Waarom leven wij?
Waarom leven wij? Het moet zowat de vraag zijn die men zich in een mensenleven het meest stelt. Zijn we op deze wereld met een doel is zijn we simpelweg een van de vele aspecten van de natuur, een speling van het lot? Er zijn ettelijke theorieën. Dit is er een van.
Hoe?
Een zoektocht naar een antwoord op de
waarom vraag start in feite bij de
hoe vraag. Hoe zijn we hier gekomen? Hoe is de wereld ontstaan? En meteen ontstaat de alom bekende tweestrijd tussen de religieuze scheppingsverhalen, de oerknal (
big bang) theorie en de evolutietheorieën van Darwin. Met betrekking tot de scheppingsverhalen kunnen we – weliswaar zonder een standpunt in te nemen - een interessante gedachte op gang trekken: zowat elke definitie van
religie spreekt over
de verbondenheid die de mens zoekt tot een hogere macht. We zouden hieruit kunnen opmaken dat er zonder de mens geen religie en dus ook geen hogere macht kunnen bestaan. Hoe kan de mens dan geschapen geweest zijn door deze hogere macht?
Tijdmachines zijn een utopie, dus de
hoe vraag beantwoorden is onmogelijk, er kan enkel over gediscussieerd worden vanuit het individu en de maatschappelijke omgeving waarin dit individu zich bevindt. Iemand die elke dag geconfronteerd wordt met de wetenschap of omringd is door wetenschappers zal eerder de Darwin-theorie voor waarheid aannemen, een geestelijke zal onherroepelijk het scheppingsverhaal steunen.
Individu en maatschappij
Uitsluitsel kunnen we dus niet geven, maar de zoektocht naar een antwoord op de
hoe vraag heeft ons wel geleid naar de twee basisbegrippen om de
waarom vraag te beantwoorden:
individu en
maatschappij. Elk individu vindt zijn plaats binnen
een maatschappij. Merk op dat we het niet mogen hebben over
de maatschappij, want er zijn er meerdere. Zelfs zij die “op de rand van de maatschappij” leven hebben hun eigen leefwereld. Die is vanuit een filosofisch standpunt evenwaardig aan de maatschappij van de
welgestelden.
Waarom?
Elk individu is gedurende zijn levensweg op zoek naar enige betekenis en waarde binnen één of meerdere van die maatschappijen. Niemand wil geboren worden en weer heengaan zonder iets verwezenlijkt te hebben. Niemand leeft simpelweg om te ademen. We kunnen dus stellen dat we leven om onze leefwereld die – op welke manier dan ook – voor ons gecreëerd werd te laten evolueren.
Materieel
In de loop van de geschiedenis deed zich een verschuiving voor tussen de wil om de leefwereld in zijn globaliteit te doen evolueren en de wil om onze kracht als individu op te waarderen. Slechts een heel beperkt aantal mensen denkt tegenwoordig nog aan een globale verbetering, veelal primeert het individueel succes. Het leven wordt georganiseerd om
zelf te evolueren in de richting van een maatschappij die beter is voor het individu. Arm wil rijk worden, onbekend wil bekend worden. Het materiële heeft de bovenhand genomen.
Het leven na de dood
Parallel met de lok naar erkenning en succes loopt een veel natuurlijker levensdoel: de drang om het eigen leven na de dood verder te zetten. En weer kunnen we een tweestrijd onderscheiden tussen een religieuze en een wetenschappelijke strekking. Een religieuze oplossing – zoals reïncarnatie of het bestaan van
de hemel – is de meest toegankelijke, want ze vervangt een fysische last door een geestelijke. De last die de gedachte van de dood met zich meebrengt wordt als het ware weggeplukt uit de maatschappij.
Een andere, wetenschappelijke wijze om voort te leven na de dood is zorgen voor
opvolging in de vorm van een bloedverwant. Toevallig – of niet?- is dit ook de manier om ervoor te zorgen dat de globale leefwereld, het geheel der maatschappijen los van het individu, blijft voortbestaan. Een drang vanuit dit individu heeft in dit geval een globaal doel als gevolg. De cirkel is rond.