Filosofie voor beginners: het hellenisme
Van 356 tot 323 voor Christus waren de veroveringen van Alexander de Grote. Door hem ontstond een wereldmaatschappij waarin de Griekse cultuur en de Griekse taal een overheersende rol speelden. Kenmerkend voor het hellenisme was dan ook dat de grenzen tussen de verschillende landen en culturen werden uitgewist. Diverse religieuze, filosofische, en wetenschappelijke ideeën werden door elkaar gemengd. De belangrijkste vraagstelling was hoe een mens geluk kon bereiken.
De informatie van dit artikel komt uit het boek "De wereld van Sofie" van Jostein Gaarder. Zie de special
De wereld van Sofie: een geschiedenis van de filosofie
De cynici
Volgens de cynici kon werkelijk geluk niet in uiterlijke zaken zoals materiële luxe, politieke macht en een goede gezondheid gevonden worden. Werkelijk geluk kon je pas bereiken door je onafhankelijk op te stellen tegenover zulke toevallige en kwetsbare dingen. Juist omdat het geluk niet van dat soort zaken afhankelijk was, kon het door iedereen worden bereikt. Je kon het bovendien niet meer verliezen als het eenmaal had gevonden.
De stoïcijnen
De stoïcijnen benadrukten dat alle natuurlijke processen, zoals ziekte en dood, de onveranderlijke wetten van de natuur volgen. Daarom moeten mensen zich met zijn lot verzoenen. Ook de aangename kanten van het leven moet de mens met de grootste rust tegemoet treden.
De epicuristen
Volgens Epicurus was lust het hoogste goed. Wel moet een lustbevredigend resultaat op korte termijn worden afgewogen tegen de mogelijkheid van een groter, langduriger of intenser genot op de lange termijn. Mensen bezitten, in tegenstelling tot dieren, de mogelijkheden om een afweging hierin in te maken.
Het neoplatonisme
Dit is de belangrijkste stroming in de late oudheid. Geïnspireerd op de ideeënleer van Plato. De belangrijkste neoplatonist was Plotinus. Hij was van mening dat de wereld tussen twee polen was gespannen. Aan het ene uiteinde stond het goddelijke licht, hij noemde dit het 'Ene' of 'God'. Aan het andere uiteinde was de absolute duisternis, waar het licht uit het Ene niet doordringt. Deze duisternis 'bestaat' niet, het is alleen de afwezigheid van het licht.
Mystiek
De ervaring dat we identiek zijn met een groter Ik, is een mystieke ervaring. Het grotere Ik wordt door sommigen God genoemd, anderen noemen het de kosmos, de gehele natuur of het heelal. De mysticus ervaart dat hij zichzelf verliest, hij gaat op in God. Om een dergelijke ervaring te krijgen moet de mysticus veelal een sobere levenswijze en verschillende meditatietechnieken uitvoeren. In alle wereldreligies bestaan mystieke richtingen. Pas wanneer de mysticus een interpretatie geeft aan zijn mystieke ervaring, komt de culturele achtergrond naar voren.