Socrates en het wetend niet-weten
Socrates heeft een grote invloed gehad op de Europese filosofie. Socrates was niet altijd eenduidig. Juist hierdoor is hij een grondlegger voor verschillende filosofische stromingen geworden. Met de komst van Socrates breekt er een nieuwe periode in de filosofie aan. De mens en de positie van de mens in de maatschappij worden onderwerp van de filosofie. Socrates daagt zijn gesprekspartners en niet zelden politici uit om door middel van het beantwoorden van vragen dichter bij de waarheid te komen.
Cultuur-historische achtergrond
Voor de komst van Socrates hebben de natuurfilosofen vanaf 6oo voor Christus een eind gemaakt aan het tot dan toe mytische wereldbeeld. De natuurfilosofen trachtten natuurlijke verklaringen te vinden voor veranderingen in de natuur. De natuurfilosofen worden ook wel pre-socraten genoemd. Dit geeft aan hoe groot de rol van Socrates is geweest voor de filosofie. Vanaf 450 voor Christus werd Athene het culturele centrum van de Griekse wereld. In Athene ontwikkelde zich een democratie. Vanuit de Griekse koloniën kwam er een aantal leraren en filosofen naar Athene. Zij werden sofisten genoemd en zij hadden als doel het volk te onderwijzen. Volksonderwijs werd als een voorwaarde voor democratie beschouwd. Het filosofisch project werd nu de mens en de plaats van de mens in de maatschappij. Door een discussie op gang te brengen over de vraag wat enerzijds door de natuur is
bepaald en anderzijds door de maatschappij wordt
gemaakt, legden de sofisten de basis voor maatschappijkritiek. Volgens de sofisten bestaan er geen absolute normen ten aanzien van het juiste handelen. Wat juist is, is afhankelijk van maatschappelijke gewoontes. Socrates heeft voortgeborduurd op de maatschappijkritiek van de sofisten en zal aantonen dat sommige normen absoluut en voor iedereen geldend zijn. Athene komt langzaam in een crisis terecht, corruptie viert hoogtij en Socrates legt de vinger op de zere plek.
Socrates’ methode
Socrates leefde van 470 tot 399 voor Christus. In tegenstelling tot de sofisten, was Socrates geen door het ambt toegezegde en betaalde leraar. Socrates’ methode was de dialoog. Hij was te vinden op de markt en in de straten van Athene, waar hij voornamelijk vragen stelde. Hierdoor liet hij de ander aanvankelijk blijken dat hij niets wist. Echter, naar mate het gesprek vorderde, dreef Socrates zijn gesprekspartner in het nauw, waardoor deze zich onzeker, onwetend en onbekwaam kon voelen. Hij zou hebben gezegd dat hij maar één ding weet en dat is dat hij niets weet. Door middel van dit wetend niet-weten probeert Socrates de waarheid zo dicht mogelijk te benaderen. Deze methode wordt ook wel socratische ironie genoemd; net doen alsof je niets weet of je dommer voordoen dan je bent. Socrates wilde mensen helpen het ‘juiste inzicht te baren’, zoals zijn moeder als vroedvrouw hielp bij het baren van een kind. Zijn methode wordt ook wel Maieutica genoemd, de kunst van de vroedvrouwen. Volgens Socrates is alleen inzicht dat van binnenuit komt werkelijk inzicht.
Project
Volgens Socrates beschikt de mens over een geweten en de ratio bepaalt het onderscheid tussen goed of kwaad. Hiermee bedoelt hij, in tegenstelling tot de sofisten, dat het maken van een onderscheid tussen goed of kwaad niet in de maatschappij besloten ligt. Het doel van het kennen is voor Socrates de zelfkennis van de mens. Zo stelt hij dat de persoon die weet wie hij is, weet wat hij moet doen. Hij die vervolgens weet wat het goede is, zal ook het goede zal doen. Met andere woorden; juist inzicht leidt tot juist handelen. Zijn ethiek zegt dat deugd berust op kennis en inzicht. De basis van ons denken zit dus volgens Socrates in de rede. Dit maakt hem een uitgesproken rationalist. Iedereen die zijn verstand gebruikt, kan volgens Socrates filosofische waarheden doorgronden. Tevens beweerde hij dat een slaaf over dezelfde cognitieve vermogens beschikt als een edelman.
Gifbeker
Socrates zou regelmatig hebben gezegd dat ‘een goddelijke stem’ in hem sprak. Door middel van zijn dialogen die leidden tot zelfkennis en het achterhalen van de waarheid, wees hij op de zwakheden van het volk en niet in het minst op de zwakheden van de staat, waar met name de machthebbers ongelukkig mee waren. Een uitspraak van Socrates waar een flinke dosis maatschappij-kritiek in schuilt is bijvoorbeeld: "Athene is als een traag paard en ik ben de horzel die het wakker probeert te maken en in leven te houden," (Jostein Gaardner, 1998, p. 77). Hij was fel gekant tegen terdoodveroordelingen en heeft geweigerd om politieke tegenstanders van de staat aan te geven. Socrates is in 399 beschuldigd van het invoeren van nieuwe goden en het misleiden van de jeugd. Hij is, weliswaar met een krappe meerderheid, schuldig bevonden. Socrates had gratie of ballingschap kunnen verzoeken. Hij heeft echter de waarheid, ofwel zijn eigen geweten belangrijker geacht dan zijn eigen leven. Hij heeft in aanwezigheid van zijn beste vrienden op de goden geproost en de gifbeker gedronken. Van Socrates werd gezegd dat hij volmaakt rechtvaardig was. "Men kan in het heden zoeken en men kan in het verleden zoeken, maar nooit zal men iemand als hem vinden," (Jostein Gaarner, 1998, p.75).
Plato
Socrates heeft geen woord op papier gezet. Het is dankzij Plato, een leerling van Socrates, dat we Socrates’ filosofie kennen. Plato heeft als eerste filosofische daad de verdedigingsrede van Socrates opgeschreven. Daarnaast heeft hij een aantal dialogen geschreven, waarin Socrates als belangrijkste personage optreedt. De geschriften van Plato zijn bewaard gebleven.