Confronteren, hoe doe je dat?
Letterlijk betekent confronteren het tegenover elkaar plaatsen van feiten of meningen. Dit heeft een negatieve bijklank, het klinkt ruzieachtig, als een welles – nietes strijd. Dat hoeft het niet te zijn. Waar ruzie een escalatie van opgebouwde emoties is, is een confrontatie rustiger en beter doordacht. Je bereikt er dus meer mee. Confronteren, hoe doe je dat?
Waar gaat het om?
Als je een ander op een zinvolle manier wilt confronteren met wat je dwarszit, bedenk dan eerst waar het nou precies om gaat. Misschien gebeurt er iets waar je het niet mee eens bent, of heeft de ander een gewoonte die jou irriteert. Dat het je dwarszit is niet voor niets. Dat komt doordat jij je eigen mening hebt, je eigen waarden en normen, je eigen doelen. De ander doet of zegt iets wat daarmee in strijd is. Door de houding, de keuzes of het gedrag van de ander komt er minder ruimte voor jou. Als dat regelmatig gebeurt gaat het je irriteren. Bepaal zo nauwkeurig mogelijk wát het is dat je dwarszit, en op welke manier het je stoort. Bedenk ook wat je wilt bereiken als je er met de ander over gaat praten. Is het genoeg dat de ander weet dat het je stoort, of wil je dat er iets verandert?
Vertel het aan de ander
Als je precies weet waar je je aan ergert, vraag je of de ander even tijd voor je heeft. Maak het niet te zwaar, zeg gewoon dat je ergens mee zit en dat je er even over wilt praten. Als de ander bereid is om naar je te luisteren vertel je kort en zonder verwijten wat je dwarszit. Praat zoveel mogelijk in de ik-vorm, zodat het niet beschuldigend of verwijtend klinkt. Geef je eigen waarneming weer. Probeer geen interpretatie te geven, zoals: omdat jij te lui bent, of omdat jij alleen maar aan jezelf denkt. Met dergelijke interpretaties drijf je de ander in de verdediging, en dan is de basis voor een goed gesprek bedorven.
Doe het op tijd
Zoals ik heb uitgelegd in
Ruzie maken of confronteren kun je elkaar beter vroeg dan laat met je echte gevoelens confronteren. Als je er lang mee wacht druppelt de emmer met frustraties langzaam vol. De kans dat je ineens uitbarst en ruzie gaat maken wordt dan steeds groter. Sta dus op tijd bij je gevoelens stil. Ga bij jezelf na hoe je je voelt en waar dat door komt. Door dat in een vroeg stadium aan de ander te vertellen voorkom je verdere irritatie en geruzie dat niets oplost.
Leg uit wat het met je doet
Alleen de feiten noemen is niet genoeg. Als je met je confrontatie iets wilt bereiken, moet je uitleggen wat het gedrag of de gebeurtenis met je doet, hoe je je erdoor voelt, welk effect het op je heeft. Dan pas wordt het voor de ander duidelijk dat je je gehinderd voelt. Als je zegt: “Ik merk dat je vaak zit te neuriën onder het werk.” kan de ander zeggen; “Ja, leuk liedje is dat he, ik hoorde het pas op de radio.” Zo mis je je doel. Zeg dus: “Ik merk dat je vaak zit te neuriën onder het werk. Dat haalt me uit mijn concentratie en dan krijg ik mijn werk niet af.” Nu is duidelijk wat je probleem is.
Vraag om een reactie
Het belangrijkste onderdeel van een goede confrontatie is natuurlijk de confrontatie zelf. Je vertelt aan de ander hoe je ergens over denkt, waar je last van hebt, waar je mee zit, hoe bepaald gedrag op je overkomt. Maar minstens even belangrijk is de reactie van de ander. Vertel dus wat er aan de hand is, en vraag daarna hoe de ander daar over denkt. Hij kan zijn keuze of gedrag dan toelichten. Misschien ga je het daardoor beter begrijpen, en heb je er daarna geen last meer van, of je bedenkt samen een manier waarop je allebei tot je recht komt.
Confronteren heeft altijd zin! Ook als je frustratie niet direct opgelost kan worden, want de ander is nu op de hoogte van wat je stoort en hoe je je daardoor voelt. Dat heeft altijd invloed, hoe klein ook.