Gebarentaal: mythe en waarheid
Is gebarentaal universeel? Kunnen Doven ook liegen? Is gebarentaal bedacht? En hoe zien Doven hun zintuigelijke handicap? Dit soort vragen spelen bij mensen die niet veel van gebarentaal weten. Het is goed om te beseffen dat gebarentaal op dezelfde manier een taal is zoals gesproken taal en niet een soort afgeleide daarvan is.
Wanneer wordt verwezen naar Doven zal dit met een hoofdletter D worden geschreven om aan te duiden dat het hier om een groep mensen gaat met een eigen cultuur. Doof met een kleine d verwijst namelijk enkel naar de medische toestand van doofzijn.
Gebarentaal is universeel
Nee, Doven over de wereld kunnen elkaar niet per se direct begrijpen.
Er is niet één taal voor alle Doven, net zo min als er één taal is voor alle horenden. Zou het niet veel makkelijker zij als alle Doven één taal hadden? Waarschijnlijk wel, maar datzelfde geldt voor gesproken talen. Gebarentaal is onderdeel van de Dovencultuur net zoals de gesproken taal van een horende gemeenschap onderdeel is van die cultuur. Het is daarom nogal betuttelend om te stellen dat Doven één taal zouden moeten hebben, terwijl horenden dat niet hoeven.
Binnen één horende taalgemeenschap kunnen verschillende gebarentalen bestaan (bijvoorbeeld Nederlandse en Vlaamse Gebarentaal in Nederland en België), maar andersom kan er ook één gebarentaal zijn op een gebied met meerdere gesproken talen (bijvoorbeeld in India). En gebarentalen kennen ook dialecten.
De mythe berust wel enigszins op waarheid. Gebarentaal is een visuele taal en gebruikt de vorm van objecten om de betekenis over te brengen. En objecten hebben nu eenmaal vaker een vorm dan een geluid. Een gesproken taal is een stortvloed aan klanken die los staan van de betekenis (behalve onomatopeën), terwijl gebaren regelmatig (maar zeker niet altijd!) in verband staan met datgene waarnaar ze verwijzen. Een Nederlandse en Chinese Dove kunnen dus makkelijker een overeenstemming bereiken over de betekenis van een zin dan een horende Nederlander en Chinees.
Gebarentaal is bedacht
Gebarentaal is niet bedacht en al helemaal niet door horenden. Gebarentalen zijn
natuurlijke talen die ontstaan uit de behoefte aan communicatie. Net als gesproken talen zijn het levende talen die constant aan het veranderen zijn. Er is verder geen enkele reden waarom een auditieve taal beter zou zijn dan een visuele. Met een gesproken taal kun je telefoneren en praten in het donker, maar met een gebarentaal kun je in een lawaaiige omgeving praten en op grotere afstand van elkaar. Feit is slechts dat de meerderheid van de wereldbevolking horend is en daardoor is de samenleving beter toegerust op horenden.
In gebarentaal kun je niet alles zeggen
Deze mythe is onjuist om verschillende redenen. Allereerst hebben gebarentalen ook gebaren voor abstractere begrippen als hoop, liefde, vakantie, universiteit en droom.
Doven kunnen prima politieke discussies houden. Ten tweede zijn gebarentalen grammaticaal gezien gelijk aan gesproken talen dus kun je ook vragen stellen, ontkennen, voorwaarden stellen, praten over verleden en toekomst, liegen, grappen maken, enz. Binnen de Dovencultuur wordt ook
theater gemaakt en
poëzie voorgedragen. Ten derde kunnen gebarentalen ook woorden lenen uit andere talen. In geval van Nederlandse Gebarentaal zal dat meestal uit het Nederlands zijn. Met het handalfabet kan elk woord gespeld worden. Als dit leenwoord vaak genoeg gebruikt wordt, zal het uiteindelijk (in veranderde vorm) in de taal worden opgenomen. En ten vierde kunnen Doven ook fluisteren of schreeuwen door de gebaren kleiner dan wel groter te maken.
Doven zijn gehandicapt
Doven zien zichzelf absoluut niet als gehandicapt.
Niet kunnen horen, betekent natuurlijk niet dat deze mensen dom zijn. Doordat het hoger onderwijs niet of weinig is toegerust op Doven, hebben Doven soms wel minder onderwijs gehad. Maar in Amerika is er bijvoorbeeld Gallaudet, de dovenuniversiteit.
De beste manier om de situatie van een Dove uit te drukken, is zoals voorgesteld in een hand met gespreide vingers, waarbij de pink en ringvinger wel tegen elkaar zitten. De vingers stellen de vijf zintuigen voor. Doven hebben reuk, smaak en tast (duim, wijs- en middelvinger), maar gehoor en zicht (de ringvinger en pink) zitten aan elkaar vast. De hand is echter nog steeds heel en ongebroken. Het feit dat twee zintuigen aan elkaar vastzitten, betekent niet dat Doven iets missen.
Lees verder