Waarom de wintertijd weer eind september zou moeten ingaan

Van 1981 tot en met 1995 gold in Europa een zomertijd die van eind maart tot eind september liep, en een wintertijd die van eind september tot eind maart liep. De Europese Unie heeft dit in 1996 gewijzigd, de periode van de zomertijd werd met een maand verlengd, en de wintertijd met een maand verkort, sindsdien wordt de klok pas in eind oktober een uur teruggezet. Waren de regels in 1996 niet gewijzigd dan was in 2016 de wintertijd al in het weekend van 24 op 25 september ingegaan. Er is een aantal goede redenen te bedenken waarom de klok het beste weer, als vanouds, in september moet worden teruggezet.
In oktober is het soms al winter
Op 14 oktober 2015 viel in Zuid-Limburg de eerste sneeuw, en ook in de rest van Oost-Nederland lag de temperatuur rond de vier tot zeven graden, vooral in het oosten van het land was het die dag behoorlijk winters. Het weerbeeld was ronduit grijs en donker, het had wel iets weg van de bekende donkere dagen rond kerst. De vraag die tijdens dit soort dagen dan ook oprijst is waarom de klok tijdens deze 'winterdagen' nog steeds op zomertijd moet staan. Zomertijd tijdens winterse dagen in oktober, het lijkt niet echt logisch. Gezien de grote kans op herfstachtige en soms zelfs winterse dagen in oktober is het logischer om de wintertijd al eind september in te laten gaan in plaats van eind oktober.De wintertijd is onze originele tijd
Onze originele tijd is niet de zomertijd, maar de wintertijd. Om heel specifiek te zijn ligt de locatie van Nederland zelfs tijdens de wintertijd 35 minuten “te veel” naar het westen. Als gevolg hiervan staat de zon tijdens wintertijd niet om 12.00 uur maar ongeveer om 12.35 uur op het hoogste punt. Hoe dan ook, de wintertijd heeft slechts 35 minuten verschil met de werkelijke tijd, maar de zomertijd heeft een verschil van maar liefst ruim anderhalf uur. Feitelijk plaatsen we Nederland tijdens de zomertijd anderhalf uur buiten onze werkelijke tijdszone, en dus ook buiten onze eigen biologische klok, en dat gedurende zeven maanden van het jaar.Voordat de huidige lengte van zomer- en wintertijd in 1996 werd ingevoerd duurden de zomer- en wintertijd beide zes maanden. Omdat vanaf 1996 de klok pas eind oktober weer op wintertijd wordt gezet, bedraagt de huidige lengte van de zomertijd maar liefst zeven maanden, dit betekent dat nog een maand langer met een onnatuurlijk groot tijdsverschil van anderhalf uur moet worden geleefd. Uit onderzoek van Rijksuniversiteit Groningen samen met de Ludwig-Maximilians-Universität in München bleek dat de zomertijd een nadelig effect heeft op onze biologische klok. Conclusie: aangezien de zomertijd een te groot verschil geeft met de werkelijke tijd ondervindt onze biologische klok hinder, het zou dus een goede stap voorwaarts zijn om de periode van de zomertijd te verkorten en de wintertijd met een maand te verlengen door deze al eind september in te laten gaan.
Datums waarop de wintertijd ingaat voor 2020 tot en met 2025:
(de klok gaat dan 's nachts om drie uur een uur terug)
(de klok gaat dan 's nachts om drie uur een uur terug)
- 2020 - de nacht van zaterdag 24 op zondag 25 oktober
- 2021 - de nacht van zaterdag 30 op zondag 31 oktober
- 2022 - de nacht van zaterdag 29 op zondag 30 oktober
- 2023 - de nacht van zaterdag 28 op zondag 29 oktober
- 2024 - de nacht van zaterdag 26 op zondag 27 oktober
- 2025 - de nacht van zaterdag 25 op zondag 26 oktober
De zomertijd hoort bij lange dagen, de wintertijd bij korte
Het systeem dat we vóór 1996 kenden was logischer dan het huidige. Tijdens de periode van zes maanden waarin de dagen langer zijn dan de nachten gold toen de zomertijd, en tijdens de periode waarin de dagen korter zijn dan de nachten gold toen de wintertijd**. Begrijpelijk, logisch en ook nog eens makkelijk te onthouden voor iedereen. In het huidige systeem duurt de zomertijd nog een maand langer voort, terwijl de dagen allang korter zijn geworden dan de nachten. De zomertijd heeft eigenlijk niets te zoeken in een periode waarin de verhouding tussen dag en nacht winters te noemen is. Veel mensen beginnen zich halverwege oktober dan ook al af te vragen wanneer de klok nu eens terug moet worden gezet, dat komt omdat eind september een veel logischer tijdstip zou zijn. Conclusie: als zowel zomer- en wintertijd ieder weer zes maanden zouden duren dan loopt dit mooi synchroon met de verhouding tussen de lengte van de dagen en nachten, een goede reden om de wintertijd weer eind september in te laten gaan.** om precies te zijn: feitelijk liggen de grenzen waarop de dagen langer of korter beginnen te worden dan de nachten ongeveer op 21 maart en 21 september, dat is meestal zo’n vijf tot acht dagen vroeger dan de ingang van zomer- en voormalige wintertijd.