Het verschil tussen gewaarworden en waarnemen
Gewaarworden en waarnemen zijn twee verschillende begrippen. Gewaarworden is mogelijk als onze zintuigen correct werken, zodat we stimuli kunnen opnemen uit de leefomgeving. Waarnemen is dan het proces waarbij we hetgeen we hebben gewaargeworden proberen te verstaan en interpreteren. Dit gebeurt via de hersenen. Onze waarneming kan echter beïnvloed worden: dit kan te maken hebben met kennis over een bepaald iets (bv. een röntgenfoto). Dit werd door Palmer (1999) neergezet in zijn theorie van het waarnemen als heuristisch interpretatieproces. Ook is het mogelijk dat we iets in eerste instantie foutief waarnemen, zoals bij een visuele illusie. Een voorbeeld is de Penrose driehoek.
Gewaarworden
Om iets te kunnen waarnemen, moeten we als mens eerst iets gewaarworden. We worden iets gewaar door middel van de opnamen van stimuli uit onze leefomgeving. Deze stimuli zal verwerkt worden naar onze hersenen.
Rol van zintuigen bij gewaarworden
Zintuigen zijn nodig om te kunnen gewaarworden.
- Via het gezichtsvermogen kunnen we zien
- Via de reukzin kunnen we ruiken
- Via de smaakzin kunnen we proeven
- Via de tastzin kunnen we voelen
- Via het gehoor kunnen we horen
Het zien, ruiken, proeven, voelen en horen zijn de gewaarwordingen, die we dus dankzij onze zintuigen (als ze correct werken) kunnen ondervinden.
Waarnemen
Waarnemen is het proces waarbij we hetgeen we gewaarworden, gaan proberen verstaan en interpreteren. Waarnemen staat ook voor het organiseren van onze gewaarwordingen. Dit alles gebeurt in onze hersenen.
Verschil gewaarworden en waarnemen
Een goed voorbeeld om aan te tonen dat er een verschil is tussen iets gewaarworden en iets echt waarnemen, is wanneer een gewoon persoon in vergelijking met een arts een ingewikkelde röntgenfoto bekijkt. Allebei zien (=gewaarworden) ze exact dezelfde röntgenfoto (de foto is voor beide partijen tot in het detail hetzelfde), maar de manier hoe de röntgenfoto geïnterpreteerd wordt (=waargenomen) is verschillend.
Waarnemen als heuristisch interpretatieproces (Palmer, 1999)
Om het heuristisch interpretatieproces toe te lichten dient er eerst te worden stilgestaan bij 2 belangrijke begrippen.
- "Proximale(dichtbij) stimulus": het totaal van de fysische energie (bv. lichtgolven of geluidsgolven) dat verantwoordelijk is voor het stimuleren van de receptoren (=waarmee we zintuiglijke waarnemingen doen, bv. ogen, oren...)
- "Distale(veraf) stimulus": het voorwerp in de omgeving dat verantwoordelijk is voor de productie van fysische energie.
Voorbeeld: wanneer we recht in een lamp kijken ontvangen we lichtgolven. Deze lichtgolven vormen de proximale stimulus.
Het ontstaan van visuele illusies
Palmer (1999) meent nu dat er in de praktijk via het visuele systeem de proximale stimulus zal omgevormd worden tot een distale stimulus, want we zullen soms aannames doen die zeer logisch lijken, over hoe onze leefomgeving in elkaar zit en onder welke voorwaarden deze omgeving wordt waargenomen. De aannames zijn in combinatie met de proximale stimulus.
Dit zal er in het totaal toe leiden dat de meest logische distale stimulus wordt berekend door ons visueel systeem, op basis van deze aannames en de proximale stimulus. Palmer spreekt over een heuristisch interpretatieproces omdat de aannames over de leefomgeving die men doet wel hoofdzakelijk, maar toch niet altijd juist zijn. Gemakkelijker uitgedrukt wil dit zeggen dat we hierdoor soms vatbaar zijn voor visuele illusies!
Visuele illusie: Penrose driehoek
Bron: Clker Free Vector Images, Pixabay
Een voorbeeld van een visuele illusie is de Penrose-driehoek, ontworpen door Roger Penrose, waar het op het eerste zicht lijkt dat we een driehoek zien, maar door perspectiefwerking klopt dit niet.