Opvolgen van mantelzorgers tijdens een trajectbegeleiding
Ondersteuning van mantelzorgers is belangrijk en kan het best gebeuren via een trajectbegeleiding. Een belangrijke fase binnen die trajectbegeleiding is de fase van het opvolgen van het traject waarbij verschillende acties kunnen ondernomen worden. We kijken even hoe het opvolgen binnen een trajectbegeleiding bij mantelzorgers kan verlopen.
Wat verstaan we onder opvolgen van een trajectbegeleiding?
Het opvolgen van het traject bestaat erin om de acties uit te voeren op een planmatige manier. De mantelzorger is betrokken bij de uitvoering en zal, indien mogelijk, ook een deel van de acties uitvoeren. Dit omdat - zoals eerder werd vermeld - het om een wisselwerking gaat tussen de mantelzorger en de hulpverlener.
De acties die in een dergelijke trajectbegeleiding opgenomen worden, kunnen velerlei zijn. Een actie kan simpelweg een verwijzing inhouden of het geven van informatie over een bepaald onderwerp maar het kan ook een hele procedure inhouden waarbij de hulpverlener optreedt om de belangen van de mantelzorger te behartigen. De meest gebruikte soorten acties zijn: gericht doorverwijzen, dienstverlening, bemiddelen, belangen behartigen, begeleiden, informeren, advies geven, opzoekwerk, reflectie.
De vorm van deze acties kan ook heel uiteenlopend zijn: brieven schrijven, telefoneren, gesprekken voeren met de cliënt, intern en/of extern overleg, enzovoort. We bekijken een aantal van die acties even in detail.
Mogelijke acties binnen een trajectbegeleiding
Gericht doorverwijzen
Bij gericht doorverwijzen gaat het om doorverwijzingen naar een bepaalde dienst die een heel specifieke vraag van de mantelzorger kan aanpakken. Om te vermijden dat de mantelzorger zijn verhaal volledig opnieuw moet doen en zelf de dienst moet contacteren, kan de hulpverlener dit in zijn plaats doen (tenzij de mantelzorger er uiteraard op staat dit zelf te doen). De maatschappelijk assistent neemt dus desgevallend contact op met de dienst, geeft de informatie door die nodig is voor de betreffende dienst om aan de slag te kunnen gaan en maakt een eerste afspraak voor de mantelzorger. De informatie die hier doorgegeven wordt valt onder het gedeeld beroepsgeheim en dient derhalve door de nieuwe dienst als dusdanig te worden behandeld. Daarom is het heel belangrijk om vooraf alles goed door te praten met de mantelzorger.
Dienstverlening
Onder dienstverlening worden alle acties verstaan die te maken hebben met het invullen van documenten voor de mantelzorger of de zorgvrager. Dienstverlening kan ook het schrijven van een brief zijn of het eventueel indienen van een aanvraag waarvoor de nodige stappen reeds gezet werden. Deze acties horen bij de dagelijkse taak van een maatschappelijk werker en zullen dan ook in het kader van ondersteuning van mantelzorgers een groot deel van het werk uitmaken.
Bemiddelen
Bemiddelen zal gebeuren wanneer er ergens een conflict ontstaat tussen enerzijds de mantelzorger en anderzijds één of andere instantie waar hij iets wou bereiken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren doordat er bepaalde zaken voor de mantelzorger niet echt duidelijk waren. In dat geval treedt de maatschappelijk assistent op als tussenpersoon tussen die instantie, dienst of professional om een uitweg te zoeken uit de ontstane conflictsituatie. De maatschappelijk assistent staat in dergelijke gevallen aan de kant van de mantelzorger maar ook aan die van de tegenpartij. Hij neemt met andere woorden een neutrale positie in en probeert beide standpunten te begrijpen om zodoende het misverstand dat ontstond van de baan te ruimen en de relatie terug te herstellen.
Begeleiden
Om de mantelzorger zo goed mogelijk te begeleiden zal de maatschappelijk werker heel veel tijd besteden aan ondersteunende gesprekken omtrent de gevoelens van de mantelzorger. Niet zelden wordt begeleiding bijna uitsluitend gelijkgesteld met acties die ervoor zorgen dat er concrete hulp wordt aangeboden. Vaak echter hebben mensen een luisterend oor nodig, een klankbord om hun eigen vragen en twijfels te verduidelijken. De mantelzorger via ondersteunende gesprekken begeleiden in het zoeken naar oplossingen verlicht zijn taak en verbreedt zijn draagkracht.
Informeren
Informatie geven over allerlei onderwerpen zal de kennis en de vaardigheden van de mantelzorger versterken. Kennis over een bepaalde ziekte of over het verloop van een herstel geeft meer inlevingsvermogen en biedt de mantelzorger ook de kans om zich voor te bereiden op wat komen zal. Het is dan ook fundamenteel om ervoor te zorgen dat de mantelzorger op tijd en stond de juiste informatie bekomt zodat hij zich kan voorbereiden en zijn taak beter kan uitvoeren. Vaak zal dit ook weer nieuwe vragen oproepen, maar ook daarop kan de hulpverlener dan inspelen door extra informatie op te zoeken of eventueel een overleg te organiseren met de arts of dienst die de mantelzorger verder kan helpen.
Advies geven
Het geven van advies valt vaak samen met begeleiding. Toch is begeleiden meer dan enkel advies geven en wordt advies vooral gegeven met het oog op mogelijke problemen die zich in de toekomst zullen voordoen. De benadering is dan ook zoveel mogelijk preventief. Een tijdig advies kan immers stress en overbelasting van de mantelzorger voorkomen. Het is pro-actief werken. Door vooraf dingen te bespreken kan de mantelzorger crisissen of moeilijkheden vermijden. Hij is voorbereid en weet wat hem te wachten staat. Advies geven is meer dan gewoon vertellen wat de mantelzorger hoort te doen. Het is in samenspraak met de mantelzorger de verschillende mogelijkheden bekijken en de mogelijke gevolgen bespreken. De mantelzorger is en blijft tijdens het volledige traject een volwaardige gesprekspartner die zelf beslist over hoe hij zijn functie invult.
Opzoekwerk
Zowel aan het geven van advies als aan het informeren van de mantelzorger gaat heel wat opzoekwerk vooraf. De maatschappelijk assistent kan niet geacht zijn om over elk onderwerp een volledige kennis te bezitten. Er kruipt dan ook heel veel tijd in opzoekwerk, maar die tijd moet de maatschappelijk werker dan ook kunnen nemen, wil hij zijn taak goed kunnen uitvoeren. Opzoekwerk zal vaak gepaard gaan met overleg met collega’s of deskundigen en dit is heel tijdrovend maar eveneens nuttig. Overleg met anderen biedt immers nieuwe inzichten en bijgevolg ook meer mogelijkheden.
Reflectie
Reflectie is een constante in het werk van de maatschappelijk werker en zal ook bij het begeleiden van mantelzorgers een belangrijk aspect zijn. Reflectie gebeurt hier op twee niveaus, met name op het niveau van de maatschappelijk werker zelf en op het niveau van het werkproces of anders gezegd de relatie mantelzorger – hulpverlener. Reflectie kan het best gebeuren in het kader van supervisie waarbij de hulpverlener wordt bijgestaan door een deskundige en op die manier een nieuwe kijk krijgt op de situatie. Het moet bijna een natuurlijke reflex zijn van de maatschappelijk werker om zijn eigen werkzaamheden en de werkrelatie met de cliënt op tijd en stond in vraag te trekken.
Belangenbehartiging
Belangenbehartiging is een fundamenteel onderdeel van de taak van de maatschappelijk werker en maakt bijgevolg ook deel uit van de trajectbegeleiding van mantelzorgers. Belangenbehartiging is bovendien verschillend van bemiddeling omdat de hulpverlener hier wel degelijk aan de kant van de cliënt staat en niet – zoals bij bemiddeling – als neutraal persoon optreedt.