlijk dichtbij hun kredietplafond kwamen van 14.000 triljoen dollar en bezig waren om al hun integriteit te verliezen door het gekrakeel in de Senaat en het Huis van Afgevaardigden, waarbij hun beslissingsonbereidheid het land gevaarlijk aan de economische afgrond bracht, nog steeds een AAA status bleef behouden terwijl landen in de Euro-zone constant werden afgewaardeerd.
Jean-Claude Trichet, president van de Europese Centrale Bank haalde boos uit naar de ratingbureaus met opmerkingen als: 'de ratingbureaus zijn allemaal Amerikaans, waarom zouden wij Europeanen daar ons naar richten?' en 'luistert u niet naar die ratingbureaus, ze weten niet waar ze het over hebben.'
Nadat Standard & Poor's de Verenigde Staten op 5 augustus 2011 een downgrade gaf van de triple A status naar de double A status reageerde de minister van Financiën Geithner van de V.S. woedend, Standard & Poor's kon volgens hem niet rekenen. S&P gaf als reden van de downgrade: het politieke gekrakeel tussen de Democraten en Republikeinen die maar niet voor een echte oplossing zorgden voor de begrotingstekorten van de Verenigde Staten.
IMF als ratingsbureau?
De kritiek staat inderdaad vast als een huis: de ratingbureaus waarderen blijkbaar alleen maar niet-Amerikaanse staten en naties af, om de eenvoudige redenen dat de Verenigde Staten hun 'broodheer' is.
Pas op 6 Augustus 2011 durfde Standard & Poor's het voortouw te nemen om de Verenigde Staten af te waarderen naar de AA+ status. Ondertussen ging de betrouwbaarheidscurve en objectiviteitscurve ten op zichte van de ratingsbureaus steil omlaag.
Minister de Jager pleitte er op 14 juli 2011 voor om de rating te laten beslissen door het IMF (Internationaal Monetaire Fonds) en niet meer door ratingbureaus.
Standard & Poor's
Standard & Poor's S&P is een Amerikaanse kredietbeoordelaar.
Standard & Poor's Corporation is in 1941 ontstaan door een fusie van Standard Statistics Bureau, opgericht door Luther Lee Blake in 1906, en H.V. and H.W. Poor Co, opgericht door Henry Varnum Poor en Henry William Poor.
S&P is het bekendst om de S&P 500, een koersindex van 500 met hoofdzakelijk Amerikaanse grote kapitaal bedrijven.
Verder is S&P's bekend vanwege haar kredietratingsysteem. De grote concurrent van S&P op dit gebied is Moody's.
De Nederlandse overheid had tot voor kort een AAA-rating bij S&P. Nederland weigerde echter te betalen voor de credit rating van S&P waardoor Standard & Poor's geen uitspraken meer doet over de kredietwaardigheid van de Nederlandse overheid.
Op 5 augustus 2011 heeft S&P de kredietwaardigheid van de Verenigde Staten verlaagt van AAA naar AA+. Het is nu de vraag of hun rivalen Fitch en Moody's S&P hierin zullen (durven te) volgen.
Moody's
Moody's Corporation is de holding company van Moody's Analytics and Moody's Investors Service (Moody's Analyses en Moody's Investeerders Dienst). Moody's is een agentschap dat zich bezig houdt met krediet beoordeling en rating (ranglijsten). Moody's doet internationaal financiëel onderzoek en analyses naar commerciële en gouvernementele eenheden. Deze company maakt ook rangordes van de kredietwaardigheid van debiteurs of leners, waarbij gebruik wordt gemaakt van een gestandaardiseerde beoordelings-schema (rating scale). Moody's is vergelijkbaar met Standard and Poor's (S&P)
Moody's ratings voor de kredietwaardigheid van landen/naties staat het meeste in de belangstelling van het grote publiek.
Er zijn 21 niveau's, waarvan niveau 1 dat AAA heet het hoogste niveau is. De laatste niveau's worden ' junk-ratings' genoemd. (junk = afval). Enkele voorbeelden: in juni 2011 heeft Nederland een AAA rating, Portugal had een lage B rating maar heeft sinds july 2011 net als Griekenland een junk-rating.
Moody's rating schema:
(
Standard en Poor's houdt ongeveer dezelfde rating methode aan als Moody's)
- A Obligaties die A zijn geclasseerd worden de hoogste gemiddelde gradatie beschouwd en vallen onder een laag krediet risico.
- Baa Obligaties kunnen een bescheiden krediet risico inhouden. Zij worden als gemiddeld beschouwd en kunnen bepaalde speculatieve karaktereigenschappen hebben.
- Ba Obligaties worden verondersteld bepaalde speculatieve elementen te bevatten en zijn onderhevig aan een behoorlijk krediet risico.
- B Obligaties worden verondersteld speculatief te zijn en zijn onderhevig aan een hoog krediet risico.
- Caa Obligaties worden verondersteld van lage waarde te zijn en zijn onderhevig aan een heel hoog krediet risico
- Ca Obligaties zijn in hoge mate speculatief en zijn hoogstwarschijnlijk in een positie van default (wanprestatie) of er dichtbij, met alleen een kleine kans op herstel in de hoofdzaak of de rente.
- C Obligaties zijn de laagste classificering en zijn typisch in default (wanprestatie) met minimale kans op herstel in hoofdzaak of met betrekking tot de rente
Fitch Ratings
Fitch werd opgerich in New York in 1913.
Fitch heeft zowel in New York als in Londen een hoofdkwartier. Wereldwijd bestaan er zo'n 50 kantoren.
Fitch Ratings is een wereldwijd 'rating' agentschap dat zich erop toelegt om ratingswaarden aan te geven door onafhankelijke krediet opinies, onderzoek en data beoordeling.
Fitch Ratings was een van de drie nationaal erkende statistiek en rating organisaties (Nationally Recognized Statistical Rating Organizations NRSRO) aangewezen door U.S. Securities and Exchange Commission in 19.75 (de andere twee zijn Moody's en Standard & Poor's)
Fitch Ratings wijken enigszins af van de rating's zoals Moody's deze gebruikt:
Fitch lange termijn ratings worden toegekend op een alfabetische schaal van AAA tot D. Dit ratingsmodel wordt eveneens door S&P gebruikt.
Net als S&P gebruikt Fitch ook gemiddelde +/- modifiers (variabelen) voor elke categorie tussen AA en CCC (b.v. AA+, AA, AA-, A+, A, A-, BBB+, BBB, BBB-, etc.).
Investerings kwalificatie:
AAA: de beste kwaliteit ondernemingen, betrouwbaar en stabiel
AA : kwaliteits ondernemingen met een iets hoger risico dan AAA
A: de economische situatie kan van invloed zijn op de financiën
BBB: ondernemingen die van gemiddelde klasse zijn, op dit ogenblik voldoende.
Geen investerings kwalificatie:
BB: invloed van de economie kan veranderingen betekenen
B: financiële situatie kan aanmerkelijk variëren
CCC: momenteel kwetsbaar en afhankelijk van gunstige economische voorwaarden om aan hun verplichtingen te voldoen
CC: in hoge mate kwetsbaar, erg speculatieve aandelen of obligaties.
C : hoogst kwetsbaar, misschien al bankroet en anders achterblijvend in betalingen maar nog steeds voldoend aan verplichtingen D : voldoet niet meer aan verplichtingen en Fitch gelooft dat het er ook niet meer aan zal kunnen voldoen.
NR : geen publieke rating.
Voorts heeft Fitch een korte-tijdsrating (12 maanden.): F1+-F3 en B/C/D Waarvan D de slechtste rating is.
De Citibank Surprise Index
De Citigroup Economic Surprise Index is een objectieve en kwantitatieve index met betrekking tot maatregelen en metingen ten aanzien van het economische nieuws - ofwel het berekent informatie die in relatie staat tot de algemene verwachtingen.
(consensus expectations) ten aanzien van de G10 economiën. De index wordt berekend door vergelijking van wat historische standaard is met afwijkende, verrassende data (vandaar de naam surprise index). De index wordt dagelijks berekend door middel van een 'rollend drie-maanden 'raam' m.a.w. de data worden elke dag vergeleken met wat er vanaf die dag gerekend in de laatste drie maanden is gebeurd. Deze data geven een verrassend goed beeld van de economische gebeurtenissen en de daarvan af te leiden economische verwachtingen met betrekking tot de beurzen in de wereld.
De index is 'uitgevonden' door Citibank, een onderdeel van de Citigroup. Citigroup werd in 2008 zwaar getroffen door de kredietcrisis en de banken van Citigroup moesten zwaar lenen van de Amerikaanse staat om niet om te vallen (failliet te gaan.) Het was zelfs zo erg met Citigroup gesteld dat haar aandelen kelderden tot een dieptepunt van 1 USDollar. In juni 2011 staan de aandelen op een nivo van ongeveer 35 USDollar.
Overzicht van belangrijke beurs indexen
De belangrijkste indicatie ten aanzien van handelsbeurzen (geldruil, effecten en handelsgoederen of commodities) zijn de notering en de index.
- Beursnotering: Vermelding van de koerswaarde van aandelen op de lijst met fondsen waarvoor een officiële beurskoers wordt vastgesteld door een bepaalde effectenbeurs. De beurskoers die daadwerkelijk tot stand is gekomen op een effectenbeurs.
- Beursindex: 'hulpmiddel voor de aanduiding van veranderingen van een economische grootheid zoals het prijsniveau of de koers van aandelen ten opzichte van de waarde 100 in een basisjaar.'
Dow Jones Industrial Average -DJIA
De Dow Jones Industrial Averagebeoordeelt 30 bedrijven uit alle sectoren (behalve spoorwegen en nutsbedrijven). De Dow Jones Industrial Average is een niet-gewogen index: men houdt geen rekening met het 'gewicht' van de afzonderlijke bedrijven. (Dit betekent dat alle bedrijven in de index, groot of klein, evenveel gewicht hebben in deze index).
Standard en Poor's Index - S&P500
Standard and Poor’s is een rating bureau. Het geeft 500 bedrijven een beurs-waardering. De S&P500 bestudeert 500 aandelen door middel van een gewogen index. Alleen Amerikaanse bedrijven maken deel uit van deze index.
Nasdaq composite
De Nadaq is een specifieke beurs binnen het Amerikaanse beurssysteem. Alle aandelen die op de Nasdaq staan genoteerd maken deel uit van de index, dus ook ondernemingen buiten Noord-Amerika.
Euronext 100
De 100 grootste bedrijven van de beurzen van Brussel, Amsterdam, Parijs en Lissabon worden bij de Euronext 100 in hun marktbewegingen vercalculeerd. Minstens 20% van de aandelen van een bedrijf moeten jaarlijks verhandeld worden als een bedrijf bij deze 100 wil blijven worden gequoted.
Lees verder