Open vragen of gesloten vragen stellen bij een probleem?
Als je meer over een persoon en z'n probleem te weten wilt komen, zul je moeten luisteren in plaats van praten, en tevens ook goede verstandige vragen moeten stellen. Vragen kun je splitsen in soorten. Ze zijn o.a. te verdelen in: de open vraag, de gesloten vraag en de suggestieve vraag. Het is belangrijk in een bepaalde situatie het juiste vraagtype te stellen, zodat je sneller tot de oplossing komt, of tenminste tot het juiste inzicht van een persoonlijk probleem. Voorkom in ieder geval dat je in een zin dubbele vragen stelt.
Via het stellen van vragen kun je iemand helpen met verhelderen en structureren van z’n gedachten, gevoelens, en de manier waarop hij/zij met het probleem omgaat. Maar je kunt ook een vraag stellen omdat je meer informatie nodig hebt om de persoon te begrijpen. Daarnaast kun je via vragen een gesprek op gang te brengen, zoals: “Ik merk dat het u moeite kost hierover te praten, waarom is dat?“ Je kunt via een vraag ook vaststellen of de ander je begrepen heeft. Maar je kunt ook verkeerde vragen stellen die te confronterend, te achterdochtig of te kritisch zijn.
Open vraag
Open vragen beginnen meestal met een vraagwoord, zoals:
wat, hoe, wanneer, wie enz. Bij het stellen van een open vraag laat je de gesprekspartner volledig vrij in het formuleren van een antwoord. Hij/zij kan in eigen woorden antwoorden. Open vragen leiden er daarom ook toe dat de ander goed moet nadenken, en het helpt vaak de zaken op een rijtje te krijgen. Een ander positief effect is dat de ander het gevoel krijgt dat er aandacht voor hem is. Voorbeelden van open vragen:
- Waar denkt u aan
- Waarom is dat zo gegaan
- Wanneer heeft u daar last van
Open vragen zijn vooral nuttig aan het begin van een gesprek als je veel over de ander en z’n probleem te weten wil komen. Teveel open vragen achtereen kunnen de ander wel het gevoel geven dat hij te veel over zichzelf moet prijs geven en daarom is afwisselen met gesloten vragen wel verstandig.
Gesloten vraag
Beperken de ander in z’n antwoordmogelijkheden. Ze zijn gericht op het verzamelen van feiten. Meestal valt er uitsluitend met "ja of nee" te antwoorden. De vraagsteller bepaalt dan in hoge mate de loop en richting van het gesprek. Voorbeelden:
- Gebeurt dit vaak
- Heeft u dat al met uw partner besproken
- Weet de politie ervan
Gesloten vragen zijn ongeschikt als je de mening of gevoelens van een ander wilt kennen. Gesloten vragen hebben ook het gevaar dat je het antwoord al bijna in de mond van de ander legt. Ze zijn vaak suggestief.
Suggestieve vraag
Zijn in feite reeds antwoorden, maar dan in de vorm van een vraag gesteld. Het antwoord ligt al in de vraag besloten. Voorbeelden:
- Daar heb je zeker wel spijt van.
- En toen verkocht je hem natuurlijk een mep
- U houdt ongetwijfeld heel veel van haar
De vragen lokken dus een antwoord uit, en de gesprekspartner is dus minder vrij in de keuze van het antwoord aangezien er in feite maar één antwoord mogelijk is. De kans op foute antwoorden ligt dus op de loer. Suggestieve vragen zijn alleen effectief als je een bepaald sterk vermoeden hebt dat bevestigd moet worden. Anders kun je ze vaak beter aan de politie overlaten tijdens het verhoren van verdachten. En journalisten stellen natuurlijk graag suggestieve vragen aan politici om antwoorden te ontlokken, maar die hebben in een cursus uiteraard trucs geleerd hoe ze daar ontwijkende "antwoorden" op kunnen geven, zonder dat het erg opvalt.
Dubbele vragen
Nooit twee vragen in één zin stellen want je kunt geen twee vragen te gelijk stellen, omdat iemand maar een antwoord kan geven. voorbeeld: "Heb je een partner en wat voor werk doe je".
Als je iets belangrijks van een ander te weten moet komen is het stellen van dubbele vragen helemaal uit den boze. Stel dat je aan je vriendin vraagt: "Kan het zijn dat ik je gisteren met een ander zag, en was dat bij de Hema"?"
Dan schiet je er niets mee op als zij eerlijk antwoordt dat ze al weken lang niet naar de Hema is gegaan.
Lees verder