Small talk: hoe ga je om met verschillende typen sprekers?
Een goed gesprek voldoet aan de vijf minuten norm: ieder is niet langer dan circa vijf minuten aan het woord. Daarnaast is het goed te weten dat er verschillende typen sprekers zijn en hoe daarmee om te gaan. Een vlot, goed uitgebalanceerd gesprek voeren is vanzelfsprekend noch gemakkelijk. Ieder heeft zijn eigen blinde vlek. Gelukkig kunnen we elkaar helpen en hoeft niemand slachtoffer te zijn, noch van iemands onhebbelijkheid of 'misdrijf', noch van zijn eigen overtredingen.
Evenwicht
Natuurlijk sta je niet met een stopwatch in de hand het gesprek te volgen. Het gaat er om dat je in de gaten houdt dat iedereen ongeveer even lang aan het woord is. Sommige mensen hebben nu eenmaal de neiging een gesprek te kapen en aan het woord te blijven, terwijl anderen wel erg kort van stof zijn. En we weten wat er van
stille wateren gezegd wordt, laat dus deze types wat meer aan het woord. En zelfs al is degene die het langst het hoogste woord voert heel boeiend, vergeet toch niet ook de anderen aan het woord te laten, dat is wel zo attent en het brengt meer evenwicht in het gezelschap en het gesprek.
De geheim agent
Dit type laat geen gelegenheid onbenut om zijn ‘gevangene’ een bekentenis te ontlokken: "Wat doe jij voor werk? Ben je getrouwd? Heb je kinderen? Exposeer je vaak? Verkoop je ook?" De ander krijgt geen gelegenheid te nuanceren of uit te weiden. Er is slechts ruimte voor staccato antwoorden. Is de geheim agent klaar met zijn verhoor dan gaat hij op weg naar een volgend slachtoffer.
Hoe kun je je aan zijn greep ontworstelen? Neem het heft in eigen handen door met een open wedervraag te antwoorden. "Hoe gaat het met
jouw werk? Waar ben je nu mee bezig?" En graaf dieper: "Hoe ben je daar ingerold? Bevalt het? Wat vind je het leukst?" Stuur het gesprek in rustig vaarwater zodat je afwisselend kunt praten en luisteren.
De opschepper
De snoever heeft altijd een verhaal waarin de rol van iemand die het helemaal heeft gemaakt hem als gegoten zit. Zijn zus, de windbuil, klopt niet zo op eigen borst, maar zorgt er wel voor dat anderen dat over
haar doen. Zij vertrouwt je zogenaamd iets toe, en rekent er stiekem op dat je het verder vertelt.
Wat kun jij doen? Breng het gesprek op een algemeen onderwerp. Of vertel iets waar je zelf op dat moment mee bezig bent. Het heeft geen zin de ander met zijn gedrag te confronteren, probeer het dus zoveel mogelijk te negeren en omzeilen.
Wat jij kunt kan ik net iets beter
Heb ik ook gedaan, ben ik ook geweest, is mij ook overkomen, etc. Pas op dat je de ander niet probeert te overtroeven: “Wat ík heb meegemaakt!" Of: "Ik ken iemand die…” Houd je in wanneer je je herinnert wat je zelf net hebt meegemaakt, gehoord, gelezen, etc. Laat de ander rustig zijn verhaal doen. Begin evenmin over je eigen problemen, ziekte of tegenslagen. Geen de ander geen advies; daar heeft hij niet om gevraagd! Dus: laat de aandacht bij de ander ook al bedoel je het niet verkeerd. Temper je enthousiasme en probeer van het verhaal van de ander te genieten. Tracht iemand jou te overtreffen?
Zeg dan vriendelijk: “Mag ik mijn verhaal even afmaken?" Of: "Ik ben nog niet klaar." Of: "Sorry, dit is
mijn verhaal."
De monopolist
Mogelijk een verlegen persoon die van de plotselinge belangstelling geniet. Hij weet de aandacht vast te houden met zijn persoonlijke verhaal waar hij steeds een laag vanaf pelt zonder rekening te houden met eventueel verdeelde gevoelens van de groep. Probeer niet langer dan vijf minuten aan het woord te zijn, of een ander aan het woord te laten, ongeacht het onderwerp. Speel de bal door; wie over zichzelf spreekt verliest ieder besef van tijd… Is de monopolist toevallig je baas, je schoonmoeder of een klant en lukt het je niet de situatie te redden, geef je dan maar gewonnen en luister (en beschouw het als een daad van vriendelijkheid).
Wat je wel kunt doen als iemand bijvoorbeeld op een ongelegen moment belt en een betoog begint:
- “Jeetje mam, dat is niet niks, maar voor je verder gaat: ik ben aan het koken, ik bel je straks terug om de het hele verhaal te horen, goed?”
- “Goh, Twan, dat is pech, maar we zitten net te eten, bel me straks even terug!” Praat hij toch door, zeg dan:
- “Heel goed Twan, maar ik moet je nu echt onderbreken, we hebben het er nog over.”
Ben je met een groepje waarvan één persoon monopoliseert, onderbreek hem/haar na vijf minuten en zeg:
- “Paula, wat vervelend voor je, hoe gaat het eigenlijk met jouw kinderen, Marie Jeanne?” Of:
- “Wat fantastisch voor je Marion, en hoe bevalt jouw nieuwe baan Esther?”
Probeer zo vooral ook de verlegen stille mensen bij het gesprek te betrekken. Bovendien wordt het gesprek interessanter, veelzijdiger.
De onderbreker
Laat iemand uitpraten, ook al ben je het er absoluut niet mee eens, klopt het niet of is het zelfs klinkklare onzin. Interrumpeer evenmin omdat je denkt dat je weet wat de ander gaat zeggen; héél irritant!
Bewaar je geduld tenminste vijf minuten en grijp dan pas in. Tenzij je weg moet of het onderwerp zo afschuwelijk/onsmakelijk vindt dat je het niet langer kunt aanhoren.
De onsportieveling
- En, wat heb jij gedaan dit weekend? Niets.
- Wat doe jij? Moet ik iets doen dan?
- Fijn weekend gehad? Heerlijk, jij? Of: Zeker weten!
- Wat doe jij voor werk? Ik ben werkeloos.
Help de ander door te vertellen wat je zelf gedaan hebt zodat hij/zij daarop kan inhaken, maar pas op dat je geen monopolist wordt! Blijf dus terughoudend en de bal terugspelen.
De betweter
De betweter weet alles en laat dat weten ook. Hij wist dat de aandelenkoersen zouden kelderen, dat die man onschuldig was, dat het nooit wat zou worden met die zaak, dat zij voor haar examen zou zakken, dat de huizenprijzen weer zouden stijgen, etc. Omdat hij per definitie altijd gelijk heeft zijn andere meningen voor hem oninteressant en onbespreekbaar. Zonder scrupules maakt hij korte metten met ieder die er een andere mening op na houdt. Een aangezien niemand in het openbaar vernederd wil worden, houdt men zijn mond.
Wees zelf voorzichtig met het geven van je mening en vraag altijd: “Hoe denk jij daarover?” Maak duidelijk dat het jouw persoonlijke mening is.
De adviseur
De meeste mensen zitten niet op advies te wachten. Wat we wensen is empathie en mededogen. Desalniettemin weet de adviseur altijd een oplossing en strooit gul met adviezen. Aan een flard van het dilemma van de ander heeft ze al genoeg om het probleem te begrijpen en een oplossing te weten. De adviseur is zeer verleidelijk. Ze is enthousiast, straalt zelfvertrouwen uit en is uitermate hulpbereid, voor je het weet probeert ze je echter naar de kroon te steken. Trap er ook zelf niet in! Kom pas met advies als de ander daarom vraagt, ook al denk je zeker te weten dat jij de oplossing hebt: wees niet zo arrogant. Wat je wel kunt doen:
luister, laat de ander zijn hart luchten
en biedt ondersteuning; “Wat erg voor je.” Niet meer dan dat! Ongevraagd advies is geen advies!