Regeloverschrijdend gedrag
Gedrag komt in vele vormen voor. Zo is er algemeen en veel voorkomend gedrag, tegenover meer specifiek en ongebruikelijk gedrag. Beide soorten kunnen tevens weer opgesplitst worden in aanvaardbaar gedrag en onaanvaardbaar gedrag, ook wel regeloverschrijdend gedrag. In dit artikel wordt ingegaan op regeloverschijdend gedrag, met name op één van de vier aspecten hiervan: cognitie.
Regeloverschijdend gedrag
Welk gedrag regeloverschrijdend is, hangt af van de normen en wetten die in elk land, elke cultuur en elke samenleving van elkaar kunnen verschillen. Dit kan tot verwarring leiden wanneer men niet op de hoogte is van de gebruikelijke gedragscriteria die horen bij de situatie en omgeving waarin men zich verkeerd. Onder regeloverschrijdend gedrag wordt over het algemeen verstaan: gedrag waarbij iemand in de ogen van anderen te ver gaat. Dit is een erg brede definitie. Er zijn vier belangrijke aspecten met betrekking tot regeloverschrijdend gedrag bekend: cognitie, empathie, morele identiteit en gedrag. Onder cognitie verstaat men: kennis over de gevolgen van regeloverschrijdend gedrag. Empathie is de mate waarin men meevoelt met een ander. Morele identiteit is het belang van moraliteit voor iemands zelf-concept. Gedrag verwijst naar het regeloverschrijdende gedrag. In het huidige artikel gaat men verder in op het aspect cognitie.
Cognitie
Cognitie speelt een belangrijke rol bij regeloverschrijdend gedrag. Wanneer er een fout in één van de componenten van cognitie ontstaat, heeft dit invloed op het gedrag dat hieruit voortkomt. Men probeert te achterhalen bij welk(e) component(en) het gebrek ligt wat tot regeloverschrijdend gedrag kan leiden. Hiermee probeert men in kaart te brengen hoe iemands regeloverschrijdend gedrag er uit ziet door het te beschrijven en te voorspellen. Cognitie bevat alle denkprocessen binnen een individu (DeScioli & Kurzban, 2009) en is het product van een groot, complex systeem. Zoals elk complex systeem bestaat het cognitieve systeem uit componenten die met elkaar interacteren (Stephen et al. 2009). Deze componenten zijn:
kennen, begrijpen, redeneren, leren, beslissen, geheugen, interpreteren en aandacht. Duidelijk is dat inzicht in het begrip cognitie, inzicht in de componenten en hun interacties vergt (Stephen et al., 2009).
Kennen van de regels
Voorop staat het kennen van de regels zodat hier aan gehouden kan worden. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen vanaf drie jaar al morele regels zien als onafhankelijk van autoriteit, gewoontes en expliciete regels. Kinderen zijn ongehoorzaam aan autoriteit, indien zij regels moeten opvolgen die kunnen resulteren in schade (DeScioli & Kurzban, 2009). Uit ander onderzoek blijkt dat er geen verband bestaat tussen de kennis van kinderen over liegen en hun eigen gedrag. De meeste kinderen weten goed onderscheid te maken tussen een leugen en de waarheid. Zij beoordelen een leugenaar als verkeerd en beweren zelf de waarheid te vertellen. Echter, de meeste van deze kinderen hebben gelogen om hun eigen bedrog te verbergen (DeScioli & Kurzban, 2009).
Begrijpen van de regels en consequenties
Verder moet men weten en begrijpen wat goed en fout is. Morele concepten, zoals goed en fout, zijn niet herleidbaar tot welzijn of tot autoriteit. Mensen kunnen aannemen welke concepten goed en slecht zijn, maar de morele concepten goed en fout hebben toelichting nodig. Inzicht in deze concepten en de onderliggende betekenis van deze concepten zijn een vereiste voor goed gedrag (DeScioli & Kurzban, 2009). Ook moet men de consequenties van gedrag begrijpen. Uit onderzoek blijkt dat alcoholgerelateerde cognities mogelijk al aanwezig zijn bij jonge kinderen voordat men begint met het drinken van alcohol. Verder blijkt dat basisschoolkinderen al bewust waren van de consequenties van alcohol, voornamelijk de negatieve effecten (Pieters et al., 2009).
Leren van de regels
Men moet aandacht besteden aan het leren van de regels en deze onthouden. Uit onderzoek blijkt dat iemand die niet goed is in leren moeilijk nieuwe regels kan aannemen, ondanks het feit dat deze persoon geen intenties heeft de regels te overschrijden en hierdoor in een situatie van onmacht belandt (Pieters et al., 2009). Bij het maken van beslissingen houdt men het meest rekening met de eigen gevoelens en gedachten. Deze bestaan uit houdingen tegenover, verwachtingen van en motieven tot het vertonen van bepaald gedrag. Zo blijkt uit een onderzoek dat des te sterker alcohol geassocieerd wordt met een positief gevoel of beeld, des te groter de aannemelijkheid dat adolescenten alcohol zullen drinken (Pieters et al., 2009).
Redeneren
Redeneren vindt plaats voordat er een beslissing wordt genomen. Dit is essentieel voor het voorkomen van overhaaste beslissingen. Wanneer men een verkeerde manier van redeneren gewent is of aangenomen heeft, kan dit leiden tot het continu nemen van de verkeerde beslissing, aan de hand van een verkeerde redenatie waar men aan vasthoudt (Pieters et al., 2009). Echter, een verkeerde redenatie, zoals gebaseerd op eigen belang in plaats van op regels, kan ook leiden tot een goede beslissing. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn bij iemand die niet zwart rijdt die als reden ‘Het voorkomen van een boete’ geeft i.p.v. ‘Zich houden aan de regels’.
Interpretatie, geheugen en aandacht
Tevens is de interpretatie van een situatie erg belangrijk. Door een verkeerde interpretatie van de situatie, of zelfs van de regels, kan regeloverschrijdend gedrag ontstaan. Onder interpretatie verstaat men een persoonlijk beredeneerd oordeel over de betekenis van een waarneming (DeScioli & Kurzban, 2009). Men moet de regels leren zodat deze in het geheugen blijven en beschikbaar zijn tijdens het maken van beslissingen. Aandacht is het selectief richten op één aspect van de omgeving, terwijl andere aspecten worden genegeerd. Wanneer men geen aandacht besteedt aan de regels, is de kans groot dat men deze snel vergeet.
Conclusie
Kortom: kennen, begrijpen, redeneren, leren, beslissen, geheugen, interpreteren en aandacht zijn belangrijke componenten van cognitie welke betrokken zijn bij het vertonen van goed gedrag. Inzicht in het begrip cognitie vergt inzicht in deze componenten en hun interacties. Maar dit is niet alles. Naast cognitie zijn er nog drie andere belangrijke aspecten met betrekking tot regeloverschrijdend gedrag bekend: empathie, morele identiteit en gedrag. Ook deze aspecten zijn van belang voor het vertonen van goed gedrag.
Lees verder