Beelddenken is woorden horen en zien met beelden

- Beelddenken is een gave
- Rond het vierde jaar
- Voordelen voor de beelddenker
- 5 tot 10% beelddenkers
- De basisschool
Beelddenken is een gave
Begripsdenken of woorddenken, volgt de structuur van de taal. Het vormt in gedachten woord voor woord de zinnen met ongeveer dezelfde snelheid als het gesproken woord. Gemiddeld spreekt iemand ongeveer 150 woorden per minuut zo’n twee-en-een-halve woorden per seconde. Beelddenken is een geleidelijk ontwikkelend proces. Het beeld ‘groeit’ naarmate het denkproces begrippen toevoegt. Deze manier van denken gaat veel sneller, vermoedelijk zelfs duizenden malen sneller, dan het woorddenken.Beelddenken gaat 30 keer sneller dan het woorddenken. Daardoor is het moeilijk te doorgronden en bij de beelddenker zelf heel gewoon, omdat het niet weet dat een ander iemand, anders ‘denkt’ en ervaart.
Rond het vierde jaar
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat ons brein rond het 4e jaar een voorkeur ontwikkelt voor:- het visuele leersysteem (beelddenken) of
- het verbale leersysteem (woorddenken)
Deze voorkeur bepaalt hoe wij voor de rest van ons leven informatie verwerven en verwerken.
De lege woorden voor een beelddenker
Er zijn woorden waar geen beelden bij horen. Denk onder aan de woorden als:
- de;
- een;
- het;
- die;
- dat;
- deze;
- dit;
- geen;
- omdat.
Een beelddenker onthoudt beelden. Hoe kun je een woord onthouden als er geen beeld bij hoort! Taal blijft dan een probleem voor de beelddenker wanneer niet geleerd is hoe de lesstof vertaald kan worden in beelden.
Voordelen voor de beelddenker
Wanneer de beelddenker (of ouders en leerkracht) weten dat het kind de voorkeur heeft aan beelddenken boven het talig denken en begeleid wordt, dan heeft het beelddenken een aantal positieve waardes waar het in het leven profijt van heeft. Namelijk:- Door de snelheid van de beelden in het hoofd overziet de beelddenker snel het geheel, het totaalbeeld. Bijvoorbeeld: het zien van een agenda van een vergadering geeft de antwoorden op alle agendapunten.
- beelddenkers zijn ruimtelijk. Zien de plaatjes multidimensioneel. In gedachten kunnen ze het voorwerp draaien, spiegelen en van alle kanten bekijken, zonder het voorwerp aan te raken. Oplossingen, die niet voor de hand liggen worden zo gegeven. Spiegelen (aan alle kanten kunnen bekijken) kan een groot voordeel zijn maar denkend aan de b is het ook verklaarbaar waarom beelddenkend basisschoolkinderen de d erin zien;
- beelddenkers hebben vaak een fotografisch geheugen. Herinneringen (neem een leerboek) worden opgeslagen als een beeld, als een foto. Bij een proefwerk kan het gebeuren dat de bladzijde terug komt in het hoofd als een foto (met het antwoord dus).
- het groeien van hun ontwikkeling gaat door beelden van situaties en gebeurtenissen, waardoor meerdere zaken tegelijk zichtbaar worden;
- beeldenkers nemen dingen vaak letterlijk. Door het beeld wat gevormd wordt is het moeilijk om de taal te begrijpen bij een spreekwoord en metaforen. Denk aan: de voorzitter ploegt door de vergadering en zie het beeld erbij horend;
- beelddenkers kunnen buiten kaders denken en dat maakt ze zeer creatief. Het lijkt op dagdromen, maar dat is het niet;
- de beelddenker heeft een sterk gevoel voor rechtvaardigheid. Als kind komt het op voor het gepeste kind. Als volwassene ‘ziet’ het de onrechtvaardigheid wereldwijd. De beelddenker is sociaal zeer bewogen. Heeft een groot inlevingsvermogen en denkt dat dit voor iedereen geldt;
- de beelddenker is emotioneel gevoelig en sfeergevoelig. Door het voelen en weten, maar niet kunnen noemen, ontstaan communicatieproblemen. Dit kan een emotionele kwetsbaarheid veroorzaken en nog meer moeite met onrecht;
- een beelddenker heeft vaak een jeugdiger voorkomen als wat de leeftijd doet vermoeden;
- een beelddenker is een slecht luisteraar. De oplossing ziet het vaak al, dus waar héb je het over. Het antwoord wordt dan meestal ook niet begrepen (alsof je Chinees praat).