Taal: zoveel meer dan praten alleen
Hoe vaak flappen we er niet achteloos uit wat we op dat moment denken, zonder ons zorgen te maken over hoe dat op de ander overkomt? Vaak gaat het goed, maar vooral bij mensen die ons niet (goed) kennen kunnen gauw misverstanden ontstaan. En ook als ze ons wel kennen, maar er sprake is van vermoeidheid, prikkelbaarheid of overgevoeligheid, kunnen woorden verkeerd opgevat worden. Onze woorden worden verkeerd geïnterpreteerd terwijl wij ons van geen kwaad bewust zijn. Daarom is het goed te beseffen wat we teweeg kunnen brengen met nonchalant geuite gedachten, zonder daar overdreven mee bezig te zijn.
Praten
De meeste, zo niet veel mensen houden van praten. Het is gezellig en onderhoudend. Tot er opeens een woord verkeerd valt, een grap niet gewaardeerd wordt of een opmerking iemand onbewust kwetst. Als de ander niet reageert, valt het niet op, of kan er snel overheen gepraat worden. Als een felle reactie niet uitblijft wordt de situatie pijnlijker. Hoewel dit niet altijd te voorkomen is, is het toch goed te weten, wat er gebeurd kan zijn als een gesprek uit de hand loopt.
Analoog versus digitaal
Bij taal kunnen we onderscheid maken tussen conventionele of digitale taal en niet-conventionele of analoge taal.
Bij
conventionele of digitale taal kunnen we denken aan:
- woorden
- grammatica
- codes (binnenlopen zonder kloppen, drie keer zoenen, je schoenen uitdoen na binnenkomst)
- verkeerstekens
- gebarentaal
- morse-seinen
Bij
niet-conventionele of analoge taal kunnen we denken aan:
- stemgedrag (verkiezingen zijn hier niet bedoeld..)
- lichaamshouding
- lichaamsbeweging
- gelaatsuitdrukking, maar ook:
- sekse
- lichaamsgrootte
- lichaamsgewicht
- lichaamsgeur, en zelfs:
- gedrag (gul, spontaan, e.d.)
- smaak / stijl, e.d.
Interpreteren
De analoge taal is nodig om de digitale taal te kunnen begrijpen. Digitaal: "
Ik ben blij". Analoog: de manier waarop dit wordt uitgesproken, namelijk:
cynisch, enthousiast, droevig of
vlak.
"
Dat zal ik morgen doen," lijkt een onschuldig zinnetje. Toch blijken er met gemak
diverse interpretaties mogelijk. Welke jij kiest zegt misschien meer over jou dan over degene die het zegt. Het kan echter ook iets zeggen over de ervaring die je hebt met de spreker. Zo kun je tot de volgende interpretaties komen:
- prima, dat is dan geregeld.
- ze belooft weer wat!
- het wordt uitgesteld.
Doe-taal
Daarnaast is er de
Doe-taal: alle soorten van handelen in de doe-sfeer: koken, tuinieren, slapen, wandelen, tv-kijken, enzovoort. Doe-taal is overwegend analoog,
niet overeengekomen echter wel binnen een bepaalde gemeenschap
gecodeerd:
Zij werkt niet, zij doet het huishouden, haar man is kostwinner.
Misverstanden
Misverstanden kunnen ontstaan wanneer de
code niet voor iedereen eenduidig herkenbaar is:
- Vrouw klaagt over rugpijn bij het strijken, in de veronderstelling dat haar man haar erkenning zal geven voor het werk dat zij doet. Man vat het op als een roep om hulp en adviseert haar om bij het strijken te gaan zitten.
- Docent lijkt nooit tevreden. Hij geeft vaak straf en lage cijfers. Pas als hij dat niet doet weet je dat het goed is.
Analoge taal is voor velerlei interpretatie vatbaar, dus ook voor
misverstanden...
Bijvoorbeeld: wie dure merkkleding koopt hoort erbij. Er zijn echter vast voorbeelden te vinden waarin de drager zich van deze vooronderstelling niet bewust is.
In een goede relatie lossen misverstanden zich vanzelf op, in een slechte stapelen ze zich juist op. Zoals in het volgende voorbeeld, waarbij het mis kan gaan als er iets wringt in de relatie, terwijl er niets aan de hand is als de relatie gezond is.
- Karin en Karel zijn op een fuif en vermaken zich ieder afzonderlijk. Wat is hier aan de hand? Is er wel iets aan de hand?
- a Ze laten elkaar vrij en vertellen elkaar na afloop wat ze hebben meegemaakt.
- b Ze zijn onverschillig ten aanzien van elkaar en hebben elkaar niets meer te vertellen.
Meta communicatie
Praten over - meta communicatie - is noodzakelijk maar ook gevaarlijk! Praten over een misverstand kan de zaak nog verergeren als je op het verkeerde spoor zit:
- Karel neemt een aspirientje.
- a Karin: " Voel je je niet goed?"
- b Karin: "Je hebt gisteravond teveel gedronken!"
Conclusie
Zo makkelijk is het dus om tot een verkeerde interpretatie te komen; van beide kanten! Want Karin stelt misschien een open vraag (dat weet je pas als je haar stem hoort en haar gezichtsuitdrukking ziet), maar Karel kan zich betrapt voelen, als is het omdat hij op dat moment wat overgevoelig is. Wees dus voorzichtig om te snel een conclusie te trekken. Om de ander te begrijpen is het nodig dat je zo min mogelijk zelf invult maar juist open staat, luistert, en helder krijgt wat je zelf voelde naar aanleiding van wat de ander deed of zei. Maar als een van de twee zich niet lekker voelt, kan hij zich meteen aangevallen voelen en pinnig reageren. Waardoor jij weer in je wiek geschoten bent en zo escaleert de zaak voor je het weet.