De rijkste man aller tijden: John D. Rockefeller (1839-1937)
John Davison Rockefeller is moeilijk onder één noemer te vangen. Aan de ene kant was hij de slimme, bikkelharde zakenman die een olie-imperium opbouwde dat zijn weerga niet kende. Tegelijkertijd was hij zeer begaan met de maatschappij en is hij, als rijkste man ter wereld, tevens de grootste weldoener van de twintigste eeuw.
Start als assistent boekhouder
‘John is niet bijzonder intelligent, maar heeft wel gevoel voor cijfers.’ Dat schreef de leraar van de lagere school over John Davison Rockefeller (geboren op 8 juli 1839). De eerste bewering was waarschijnlijk niet juist, de tweede zeker wel. Goedgemanierd en leergierig zette hij na school zijn eerste stappen op de maatschappelijke ladder. Op z’n 16e was hij assistent boekhouder, twee jaar later had hij een eigen bedrijf, waarmee hij voedsel distribueerde. Vanaf het begin doneerde hij een deel van zijn salaris aan liefdadigheid.
Leven als olieman
In die tijd, rond 1860, stond aardolie op het punt het nieuwe goud te worden. Rockefeller had onmiddellijk in de gaten dat het grote geld niet in het boren naar olie lag, maar in het distilleren van de ruwe olie. Rockefeller nam in 1863 een aandeel in een olieraffinaderij in Cleveland. Vandaaruit groeide zijn belang in de olie-industrie gestaag. In 1870 ontstond de Standard Oil Company, een maatschappij die wereldwijd olie verkocht, met Rockefeller als directeur.
Pijpleidingen
Rockefeller zocht nieuwe wegen, zo was hij de eerste die olie over grote afstanden via pijpleidingen vervoerde. Stukje bij beetje – hij speelde onder andere spoorwegmaatschappijen tegen elkaar uit - slaagde Rockefeller erin om de gehele aardolieproductie van de Verenigde Staten in handen te krijgen. Pas in 1911 veroordeelde het Amerikaans Hooggerechtshof het monopolisme van Standard Oil en verordonneerde een opdeling in zes maatschappijen. Esso (nu Exxon), Mobil, BP en Chevron kwamen hier onder andere uit voort, terwijl nieuwkomers als Gulf en Texaco nu ook een kans op een stukje van de cake kregen.
Bloeddorstige hyena
Geld verdienen was extreem belangrijk voor Rockefeller. Dat er onderweg slachtoffers vielen, was geen grote zorg. Voor velen is de Amerikaanse zakenman het boegbeeld van het kapitalisme. De familie Rockefeller werd begin twintigste eeuw eens uitgemaakt voor bloeddorstige hyena’s die zichzelf in de stinkende honing van de filantropie rolden, enkel om het land schade toe te brengen.
Rijkste man ter wereld
Door de aardolie werd Rockefeller de rijkste man ter wereld. In vergelijking met andere tijden en andere vermogen, is niemand ooit zo rijk geweest. In 2006 bezat Bill Gates 0,66% van het bruto binnenlands product (bbp) van de Verenigde Staten, in zijn jaar van overlijden (1937) stond bij Rockefeller de teller op 1,4 miljard dollar, wat 2,54% van het bbp van de VS betekende.
Leven als filantroop
Net als Bill Gates dacht Rockefeller, ondanks zijn brutale zakeninstinct, ook aan de maatschappij om zich heen. Weinig vermogende ondernemers zullen zo’n groot deel van hun geld weggegeven hebben als Rockefeller. In die zin wordt hij zelfs gezien als de moderne grondlegger van de oud-Griekse filantropie. In 1892 richtte Rockefeller de universiteit van Chicago op, in 1913 ontstond de Rockefeller Foundation. Deze stichting richtte zich voornamelijk op medische zorg en onderzoek, de eerste donatie ging bijvoorbeeld naar het Amerikaanse Rode Kruis. Ontelbare medisch studenten ontvingen van de Stichting een studiebeurs om zich goed op hun beroep te kunnen voorbereiden. Veel geld ging tot slot naar de kerk (Rockefeller was een diepgelovig Baptist).
Laura Spelman en John D. junior
De vrijgevigheid van John D. Rockefeller bleek een familietrek. Rockefeller trouwde in 1864 met Laura Spelman (overleden in 1915), en kreeg vier dochters en één zoon, John D. Junior (1874-1960). Spelman zette zich tijdens haar leven onder andere via de Spelman College in voor onderwijs voor zwarte vrouwen in het zuiden van de Verenigde Staten. John D. junior was als geldgever onder andere actief in de kunst- en museumwereld en schonk in 1947 land aan de East River in New York aan de Verenigde Naties. Die organisatie liet daar hun hoofdkwartier bouwen. Nelson Rockefeller (1908-1979), zoon van John D. junior en kleinzoon van John D., was van 1974 tot 1977 vice-president van de Verenigde Staten, onder Gerald Ford.
Twee ambities
Vanaf zijn tijd als schooljongen joeg John D. Rockefeller twee ambities na: in zijn leven honderduizend dollar verdienen, én honderd jaar oud worden. Dat eerste lukte met gemak, het tweede voornemen bijna. Rockefeller stierf in 1937, 97 jaar en tien maanden oud.