Waarnemen, kijken of zien?

Waarnemen, kijken of zien? We kijken naar voorwerpen of we zien voorwerpen. Is kijken en zien wel hetzelfde? Wanneer je dit aan een kunstliefhebber vraagt, zal hij je waarschijnlijk vertellen dat er een verschil bestaat tussen kijken en zien. Ook in de psychologie is er verschil tussen kijken en zien. Kijken is het waarnemen van iets en zien is weten wat er wordt waargenomen. Zodra je ogen open zijn neem je dingen waar. De opmerking ‘in het niets staren’, is dan ook figuurlijk bedoelt. We nemen altijd wel iets waar.

Stimuli van de ogen

In de psychologie noemt men de prikkels die ontvangen worden door onze ogen, stimuli. Het Latijnse woord stimulus betekent eenvoudig, prikkel. Wanneer onze ogen open zijn ontvangen ze allerlei stimuli. Stimuli van voorwerpen, licht en donker, beweging en kleuren. Meestal is het beeld dat we hebben van de omgeving, driedimensionaal. Dat wil zeggen dat we diepte waarnemen in wat we zien. Doordat we uit al die stimuli een geheel samen kunnen stellen, bestaat elk object niet meer uit losse deeltjes, maar wordt een geheel dat iets voorstelt. Om dat te kunnen doen is het nodig dat we diepte en bewegingen waarnemen. Doordat we bepaalde patronen waarnemen en deze kunnen organiseren ontstaat er een beeld dat betekenis heeft voor ons. De wijze waarop wij door middel van de stimuli te organiseren een geheel kunnen maken uit patronen, noemt men perceptie. Door gebruik te maken van het geheugen, kennis en ervaring, kunnen we de dingen die we waarnemen benoemen.

Afstand en diepte inschatten

Het is erg belangrijk om afstand, diepte en beweging in te kunnen schatten. Zonder deze vaardigheden zouden we bijvoorbeeld niet kunnen fietsen, lopen, zwemmen, autorijden en staan. We zouden omvallen, overal tegen aan botsen en te ver de zee in zwemmen zodat we niet terug kunnen komen. Iedereen heeft een dominant oog dat is het oog wat we gebruiken om te richten. Om erachter te komen welk oog dominant is, is de volgende eenvoudige test te gebruiken: Wijs met je vinger naar een voorwerp in verte, daarbij heb je beide ogen open. Houd je vinger op de plek die je al aanwees en sluit om de beurt je linker- en je rechteroog. Wanneer je met een bepaald oog kijkt en je vinger wijst nog steeds naar het voorwerp, dan is dat je dominante oog, want als je met het andere oog kijkt zie je dat je vinger en het voorwerp een eind uit elkaar staan. Je dominante oog is dus je ‘richtoog’. Om die reden kun je beter geen auto rijden wanneer een van je ogen niet naar behoren werkt.

De perceptie van afstand en diepte

Het is altijd fijn te weten wanneer je moet stoppen met rennen als er een muur voor je opdoemt. Ook als je in je auto zit en er komt een rood stoplicht in zicht, is het prettig als je weet wanneer je het best kan beginnen met remmen. Met andere woorden het kunnen inschatten van afstand is noodzakelijk om niet met je gezicht tegen een muur op te rennen of om ver voor, of achter een rood stoplicht tot stilstand te komen. Het is opmerkelijk dat we afstanden zo goed kunnen inschatten. Er komt namelijk een tweedimensionaal beeld binnen op ons netvlies, maar om afstand te kunnen inschatten hebben we de waarneming van diepte nodig en diepte is driedimensionaal. Er is behoorlijk wat onderzoek gedaan naar de perceptie van de mens. Het blijkt dat de aanwijzingen die we via de ogen binnenkrijgen bepaalde kenmerken bezitten waardoor we informatie krijgen over afstanden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de afstandsaanwijzingen die we krijgen wanneer we met twee of met een oog kijken. Er zijn namelijk afstandsaanwijzingen die men alleen met twee ogen kan zien. Dit noemen we binoculaire afstandsaanwijzingen.

Afstandsaanwijzingen met twee ogen

Iedereen kan met een oog kleuren, bewegingen, vormen en de plek van objecten waarnemen. Waarom hebben we dan twee ogen, als we met een oog alles kunnen waarnemen? Ook al zou je met een oog weinig problemen ondervinden, met twee ogen heb je toch een streepje voor. Omdat elk oog op een andere plek in het gezicht zit, ontvang je de twee afzonderlijke platte tweedimensionale plaatjes, iets verschillend van elkaar. De beide ogen ontvangen dus twee beelden van eenzelfde stimuli, waarna de hersens deze twee platte beelden tot een driedimensionaal beeld vormen. Hierdoor krijgen we een ruimtelijke waarneming en dat kan alleen met twee ogen. Doordat de ogen iets van elkaar afstaan en zo de waarneming van elk oog iets verschild van het andere, kunnen we met twee ogen diepte en afstand beter inschatten. Toch zijn er ook aanwijzingen die we kunnen gebruiken bij het schatten van afstand en diepte wanneer we met maar een oog kijken.

Afstandsaanwijzingen met een oog

Wanneer je een oog gesloten houdt kun je vast wel iets uit een la halen, maar toch duurt dat net iets langer dan wanneer je beide ogen open hebt. Daarom wordt het meestal afgeraden om auto te rijden wanneer je een van je ogen niet naar behoren kunt gebruiken. Je reactie is dan gewoon iets minder snel. Wanneer we met maar een oog kijken zijn er vier afstandsaanwijzingen die we daarbij gebruiken. Dit noemen we monoculaire afstandsaanwijzingen.

De voor-positie:

Wanneer twee objecten achter elkaar liggen, staan of elkaar passeren, kun je zien welke van de twee objecten dichterbij is doordat een gedeelte van het achterste object aan het oog wordt onttrokken. Wanneer de objecten zich niet zodanig in een positie verkeren waardoor een gedeelte van het andere object aan het oog wordt onttrokken is er een andere aanwijzing.

De relatieve grootte:

De grootte van een object geeft ons meestal de aanwijzing welk object het verste weg is. Zeker als het gaat om dezelfde objecten, het kleinere object is verder weg. Koeien die verder weg zijn in een weiland ogen kleiner dan de koeien die dichterbij staan.

De samenstelling van dichtheid:

Wanneer je een boom van dichtbij ziet kun je de bladeren en takken goed zien. Als je dezelfde boom van ver weg bekijkt zie je meestal alleen een grote groene bol. Zand ziet er van dichtbij uit als korreltjes, maar van ver weg zien we alleen een zandkleurige massa. Deze afstandsaanwijzingen gebruiken we bij grote onregelmatige oppervlakten zoals de zee, het strand een weiland of de lucht. Hoe dichterbij het object, hoe meer details je kunt onderscheiden.

De hoogte-positie:

Een schilder kan de illusie van afstand wekken door een object kleiner weer te geven maar ook door een object hoger in het gezichtsveld te plaatsen. Wanneer een object niet alleen hoger, maar ook nog kleiner wordt weergegeven lijkt het object zelfs nog verder weg.

Hoe meer monoculaire afstandsaanwijzingen des te kleiner de kans dat we tegen de deur oplopen wanneer we rennen met een oog dicht. Als je in een lege kamer naar de deur rent terwijl je een oog dicht hebt, is de kans groot dat je niet op tijd stopt en tegen de deur aanloopt. Wanneer er echter tussen de deur en jezelf een tafel staat met daarachter een kamerplant, dan kun je de afstand naar de deur veel beter inschatten waardoor de kans dat je tegen de deur oploopt een stuk kleiner wordt.

Perceptie van totaalbeelden

Doordat we ons hele leven ervaringen opdoen, hebben we van veel objecten stabiele totaalbeelden in ons geheugen opgeslagen. Bij het waarnemen, organiseren en groeperen we de ontvangen stimuli, zodat we objecten kunnen herkennen en met elkaar in verband kunnen brengen. Wanneer we bijvoorbeeld iemand met een hond in het park zien wandelen dan verbinden we alle losse stimuli van de wandelaar tot een geheel. Ook de losse stimuli van het park en die van de hond verbinden we tot een geheel, waardoor we in staat zijn herkenbare patronen te onderscheiden. Daardoor zien we het totaalbeeld van de wandelaar die met zijn hond in het park loopt. Doordat we de ontvangen informatie organiseren, kunnen we de objecten tegen een achtergrond waarnemen. De wandelaar tegen de achtergrond van het park. Ook hebben we de ontvangen informatie alvast gegroepeerd voordat deze in het bewustzijn terechtkomt. Zo brengen we de hand van de wandelaar in verband met de riem van de hond die hij vasthoudt en niet als twee losse objecten.

Kijken of zien?

Iedereen heeft zijn eigen manier van waarnemen. Zo zal de een in de bovenstaande foto twee zwarte gezichten zien, een ander ziet de witte vaas. Doordat de aandacht kan verschuiven kan men ook ineens de witte vaas waarnemen, terwijl je eerst de zwarte gezichten waarnam. Het organiseren en groeperen kent een zekere mate van vrijheid. Daardoor kunnen er individuele, maar ook tussen mensen onderling, verschillende totaalbeelden ontstaan. Hieraan kunnen we merken dat kijken wel degelijk iets anders is dan zien. De stabiele totaalbeelden die in ons geheugen zijn opgeslagen zullen, ongeacht kleine wijzigingen, steeds dezelfde zijn. We hebben het totaalbeeld van de ons bekende huiskamer, compleet met de betekenis, in ons geheugen. Als de kleuren veranderen doordat het gaat schemeren heeft dat geen gevolg voor het totaalbeeld dat we van de kamer hebben. De wereld om ons heen krijgt betekenis doordat de beelden ons bewustzijn binnenkomen en de patronen worden herkent.

Tot slot

We kunnen de stimuli op verschillende manieren groeperen en organiseren, daardoor kunnen er andere totaalbeelden ontstaan. Door onze opgedane ervaringen zijn veel objecten veranderd in totaalbeelden die al snel als een betekenisvol geheel worden gezien. Dit betekent, dat niet alles wat iemand ziet overeenkomt met de feitelijke stimuli.
© 2012 - 2024 Alephschrijft, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Belang van kijken bij auto rijdenBelang van kijken bij auto rijdenBelang van het zien, kijken en waarnemen in het verkeer. Dat de ogen en het goed zien voor de verkeersveiligheid, bij de…
Het verschil tussen gewaarworden en waarnemenHet verschil tussen gewaarworden en waarnemenGewaarworden en waarnemen zijn twee verschillende begrippen. Gewaarworden is mogelijk als onze zintuigen correct werken,…
Doordringende blik: diep in de ogen kijken van de anderDoordringende blik: diep in de ogen kijken van de anderDe ogen zijn de ramen van de ziel en fungeren als een poort tussen wat wij zien en wat wij voelen. Vandaar ook dat het d…

Cognitieve dissonantieHet woord cognitie stamt af van het Latijnse woord cognoscere, wat weten of kennen betekent. Cognitie is het vermogen om…
Faalangst, wat is het en wat kan ik er aan doen?Faalangst, wat is het en wat kan ik er aan doen?Ieder mens is wel eens onzeker over iets en heeft dus ook wel eens last van faalangst. Maar dat is ook geen probleem. He…
Bronnen en referenties
Alephschrijft (93 artikelen)
Laatste update: 30-04-2012
Rubriek: Mens en Samenleving
Subrubriek: Psychologie
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.