Kleurenpsychologie, kleurentest: symbolische betekenis kleur
Kleurenpsychologie is een tak van de psychologie die zich specifiek bezighoudt met de symbolische betekenis, duiding en de werking van kleuren. In de loop der jaren zijn er ook een aantal kleurentests ontwikkeld. Een kleurentest (projectietest) gaat uit van een verband tussen een voorkeur voor bepaalde kleuren en persoonlijkheidseigenschappen. Wat houden kleurenpsychologie, kleurensymboliek, kleurenvoorkeur en kleurentests in?
Oorsprong van kleurenpsychologie en kleurentests
De kleurenpsychologie en psychologische kleurentests hebben vermoedelijk hun oorsprong in een oude oosterse orakelmethode uit de 16e eeuw, waarbij gebruik werd gemaakt van gekleurde stokjes. De keuze van de stokjes die door het toeval werd bepaald, zag men als lotsbepalend voor de situatie van de vraagsteller. In latere versies zijn de kleuren vervangen door kernwoorden die op de stokjes werden geschreven om de symbolische betekenis van de kleur te duiden. Deze versie wordt in een iets gewijzigde vorm heden ten dage nog steeds in Oosterse landen gehanteerd. Een andere vorm van dit orakel is die, waarbij een vogeltje één of meer stokjes uit een bundeltje trekt. De op deze wijze gekozen stokjes zouden dan iets aangeven over de toekomst en lotsbestemming.
Symbolische betekenis: onderbewuste oergeheugen
De hedendaagse opvatting over het werkingsmechanisme van een orakelmethode is, dat de duidingsmogelijkheden die aan een object (kaarten, stokjes, munten) worden toegekend zo veelzijdig zijn, dat alleen indien de vraagsteller zich geheel en sterk concentreert op zijn probleem, het onderbewuste via het oergeheugen een op de vraag passend antwoord zou kunnen vinden. Men neemt aan dat dit oergeheugen zich in bepaalde hersengebieden bevindt. Men vermoedt dat niet alleen alle informatie die de mensheid in zijn bestaan vergaard heeft hierin is opgeslagen, maar ook dat er 'kennis' aanwezig is van het ontwikkelingspatroon voor de toekomst van het individu.
Ontwikkeling van kleurenpsychologie en kleurentests
De latere kleurenpsychologie en kleurentests gaan niet uit van een door het toeval bepaald beeld, maar van een bewuste kleurenkeuze. Degene met een vraag of probleem moet eerst zijn probleem kenbaar maken, zich hierop concentreren en hierna intuïtief enige kleuren uitkiezen. Allereerst de kleuren die heel mooi gevonden worden, daarna de niet mooie kleuren. Soms worden de voor de betreffende persoon neutrale i.c. weinigzeggende kleuren terzijde gelegd.
Archetypen Jung
Het gaat hierbij om een bewuste kleurenkeuze en niet een keuze die door het toeval wordt bepaald. Er wordt van uitgegaan dat kleuren behoren tot de oersymbolen van de mens (hetgeen door Jung archetypen wordt genoemd), die in het oergeheugen verankerd zijn. Er wordt echter ook gesteld dat de symbolische betekenissen van kleuren gelden voor de mens in een bepaalde cultuur(groep) en de kleurensymboliek dus niet als universeel moet worden gezien.
Kleurenvoorkeur en persoonlijkheid
In de hedendaagse kleurenpsychologie gaat men er vanuit dat er een relatie is tussen de voorkeur voor bepaalde kleuren en persoonlijkheidseigenschappen. Aanwijzingen voor deze verbanden kwamen uit de experimentele psychologie, met name uit onderzoeksbevindingen betreffende de gevoelswaarde, de affectieve werking van kleuren.
De eerste psycholoog die kleurenvoorkeur, c.q. sympathie en antipathie voor bepaalde kleuren, gebruikte om inzicht te krijgen in iemands aard en persoonlijkheid, is voor zover bekend Thomashewski (1935).
De Rohrschach-test: projectietest
Een bekend vroeg voorbeeld van onderzoek naar kleur, vorm en psychische associaties is de door de Zwitserse psychiater Hermann Rohrschach (1922) ontwikkelde en alom bekende Rohrschachtest. Hoewel deze niet als kleurentest gecategoriseerd wordt, maar als perceptietest of projectietest, gaat het bij de Rohrschach wel om de interpretatie van kleurvlekken die geïnterpreteerd worden in het kader van de structuur van de persoonlijkheid.
De Lüscher-kleurentest: persoonlijkheidstest
De psycholoog Lüscher (1949) is de eerste geweest die een expliciet en systematisch gebruik van de keuzenvoorkeuren in de vorm van een kleurentest heeft ontwikkeld. Deze kleurentest is zowel in de vorm van een sneltest als een uitvoerige test uitgegeven. In de sneltest werd gebruik gemaakt van een set onbonte en bonte kleuren. Onder onbonte kleuren wordt verstaan: zwart, wit en grijs (ook wel niet-kleuren genoemd). Op deze test is veel kritiek gekomen, daar de door Lüsher gebruikte kleuren afweken van de kleuren zoals die door de meeste kleurenpsychologische onderzoekers werden gebruikt.
Pfister Farbpyramidentest: persoonlijkheidstest
De Farbpyramidentest (1951) is de tweede op kleurenkeuze gebaseerde persoonlijkheidstest, ontwikkeld uit een oorspronkelijk idee van de Duitse psycholoog Pfister. Hierbij werd gebruik gemaakt van stroken papier die de proefpersoon naar eigen keuze in een piramidevorm moest plakken en zowel een mooie als lelijke kleurenpiramide moest maken. Naast de kleurensymboliek speelde hierbij ook de ruimtesymboliek een belangrijke rol. De Nederlandse psycholoog Wittenberg heeft bovenstaande test uitgebreid met andere vormen, waarin diverse kleuren moesten worden geplakt.
De Frieling-kleurentest: persoonlijkheidstest
Een derde psychologische kleurentest werd ontwikkeld door de Duitse psycholoog Frieling. Bij deze test ging het om de samenstelling van een harmonisch kleurenmozaïek van gekleurde stukjes papier. Naast de onbonte kleuren: wit, grijs en zwart, maakte Frieling gebruik van twaalf middenkleuren en acht pasteltinten.
Chandu diagnostische kleurentest: persoonlijkheidstest
Verder is later in Nederland (1989) een kleurentest met symbolische kleurbetekenissen en duidingen ontwikkeld door de psycholoog Chandu.
Psychodiagnostisch onderzoek: kleurentest
In psychodiagnostisch onderzoek wordt door sommige psychiaters, psychologen of (ortho)pedagogen nog steeds gebruik gemaakt van kleurentests of duiding van kleurensymboliek. Ook in kindertherapie, c.q. speltherapie is kleur, kleurenkeuze en kleurensymboliek een belangrijk thema. Een kleurenprikkel werkt zowel op het bewuste als onbewuste vlak en spreekt gevoelens sterk aan.
Kleurentherapie
Verder is er in de loop der jaren ook - zowel psychische als medische - kleurentherapie ontwikkeld, waarbij kleur wordt gebruikt als helende factor.
Symbolische duiding kleuren: projectietest
De symbolische duiding van kleuren, de kleurentest wordt geschaard onder de categorie projectietest. Dit houdt in dat iemand zijn (onbewuste of onderbewuste) associaties en gevoelens projecteert in wisselwerking met de gegeven prikkel (in dit geval kleur). Het verschijnsel projectietest heeft zowel fervente voorstanders als kritische tegenstanders, die sceptisch zijn over (subjectieve) interpretaties en conclusies betreffende dit type test.
Kleurenpsychologie kleurensymboliek: onderzoek
De basistendensen en principes voor symbolische duiding van de huidige kleurenpsychologie komen voort uit velerlei onderzoek. Zo zijn er o.a. experimenten gedaan met kleuren bij patiënten met psychische stoornissen. Uit deze onderzoeksbevindingen kwam o.a. naar voren dat schizofrene patiënten de kleuren volkomen negeerden en zich gedroegen alsof ze kleurenblind waren. Agressieve of manische patiënten gebruikten maar weinig kleuren en voornamelijk rood of oranje. Alzheimer patiënten bleken overwegend groene kleuren te gebruiken.
Uit diverse onderzoeken is naar voren gekomen dat extroverte mensen in het algemeen een voorkeur hebben voor heldere, glanzende kleuren. Schuchtere of introverte mensen blijken meer te neigen naar tere pastelkleuren en grijze tinten. De voorkeur voor gedempte kleuren zou wijzen op een meer vrouwelijke aard en heldere felle kleuren op een meer mannelijke aard c.q. trekken. Hoewel er meerdere systemen voor symbolische kleurduiding bestaan en deze qua nuances of accenten kunnen verschillen, komen de grote lijnen en karakteristieken, de symbolische betekenissen met elkaar overeen.
Lees verder