De islam (religie)
De islam is een monotheistische godsdienst. Het geloof in Allah staat centraal. Er zijn verschillende hoofdstromingen binnen de religie, namelijk de soenna en de sji'a (soennieten en sjieten). Belangrijke bronnen zijn de koran en de hadith, waarin verhalen over de profeet Mohammed staan opgetekend. Een belangrijk begrip voor moslims zijn de "vijf zuilen".
Betekenis Islam
Islam betekent “overgave” aan Allah, de barmhartige erbarmer. De letters s l m vormen ook het woord salam, dat vrede betekend. Het gaat erom dat je vrede vindt in de overgave aan (de wil van) God. Mensen die deze weg volgen, heten moslims. De Islam ziet zichzelf als terugkeer naar de oorspronkelijke ware godsdienst, die telkens weer misvormd is.
Oorsprong
Mohammed is omstreeks 570 in mekka geboren. Hij kreeg een profetische roeping van Allah. Het gaat vooral om drie dingen.
- Het geloof in de ene god en afwijzing van allerlei andere goden en godinnen.
- Oproep tot rechtschapenheid en plichten ten opzichte van God en de medemensen.
- Het laatste oordeel.
Hoofdstromingen
Twisten over de opvolgen van Mohammed na zijn dood, hebben geleid tot het ontstaan van twee hoofdstromen in de Islam:
- De soenna (= voorbeeld van de profeet): degene die naar Arabische traditie de opvolgers aanwijzen in democratisch overleg tussen de stamvertegenwoordigers.
- De sji’a (= partij): de legitimisten die tegen het beginsel van verkiezingen waren, omdat zij de erfopvolging als goddelijk recht zaken. De sji’ieten vinden we tegenwoordig vooral in Iran en Zuid-Irak
Er is strijd tussen deze stromingen.
De bronnen: koran en hadith
Twee bronnen spelen een grote rol in het leven van de moslims: de koran en de kadith. Op vooral deze twee bronnen wordt de sjari’a, de gedragsleer, gebaseerd.
Koran
Koran is het centrale heilige boek. De oorspronkelijke schrijfwijze, Qur’an, betekent reciet. De koran bestaat uit 114 soera’s (hoofdstukken) van verschillende omvang. In de Islam is het Woord van God “boek” geworden. De koran neemt de plaats in die Jezus inneemt in het christendom. In de koran vindt je veel verwijzingen naar teksten en verhalen uit de bijbel.
Hadith
Bij hadiths gaat het om verhalen over woorden en daden van Mohammed en soms ook andere profeten die niet in de koran zijn opgenomen. De hadiths en de koran vormen de basis voor de sjari’a.
Grondslagen van de islam: de vijf zuilen
Het religieuze leven van de moslims wordt voor een belangrijk deel gevormd door de vijf zuilen: de geloofsbelijdenis, het rituele gebed, de materiële hulp, het vasten en de bedevaart.
Geloofsbelijdenis – shahada
De shahada houdt in: Er is geen god dan Allah (God) en Mohammed is Zijn dienaar en boodschapper. Wie deze geloofsbelijdenis uitspreekt, sluit zich aan bij de oemma, de moslimgemeenschap. Grote eerbied is erg belangrijk. Kritiek op Mohammed wordt niet getolereerd.
Het rituele gebed – salat
Iedere moslim moet vanaf zijn pubertijd vijfmaal per dag op vastgestelde tijden het rituele gebed verrichten, in de richting van mekka. Op vrijdagmiddag gaan moslims bij voorkeur naar de moskee om gezamenlijk het middaggebed te doen. Vrouwen zijn niet verplicht om naar de moskee te gaan, hoewel er wel een aparte gebedsruimte is voor vrouwen. Zij mogen ook in huis bidden. De salat is een ritueel gebed. Daarnaast kennen moslims andere rituele gebeden.
Armenzorg – zakat
Zakat betekent “zuivering”. De moslim moet geld geven een de armen, om precies te zijn 2,5% van hun inkomen. Op de dag van het oordeel moet de moslim verantwoording afleggen voor het verrichten van de salat en de zakat.
Vasten – saum
In de negende maand van de islamitische jaartelling moeten moslims vasten. Het gaat vooral om de innerlijke zuivering voor God en de solidariteit met medemensen, vooral armen en gasten. De ramadan is de vastenmaand, omdat Mohammed in die maand voor het eerst de openbaring van God ontving. Vasten is verplicht vanaf de pubertijd. Na de vastenmaand volgt het Suikerfeest, een feestelijk festijn, waarin allerlei zoetigheden worden genuttigd.
De bedevaart – hadj
Iedere moslim wordt gedacht een keer in zijn of haar leven de bedevaart naar Mekka te maken. Twee onderdelen spelen een grote rol, namelijk het verblijf op de vlakte van Arafat (waar Mohammed zijn afscheidspreek heeft gehouden) en het zevenmaal rondlopen om de Kaaba tegen de klok in. Op de tiende dag vindt het offerfeest plaats. De bedevaart wordt afgesloten met een bezoek aan de moskee en het graf van de profeet in Medina. Wie de bedevaart heeft volbracht, wordt “hadji” genoemd.
Sjari’a – het rechtssysteem
De sjaria is het rechtssysteem. Religie en politiek horen bij elkaar, volgens moslims. De sharia is heilig. Goed en kwaad worden ook bepaald door de begrippen “halal” (toegestaan) en “haram” (verboden). Daarnaast spelen rein en onrein een belangrijke rol.
Jihad
De “jihad” heeft vier betekenissen. Het is inspanning en ijver voor de zaak van God, de jihad als strijd tegen alle slechte neigingen en strevingen die in je eigen hart opkomen, de militaire betekenis en alle strijd tegen ongelovigen. De laatste strijd wordt door moslimfundamentalisten gevoerd.