De 5 zuilen van de Islam
Bij elke religie zijn er wel bepaalde kernpunten die iedereen kent, zoals het Wievl van Dharma in het Boeddhisme en de Tien Geboden in het jodendom en het christendom. Ook de islam kent een dergelijk lijstje van kernpunten: de Vijf Zuilen van de islam, soms ook de Vijf Zuilen van de Eredienst (arkan al- ‘ibada) genoemd. Deze ‘zuilen’ bieden een fundament en een structurele ondersteuning voor het geloof van de moslims: ze specificeren de vijf belangrijkste manier om God te vereren.
De eerste zuil: Shahada (geloofsbelijdenis)
Bij veel religies wordt de essentie van het geloof samengevat in een korte, op het oog eenvoudige verklaring, die echter een schat aan diepere betekenissen in zich brengt. In de islam is dit de geloofsbelijdenis of shahada. In deze verklaring (‘Ik getuig dat er geen andere God bestaat dan Allah en dat Mohammed de boodschappen van Allah is’) wordt samengevat wat het betekent een moslim te zijn. In tegenstelling tot veel andere religies zijn joden en christenen het eens over de verklaring ’Er is geen andere God dan God’. Vergelijkbaar met de Shahada is binnen het boeddhisme de leerstelling van de drie korven een basisprincipe.
Wie de uitspraak doet met de intentie een moslim te worden, wordt ook inderdaad een moslim. Moslims beschrijven dit als een ‘terugkeer’ tot de islam, omdat ze menen dat alle mensen oorspronkelijk moslims waren, die zich ten tijde van de schepping van Adam aan God hadden onderworpen.
De shahada wordt bij een groot aantal gelegenheden uitgesproken in verschillende variaties. De vader fluisterde de shahada bijvoorbeeld in het oor van zijn pasgeboren kind. Idealiter is de shahada het laatste woord dat een stervende moslims hoort. Vaak wordt de shahada gereciteerd door degenen die tijdens een uitvaart de kist dragen. De shahada is de basis van de oproep tot het gebed en wordt aan het einde van elk van de vijf dagelijkse gebeden uitgesproken.
De shahada geeft aan dat de islam geen prive-aangelegen is tussen de gelovigen aan God. Een moslim is verplicht te getuigen van zijn onderwerping aan God: met ander woorden om te doen wat christenen beschrijven als ‘evangelisatie’. Behalve het uitspreken van de shahada zijn er ook andere manieren om te getuigen van je geloof. Een moslim kan zijn leven offeren en sterven als martelaar voor de islam. Een dergelijke martelaar wordt een shahid (getuige) genoemd. Dit woord stamt af van hetzelfde Arabische woord als shahada.
Uitspraak van de shahada in het Arabisch
Toen de aartsengel Gabriel Mohammed opriep een profeet te worden en tegelijkertijd het eerste deel van de koran aan hem openbaarde, gaf hij Mohammed de opdracht te reciteren (=voor te dragen) en niet gewoon maar iets op te zeggen. Het in gebeden uitgesproken woord van de koran roept emoties op en resoneert met de ziel van de moslim.
Om een idee te krijgen van het belang dat in de islam aan het gesproken woord wordt gehecht, kun je eens proberen de shahada in het Arabisch uit je hoofd te leren en voor te dragen:
Ashadu al-la ilaha illa-Llah, wa ashha-du anna Muhammadar-rasul Allah
Maak je geen zorgen: je wordt niet meteen een moslim als je de shahada een paar keer in het Arabisch opzegt, tenzij dat uitdrukkelijk de bedoeling is. Voor alle rituele handelingen in de islam geldt dat de alleen geldig zijn wanneer gelovige eerst bewust zijn of haar intentie (niyya) uitspreekt om de desbetreffende handeling te verrichten.
De tweede zuil: Salat (gebed)
Het islamitische rituele gebed, dat bestaat uit een voorgeschreven reeks van woorden met bijbehorende lichaamshoudingen, is in de islam de belangrijkste manier om God te aanbidden. Het dagelijkse gebed speelt binnen de islam een dermate belangrijke rol dat men in sommige talen niet vraagt of iemand religieus is of in God gelooft, maar of iemand de salat uitvoert. Aangezien de moslim vijf keer per dag alle bezigheden onderbreekt om te bidden, wordt hij of zij er voortdurend aan herinnerd dat God voor alle andere beslommeringen komt. De salat is een voorgeschreven gebed, in tegenstelling tot de du’a: een vrijwillig gebed, waarin de gelovige kan bidden zoals hij of zij wenst. De salat is meer dan alleen een uitdrukking van het geloof. Het is ook een manier om het geloof vorm te geven en te verdiepen, een functie die het gebed in de meeste religies vervult.
Tijd om te bidden
Hoe weet een moslim wanneer het tijd is voor de vijf dagelijkse gebeden? De exacte tijd is afhankelijk van de geografische locatie en de tijd van het jaar. In islamitische landen wordt het juiste tijdstip aangegeven door de oproep tot het gebed, die vanaf de minaretten van de moskee over de daken van de huizen schalt. Het is een zeer karakteristiek geluid, dat de meeste niet-islamitische toeristen in moslimlanden nog lang bijblijft. In niet-moslim landen zijn gedrukte gebedsschema’s, computerprogramma’s en moslim-websites goede bronnen van informatie over de juiste gebedstijden. De vijf gebedstijden zijn als volgt:
- Kort voor onsopkomst (twee gebedscycli)
- Rond het middaguur (vier gebedscycli)
- In de middan (vier gebedscycli)
- Bij zonsondergang (drie gebedscycli)
- Tussen een uur na zonsondergang en middernacht (vier gebedscycli)
Onder bepaalde omstandigheden kunnen twee salats worden gecombineerd. Een overgeslagen salat kan later worden ingehaald. Aanpassingen zijn acceptabel in bepaalde situaties, zoals bij ziekte of het reizen met openbaar vervoer. Ongestelde vrouwen voeren de salat niet uit, omdat het menstruatiebloed de vrouw onrein maakt, net zoals de man onrein is na een zaadlozing.
Naast de voorgeschreven vijf salats per dag kan een moslim vrijwillig extra salats uitvoeren, alsmede speciale salats tijdens de tweede belangrijkste feestdagen (aan het eind van de maand ramadan en tijdens de haij), bij de begrafenissen en bij andere speciale gelegenheden.
Bidden alle moslims vijf keer per dag? Zeker niet, net zomin als alle christenen elke zondag naar de kerk gaan. Bovendien bestaan erop dit punt grote verschillen tussen de verschillende islamitische landen, tussen regio’s binnen een land en tussen de grote stad en het platteland. In de grote steden van Turkije bidt bijvoorbeeld slechts een klein deel van de mensen daadwerkelijk vijf keer per dag. De toename van de religiositeit binnen de islamitische wereld van de afgelopen 25 jaar heeft er echter wel voor gezorgt dat er tegenwoordig meer moslims zijn die de salat strikt uitvoeren dan vroeger.
In de traditionele biografie van Mohammed wordt uitgelegd waarom moslims vijf keer per dag moeten bidden. Tijdens de nachtelijke reis van Mohammed naar Jeruzalem en diens opstijgen tot voor de troon van God, zei God tegen Mohammed dat moslims vijftig keer per dag moeten bidden. Onderweg naar beneden kwam Mohammed Mozes tegen, die hem vroeg hoeveel dagelijkse gebeden God had voorgeschreven. Mozes zei dat de mensen nooit vijftig keer per dag zouden kunnen bidden en droeg Mohammed op om terug te gaan en God te vragen om een lager aantal op te leggen. Dit tafereel herhaalde zich een aantal malen, totdat het aantal gebeden was teruggebracht tot 5 en Mohammes niet nog een keer durfde terug te gaan om een verdere verlaging te vragen. God vertelde Mohammed dat een moslim die vijf keer per dag bidt, beloond zak worden alsof hij vijftig keer heeft gebeden.
De plaats om te bidden
Moslims kunnen de salat vrijwel overal uitvoeren. Op het juiste tijdstip stoppen de mensen met wat ze op dat moment aan het doen zijn en ze richten zich naar Mekka (in Saoedi-Arabie) om te bidden. De richting naar Mekka wordt qibla genoemd. In sommige hotelkamers vindt je stickers op de vensterbank waarmee in qibla wordt aangegeven.
Moskeeen worden zodanig gebouwd dat er altijd een muur is die naar de kant van Mekka gekeerd is (de qibla-muur). In de qibla-muur bevindt zich een halfronde gebedsnis, die de exacte richting naar Mekka en dus ook de richting voor het gebed aangeeft.
Voorafgaand aan de salat doen de gelovigen hun schoenen uit. Wanneer het gebed niet in een moskee plaats vindt, rolt de moslim een gebedsmatje uit. Meestal staat op deze mat een afbeelding van de Grote Moskee in Mekka, de heiligste moskee binnen de islam. Als er geen gebedsmat voorhanden is, kan een krant ook goede diensten bewijzen.
Het is goed mogelijk individueel te bidden, maar veel moslims geven er de voorkeur aan in de aanwezigheid van andere moslims te bidden. Men stelt zich op in keurige rijen en er is iemand ie vooran staat en de functie van gebedsleider (imam) vervult. Een vrouw kan optreden als imam voor andere vrouwen, maar niet voor andere mannen.
Oproep tot gebed (adhan)
Elk tijdstip voor het gebed wordt aangekondigd met de gebedsoproep. Wie ooit in een islamitisch lang is heweest of op televisie een documantaire over de islam heeft gezien, heeft ongetwijfeld de adhan gehoord. Vroeger beklom de muezzin (degene die de gebedsoproep doet) zo’n 15 minuten voor aanvang van het eigenlijke gebed een miranet, een hoge toren bij de moskee, om van daaruit de oproep te doen.
Er bestaan nog altijd muezzins, maar de oproep klinkt tegenwoordig meestal vanaf een cassettebandje of cd uit luidsprekers die aan een miranet of op het dak van een hoog gebouw zijn bevestigd. Binnen de moskee wordt de gebedsoproep herhaald in een aangepaste vorm (iqama), die eindigt met de woorden ‘het gebed is aangevangen’ om het eigenlijke begin van het salat-ritueel aan te geven.
De eerste Rak’a
Afhankelijk van het tijdstip van het gebd bestaat het gebedsritueel uit twee, drie of vier gebedscycli (rak’a). Elke cyclus bestaat uit een aantal voorgeschreven bewegingen met bijbehorende woorden. In de loop van de dag voert de gelovige tijdens de vijf verplichte gebeden in totaal minstens 17 rak’as uit. Wanneer de salat wordt voorgegaan door een imam, wordt het grootste deel van de teksten door de gelovigen in stilte of op fluistertoon uitgesproken. Nadat elke gelovige expliciet zijn intentie om te bidden heeft uitgesproken, bestaat elke rak’a in grote lijnen uit de volgende stappen:
- Staande met de voeten enigsinds uit elkaar, brengt de moslim zijn handen naar zijn hoofd en met de handpalmen naar buiten en naar voren gericht reciteert hij of zij de takbir (‘God is groot’). Daarna worden de handen naar beneden bewogen en vervolgens wordt de eerste soera (de fatiha) uitgesproken, gevolgd door een andere passage uit de koran.
- Vooroverbuigend en met de handen op de knieen zegt de gelovige drie keer ‘Ere aan God de Almachtige’.
- Overeind gekomen zegt de gelovige vervolgens ‘God hoort hen die Hem loven. O onze God, U zij geprezen’, gevolgd door een takbir.
- De gelovige knielt nu neer en raakt daarbij de grond aan met het voorhoofd en de beide vlakke handpalmen. Nu volgt drie keer ‘Mijn Heer zij geprezen. De Allerhoogste; hij zij geprezen’ en nog een takbir.
- De gelovige gaat nu overeind zitten met het linkerbeen onder zich opgevouwen en het rechterbeen van de knie tot de voet recht naar achteren gestrekt, waarbij de tenen de vloer raken en de hiel overeind staat. Sommige verzoeken nu om vergeving van de zonden, en iedereen spreekt nog een takbir uit.
- Ter afsluiting van de rak’a knielt de gelovige nogmaals neer met het voorhoofd en de handpalmen vlak op de grond, waarna hij of zij terugkomt in een zittende houding.
De derde zuil: Zakat (religieuze belasting)
In elke religie worden de gelovigen aangemoedigd om aan liefdadigheid te doen en op die manier religieuze en sociale dienstverlening en onderwijs te ondersteunen. In de islam is deze liefdadigheid geinstitutionaliseerd in de vorm van de zakat, een verplichte belasting die elke moslim ieder jaar moet betalen. De details zijn vrij gecompliceerd, maar de basisheffing bedraagt 2,5 procent van alle liquide middelen en inkomsten gegenererende bezittingen. Er zijn speciale heffingen op vee en landbouwproducten. Er wordt geen zakat geheven op woningen en eenvoudige, noodzakelijke persoonlijke bezittingen. Wanneer iemands ‘zakatbaar inkomen’ beneden de bepaalde grend ligt (de nisab), hoeft deze persoon geen zakat te betalen. Volgens een bepaalde definitie van de nisab is deze gelijk aan de waarde van drie ons goud, tegenwoordig een kleine duizend euro. Op islamitische websites en in speciale publicitaties kan de gelovige informatie vinden om zijn persoonlijke zakat-verplichtingen te berekenen. De plaatselijke moskee en andere islamitische organisaties kunnen behulpzaam zijn bij het innen en verspreiden van de zakatgelden. De zakat wordt traditioneel gebruikt om armen en zieken te ondersteunen, het islamitische geloof te verspreiden, gevangenen en islamitische slaven vrij te kopen, reizigers te helpen, schuldenaar bij te staan en de islam te verdedigen.
O, gij die gelooft, geeft van de goede dingen weg, die gij hebt verdiend en van hetgeen. Wij voor u uit de aarde voortbrengen en zoekt niet hetgeen slecht is, om ervan weg te geven.
Aanvullende, vrijwillige giften of aalmoezen (saqada) worden aanbevolen als tekenen van liefdadigheid en vroomheid. Deze giften staan verder geheel los van de zakat-verplichtingen. Welvarende moslims richten vaak liefdadigheidsorganisaties op, bij leven of per testament. Deze organisaties richten zich doorgaans op specifieke doelen, zoals hulp aan armen of ondersteuning van moskeeen, ziekenhuizen, madrasas (islamitische scholen) of gasthuizen voor reizigers.
De vierde zuil: Saum (Reflectie van vasten)
De islam legt normaal gesproken geen nadruk op overdreven ascetisme of zelfonthouding. God heeft de fysieke wereld en het menselijk lichaam geschapen om ervan te genieten. De verlossing wordt niet bereikt door ontkenning van eigen fysieke behoeften, zoals lekker eten of seks. Het genieten van de fysieke wereld moet echter wel met mate geschieden.
Oorspronkelijk vond het vasten (saum) plaats op de tiende van de maand muharram, de eerste maand van de islamitische kalender. Deze dag geldt nog steeds als een dag waarom veel moslims vrijwillig vasten. Na de vestiging van de islamitische gemeenschap in Medina werd geopenbaard dat de maand ramadan (de negende maand) de vastenmaand is. Net zoals alle andere maanden begint de ramadan bij zonsopkomst na de eerste waarneming van de nieuwe maan (hilaf) aan het einde van de voorgaande maand, sha’ban.
De exacte berekening van het begin van de nieuwe maand is vooral belangrijk voor de ramadan en de daarom volgende maand (shawwal), omdat het vasten nu eenmaal begint op de eerste dag van de ramadan en eindigt op de laatste dag van de ramadan. Moslims, die al in de middeleeuwen op het gebied van astronomie en wiskunde veel verder waren ontwikkeld dan Europa, weten al lang dat de datum van de nieuwe maan via astronomische berekeringen kan worden vastgelegd. Maar toch wordt een fysieke waarneming door een betrouwbare getuige nog altijd gehanteerd als uitgangspunt voor het begin van een nieuwe maand. In verschillende westerse landen bestaat een commissie met vertegenwoordigers uit verschillende islamitische organisaties, die meldingen en vervolgens het begin en einde van de ramadan aankondigt.
Van zonsopkomst tot zonsondergang
Tijdens de ramadan vasten moslims van zonsopkomst (het tijdstip waarop het morgenlicht voor het eerst krachtig genoeg is om een witte draad van een zwarte te kunnen onderscheiden) tot zonsondergang.
Vasten houdt in:
- Niets eten
- Niets drinken
- Geen geslachtsgemeenschap
- Niet roken
Islamitische rechtsgeleerden hebben tot in detail vastgelegd wat wel en geen schending van het vasten inhoudt. Je behoort bijvoorbeeld overdag geen medicijnen te slikken, maar je mag wel een injectie krijgen. Van zwangere of borstvoedende vrouwen, chronisch zieken of verstandelijk beperkten wordt niet verwacht dat ze vasten. Soms stopt iemand noodgedwongen met vasten voordat de ramadan voorbij is, maar dan moeten de ontbrekende dagen het volgende jaar worden ingehaald. Ongestelde vrouwen, zieken en reizigers op een lange reis kunnen of moeten de vastentijd uitstellen, maar ze halen de gemiste dagen dan later in. Kinderen beginnen geleidelijk aan met vasten. In het begin vasten ze maar enkele dagen, waarna de periode langzaam wordt verlengd, totdat ze de gehele maand ramadan vasten.
Niet iedereen houdt zich aan de voorschriften. In sommige islamitische landen probeert de staat of een vrijwilligersorganisatie iedereen ertoe aan te zetten om in ieder geval in het openbaar te vasten (dit geldt niet voor niet-islamitische toeristen). Thuis houdt lang niet iedereen zich strikt aan de vastenregels. In andere islamitische landen, zoals bijvoorbeeld in Turkije, zijn in de grote steden degenen die vasten in de minderheid. De meeste restaurants zijn gedurende de ramadan dan ook gewoon open.
Een dag in de ramadan
De manier waarop de vastenmaand wordt beleefd, verschilt enigszins van land tot land, maar de volgende beschrijvingen geeft een goede algemene indruk. Moslims beeindigen het vasten zo spoedig mogelijk na zonsondergang, bijvoorbeeld door een dadel te eten. De hoofdmaaltijd volgt later op de avond, en soms nog een lichte maaltijd in de nanacht of vroege ochtend, voordat de volgende dag van vasten begint. Het is niet de bedoeling ’s avonds overmatig te eten om de gemiste maaltijden van overdag in te halen.
De vastenmaaltijd draait niet alleen om onthouding van eten, drinken en seks. De avond is een tijd van ontspanning, wederzijdse bezoeken, gebed en koranrecitatie. In gedrukte koran is de tekst vaak in dertig delen onderverdeeld, zodat iemand elke dag van de ramadan een deel kan lezen. In de avondlucht is het geluid van koranrecitaties overheersend. Vrome moslims verrichten soms een extra salat die bestaat uit twintig rak’as, na het vijfde voorgeschreven gebed. Sommige gaan ’s avonds naar de moskee, met name tijdens de laatste tien dagen van de maand. Op een oneven dag van de laatste tien dagen heeft de Lailat al-qadr (nacht van de macht) plaatsgevonden, waarin Mohammed de eerste openbaring ontving. Door tijdens de ramadan uit de koran voor te dragen, wordt herdacht dat de koran als geschenk aan de moslims werd gegeven.
O, gij gelovigen! Het vasten is u voorgeschreven, zoals het degenen die voor u waren was voorgeschreven, opdat gij vroom zult zijn en uzelf zult leren beheersen. Voor een zeker aantal dagen zult gij vasten. De maand ramadan is die, waarin de Koran als een richtsnoer voor de mensen werd nedergezonden.
De gelovige begint de dag door de intentie uit te spreken om te vasten. Tijdens de dag gaan de normale dagelijkse verplichtingen gewoon door; de vastentijd is geen vakantie of religieuze retraite. Maar het tempo van het leven van alledag ligt tijdens de ramadan wel wat lager. Doordat de islamitische kalender een maandkalender is, duurt een islamitisch jaar iets korter dan een jaar volgens de westerse zonkalender. Hierdoor valt de maand ramadan elk jaar iets vroeger in het seizoen, zodat de vastenperiode in de loop van de tijd alle seizoenen doorloopt. In de winter zijn de dagen korter en valt het vasten minder zwaar, maar in de hitte van de zomer kan de dag soms meer dan 18 uren duren, gedurende welke de gelovige niet geacht wordt zelfs maar een druppel water te drinken.
De betekenis van het vasten
Westerlingen zien soms alleen de praktische uitvoering van de islamitische geloofsrituelen en realiseren zich dan niet dat dit alleen maar een vertrekpunt is. De betekenis van de saum en de maand ramadan kan op drie niveaus worden bekeken:
- Praktisch niveau: niet eten, drinken, roken of vrijen.
- Moreel niveau: tijdens het vasten probeert de gelovige ook zonden zoals liegen, lasteren en boosheid te vermijden. Door te vasten worden de moslims zich daarnaast beter bewust van de ontberingen die de armen het hele jaar moeten doorstaan, zodat ze zich beter in hun situatie kunnen inleven en eerder geneigd zullen zijn hun welvaart te delen met anderen.
- Spiritueel niveau: door zich tijdens de ramadan niet te laten afleiden door allerlei nevenzaken, zijn moslims zich beter bewust van God als de ultieme realiteit. Molsims ervaren tijdens de ramadan een nabijheid tot God die intenser is dan gedurende de rest van het jaar.
Het volgen van de Ramadan is een vron van zegen, geen beproeving. Volgens de overleveringen zijn tijdens de ramadan de poorten van de hemel geopend en die van de hel gesloten, terwijl Satan vastgeketend is. Vasten tijdens de ramadan is dertig maal waardevoller dan vasten op andere tijdstippen. De grote islamitische theoloog al-Ghazali stelde da vasten tijdens de ramadan een kwart van het geloof uitmaakt.
Het einde van de ramadan
Wanneer de avond van de 29ste dag van de ramadan invlalt, wachten de moslims gespannen af of de nieuwe maan wordt waargenomen, ten teken dat de ramadan ten einde is en een van de twee grootste feesten van de islamitische kalender begint: ‘id al-fitr. Dit feest, het breken van het vasten, wordt ook wel Suikerfeest genoemd en duurt drie dagen. Op de eerste dag is er een speciale salat met preek in de moskee. Molsims schenken een extra zakat (zakat al-fitr) rechtstreeks aan de armen. In sommige landen worden door rijke individuen of door organisaties grote tenten ingericht, waar de armen uit de buurt gratis kunnen komen eten. Mensen bezoeken vrienden en familie of de graven van overledenen, wisselen kleine geschenken uit en bereiden speciale maaltijden, die gezamenlijk worden gegeten.
De vijfde zuil: Haij (Bedevaart naar Mekka)
Zelfs mensen die nog nooit van de islam gehoord hebben, gebruiken het woord ‘Mekka’ als een synoniem voor het allerhoogste doel, bijvoorbeeld: ‘Wimbeldon is het mekka van de tennissport’. De bedevaart naar Mekka (haij) duurt van de 8e tot en met de 12e van de laatste maand (Dhul-hijja) van het islamitische jaar. Sommige pelgrims vertrekken al enkele maanden van tevoren, zodat ze langer in de heilige steden kunnen verblijven. Tegenwoordig maken elk jaar meer dan twee miljoen mensen deze pelgrimstocht. De zorg voor al deze pelgrims (voedsel, onderdak, transport en sanitaire voorzieningen) vormt een aanzienlijke logistieke uitdaging voor de Saoedische overheid.
Het voorschrift is dat elke moslim de haij eenmaal in zijn of haar leven maakt, maar alleen indien hij of zij hiertoe in staat is. Het is niet de bedoeling dat een moslim zich in de schulden steekt of het materiele welzijn van zijn gezin in gevaar brengt om de haij te kunnen volbrengen. Het volbrengen van de haij verleent iemand binnen de islamitische gemeenschap een hoog aanzien. Een man die de haij heeft volbracht, krijgt de eretitel hajji, terwijl een vrouw zich hajja mag noemen.
De bedevaart naar Mekka was al vanaf het allereerste begin van de islam een belangrijke onderneming, zoals blijkt uit soera 22:27-29:
En verkondig de bedevaart aan de mensen. Zij zullen te voet tot u komen, of op kamelen die vermagerd zijn door de lange reis langs bergpaden en diepe ravijnen, (…) Laat hen dan de voorgeschreven rituelen uitvoeren, hun geloften vervullen en een omgang maken tond het Oude Huis (de Ka’ba).
Het middelpunt van de wereld
Waarom zijn Mekka en de haij zo belangrijk in de islam? Mekka was al voor de komst van de islam een belangrijk heiligdom voor de Arabieren, en bepaalde belangrijke onderdelen van het haij-ritueel dateren nog van voor Mohammes. Vanwege de oorlog tussen de nog jonge moslimgemeenschap in Medina en de stad Mekka konden de moslims in eerste instantie de haij niet volbrengen. Na de islamitische verovering van Mekka in 630 was de eerste daad van de moslims het zuiveren van de Ka’ba (het aloude heiligdom in Mekka) van de vele afgodenbeelden. Kort voor zijn dood in 632 maakte Mohammed zijn afscheidsbedevaart naar Mekka. Deze bedevaart vormt sindsdien een voorbeeld, dat de latere pelgims proberen na te bootsen.
De Ka’ba (letterlijk: Kubus) is een eenvoudige kubus van steen en marmer met een grondvlak van 10 bij 13 meter en een hoogte van 16 meter. De Ka’ba is bedekt met een zwart doek, waarop een strook met verzen uit de koran is geborduurd in goud. Deze doek wordt elk jaar vervangen. Op de zuidoostelijke hoek van de Ka’ba bevindt zich op een hoogte van zo’n anderhalve meter boven de grond een heilige Zwarte Steen (ongeveer 27 bij 37 cm) in een zilveren frame. Links van de Zwarte Steen, in het midden van de oostelijke muur, bevindt zich een deur, die toegang biedt tot de lege ruimte binnen de Ka’ba. Het centrum van de Ka’ba vormt het punt waarheen de moslims zich tijdens hun gebed richten. Binnen de Ka’ba mag men in elke gewenste richting bidden. De Ka’ba staat op de grote, open binnenplaats van de Grote Moskee (al-Masjid al-Haram).
Volgens de koran werd de eerste Ka’ba gebouwd door Adam. Later werd de Ka’ba herbouwd door Abraham en diens zoon Isma’il. Door de haij uit te voeren herhalen moslims niet alleen de laatste pelgrimstocht van Mohammes, maar herdenken ze ook bepaalde gebeurtenissen uit het leven van Abraham. Volgens een hadith viel de Zwarte Steen uit de hemel, waarop Adam deze in de eerste Ka’ba plaatste. Later zou de aartsengel Gabriel de steen tevoorschijn halen uit de plaats waar deze verborgen was, om de steen vervolgens aan Abraham te overhandigen, zodat deze de Zwarte Steen in de inmiddels herbouwde Ka’ba kon plaatsen. Volegsn een andere hadith was de steen oorspronkelijk wit, maar is deze zwart geworden vanwege de zonden van de mensheid. De Ka’ba wordt ook het Huis van God genoemd en moslims geloven dat de Ka’ba een replica is van het huis van God in de hemel. Wanneer de gelovigen virkelbewegingen rond de Ka’ba maken, bootsen ze de bewegingen na van de engelen die voortdurend rond de troon van God cirkelen.
De verloop van de Haij
Moslims die de haij willen volbrengen, reizen in groepsverband met een islamitische reisorganisatie uit hun eigen land. Na aankomst in Saoedi-Arabie wordt aan elk gezelschap een gids toegewezen, die de moslims helpt bij het verrichten van de verschillende activiteiten van de haij.
Zelfinwijding: ihram
De haij begint wanneer de pelgrim zijn of haar normale levenswijze achter zich laat en zichzelf in een gewijde toestand (ihram) brengt. De meeste pelgrims arriveren op het vliegveld van Jeddah en gaan daar in ihram, als de dat niet al in het vliegtuig of op de luchthaven van vertrek hebben gedaan. Hiertoe voeren ze eerste een rituele wassing (ghusl) uit om zichzelf rein te maken. Hierbij wordt het hele lichaam gewassen. Vervolgens spreekt de pelgrim de intentie uit om de haij te volbrengen. Mannen dragen eenvoudige witte, ongestikte kleren. Voor vrouwen is geen speciale kleding voorgeschreven, maar in de praktijk bedekken ze hun haar en dragen ze geen sluier, sieraden of parfum. Aangezien gestikt textiel en volgens sji’ieten ook lederen voorwerpen niet toegestaan zijn, dragen sommige pelgrims plastic sandalen en een plastic riem voor het opbergen van geld en reispapieren. Het is niet langer mogelijk om iemands financiele situatie aan het uiterlijk af te lezen: allen staan als gelijken voor God. Zolang ze in ihram zijn, mogen moslims hun haar of nagels niet knippen en geen geslachtsgemeenschap hebben. Nu zeggen de pelgrims de tabiya, een gebed dat ze de komende week nog vaak zullen herhalen:
labbayk allahumma labbayk. (‘Hier ben ik, miijn God, hier ben ik’)
Omcirkelen van de Ka’ba: tawaf
Na zelfreiniging en het binnentrekken van Mekka, cirkelen de pelgrims zeven keer tegen de richting van de klok rond de Ka’ba. Dit omcirkelen (tawaf) geeft uidrukking aan de eenheid van God (tawhid). Iedereen probeert de Zwarte Steen aan te raken, maar voor de meesten is niet meer weg gegeld dan een gebaar in de richting van de steen. Om te voorkomen dat men zou kunnen denken dat moslims een stuk steen aanbidden, wordt in een van de hadiths gemeld dat de kalief ‘Umar het volgende heeft gezegd: ‘Ik weet dat guh slechts een steen bent, die niet het vermogen heeft om goede of slechte zaken te doen. Als ik niet gezien had dat de profeet u kuste, zou ik u niet willen kussen.’ Na de tawaf spreekt de pelgrim een persoonlijk gebed uit op een plek tussen de Zwarte Steen en de ingang van de Ka’ba.
Een paar stappen naar het noordoosten verrichten de pelgrims een salat die uit twee rak’as bestaat. Op deze plek stond Abraham toen de Ka’ba werd gebouwd. Vervolgens drinken de pelgrims uit de Zamzambron. Terwijl Hagar, de vrouw van Abraham en de moeder van Isma’il, wanhopig heen en weer rende om water te vinden omdat ze anders zouden omkomen van de dorst, stampte de kleine Isma’il met zijn voet op de grond. Ter plekke borrelde vers drinkwater omhoog, waarbij een gorgelend geluid klok: ‘zam zam zam’. Pelgrims nemen flesjes met Zamzam-water mee naar huis, waar het wprdt gedeeld met familie en vrienden. Tegenwoordig dalen de pelgrims een trap af naar een kelderruimte, waar gefilterd Zamzam-water uit een aantal kranen stroomt. Ten slotte lopen en rennen de pelgrims zeven keer heen en weer tussen de heuveltjes Safa en Marwa, ter herdenking van Hagars zoektocht naar water. Dit ritueel wordt de sa’y genoemd. Sinds de reconstructie van de Grote Moskee in de jaren 1970 bevindt dit parcours van ongeveer 300 meter zich binnen de muren van de moskee.
Staan op de vlakte Arafat: wuquf
Voor de nacht valt, vertrekken de pelgrims naar het dorp Mina op ongeveer acht kilometer van Mekka, waar de nacht wordt doorgebracht. Sommigen brengen de nacht door op de vlakte van Arafat, zo’n twintig kilometer ten zuidwesten van Mekka. De volgende dag, op de 9e van de maand, verblijven ze van het middaguur tot zonsondergang op de vlakte Arafat of op de lage ‘genadeberg’, van waaraf Mohammed tijdens zijn afscheidsbedevaart gepredikt heeft. Tegenwoordig wordt op warme dagen de temperatuur op de vlakte binnen de perken gehouden door een fijne mist van water, geproduceerd door sprinklers die op hoge palen zijn gemonteerd. Het staan op de vlakte Arafat (wuquf) biedt een voorproefje van de dag des oordeels, waarop moslims die de haij hebben volbracht volgens bepaalde tradities zullen aantreden in hun haij-kledij. Deze dag vormt het hoogtepunt van de bedevaart.
Einde van de bedevaart
De laatste drie dagen van de haij, de elfde, twaalfde en dertiende van de maand dhul-hijja, worden de Dagen van het Drogende Vlees genoemd. De overgebleven pelgrims wepen op elk van deze dagen zeven kiezelsteentjes naar elk van de drie pilaren in Mina. Een modern bouwwerk van twee verdiepingen verschaft ruimte aan de grote aantallen pelgrims die aan dit ritueel deelnemen.
De pelgrims kunnen de haij op de twaalfde dag beeindigen. Tijdens deze periode wordt er een nieuwe doek over de Ka’ba aangebracht. Voordat ze Mekka verlaten, maken de meeste pelgrims nog een afscheidsronde rond de Ka’ba (tawaf al-wada), waarbij ze een afscheidsgebed uitspreken: ‘O Heer, laat dit niet mijn laatste bezoek aan Uw Huis zijn, en geef mij de kans hier steeds weer opnieuw terug te keren.'