Wat is een beelddenker?
Steeds vaker hoor je over ‘beelddenkers’ en inmiddels is gebleken dat de huidige manier van lesgeven niet altijd even goed aansluit bij de wijze waarop deze kinderen leren en de lesstof het beste tot zich kunnen nemen. Wanneer ben je een beelddenker? En hoe kan je je kind het beste ondersteunen als deze een beelddenker is?
Wat is een beelddenker?
De naam zegt het al. Een beelddenker denkt in beelden en/of gebeurtenissen. Hele jonge kinderen maken nog geen gebruik van taal zoals wij dat doen. Rond de drie/vier jaar gaat een kind pas in woorden denken. Sommige kinderen blijven in beelden denken, hun hersenen hebben voorkeur voor het visuele. Beelddenkers zijn vaak creatief (kunstenaars, architecten, cabaretiers et cetera). Ze hebben behoefte aan overzicht (het hele plaatje), zodat ze kunnen zien waar ze naar toe werken.
Dyslexie of leerachterstanden bij beelddenkers
De meeste mensen denken in woorden en hier is ons onderwijssysteem op afgestemd. Dit kan er toe leiden dat een kind dat in beelden denkt, de lesstof minder goed begrijpt en kan onthouden. Soms wordt er dan gedacht aan dyslexie (terwijl dit niet het geval is) of er ontstaat een achterstand. In het laatste geval blijkt bijles niet te helpen omdat de lesstof vaak op dezelfde wijze wordt gegeven als op school.
Visueel aanbieden van de lesstof
Voor beelddenkers is het belangrijk dat de lesstof visueel wordt aangeboden. Op deze manier kunnen zij de lesstof beter begrijpen en verwerken.
Hoe weet je of je kind (of jijzelf) een beelddenker is?
De makkelijkste manier om te testen of je kind een beelddenker is met het spellen van woorden. Beelddenkers kunnen woorden (mits goed en visueel aangeboden) makkelijk spellen van voor naar achter, maar ook van achter naar voren. Zij hoeven immers alleen maar het juiste woordbeeld op te roepen en dit van voor naar achter (of andersom) op te lezen.
Hoe kan je je kind ondersteunen?
Er zijn verschillende manieren waarmee je je kind kunt helpen;
- Het helpt beelddenkers als zij in gedachten kasten/kamers in hun hoofd maken waar zij alle informatie geordend kunnen opslaan. Op deze manier kunnen zij op het juiste moment het juiste beeld en dus de juiste informatie (antwoord) vinden.
- De informatie moet visueel gemaakt worden. Bij spelling betekent dit dat een kind woorden letterlijk in letters moet opslaan, zodat dit woord als het nodig is foutloos kan worden opgeschreven. Tafels moeten ook letterlijk opgeslagen worden.
- Lezen moet geoefend worden met de vinger (of een leespijl) erbij zodat letters niet omgedraaid worden tijdens het lezen (soep wordt poes of andersom).
- Maak een visuele weekplanning (school, sport, bso (buitenschoolse opvang), verjaardagsfeestje et cetera zodat je kind weet wanneer/welke dag wat gebeurt.
- Geef duidelijke korte opdrachten die overzichtelijk en uitvoerbaar zijn.
Is in beelden denken erfelijk?
Hoewel er nog geen onderzoek naar is gedaan lijkt er wel een erfelijke component te zijn. Veel ouders herkennen namelijk de manier van denken van zichzelf, hun partner en/of de andere kinderen in het gezin.