Aritius Sybrandus Talma: predikant en arbeidersvoorvechter
De meeste mensen kennen Ferdinand Domela Nieuwenhuis als voorvechter van de arbeidersbeweging. Toch heeft Aritius Sybrandus Talma ook een belangrijke rol gespeeld in de beweging, zij het dat hij vanuit christelijk oogpunt de strijd aanging. Aritius Sybrandus Talma was predikant. Maar Aritius Sybrandus Talma vocht ook voor de arbeiders.
Hervormd predikant en christelijk-sociaal politicus
Talma werd geboren in 1864 en stierf in 1916. Hij was hervormd predikant en christelijk-sociaal politicus. In 1909 was hij DE voorvechter van de protestants-christelijke arbeiders in de strijd voor sociale rechten. Zijn wetten voor verplichte sociale verzekering waren eigenlijk de voorlopers van wat we nu allemaal hebben op het gebied van
ziektewetgeving en
ouderdomspensioen.
Vurige betogen in cafés en dorpszalen om arbeiders te overtuigen van hun rechten
Talma hield vurige betogen in cafés en dorpszalen om arbeiders te overtuigen van hun rechten. Daar waar
Nieuwenhuis de socialisten een stem gaf, deed Talma dat aan de
gelovige arbeiders. Hij gaf hen het recht als het ware om vanuit het ,,goddelijke’’ voor hun belangen op te komen zonder dat ze daarvoor hun geloof hoefden op te geven. Bovendien was hij zelf een man van het volk. Dit zorgde ervoor dat hij binnen de ARP een belangrijke positie ging bekleden. Deze partij met aan het hoofd de zwaar gereformeerde
Abraham Kuyper paste eigenlijk niet zo bij Talma of Talma paste niet zo bij de partij. Hij was namelijk wat men in die tijd de
ethischen (een geloofsrichting) noemde en daar hield Kuyper niet zo van, omdat het volgens hem niet consequent genoeg was. Maar omdat de arbeiders Talma op handen droegen kon Kuyper niet anders dan hem omarmen. De ARP wilde namelijk
de band met de christelijke arbeiders wel bewaren en Talma zorgde daar in eigen persoon voor.
Felle strijd over sociale grondrechten
In de tijd dat Talma zo populair was, werd er een felle strijd gestreden over de sociale grondrechten. Er gebeurde heel veel: de standen en rangen stonden onder druk, de
industrialisatie ontstond en ook de
democratie stond hoger dan ooit in het vaandel. Om die reden moesten er nieuwe verhoudingen worden gesmeed tussen arbeiders en ondernemers. Er waren kortom
sociale wetgeving en collectieve voorzieningen nodig om de werkenden te beschermen tegen
armoede en vreselijke arbeidsomstandigheden. Talma speelde daarin een zeer belangrijke en vooraanstaande rol. Hij zorgde voor een basis voor de sociale zekerheid en later voor de verzorgingsstaat. Hij deed dat als minister die sociale wetgeving maakte, maar ook als vernieuwer van de christelijke arbeidersbeweging. Uiteindelijk was hij het ook die er voor zorgde dat de CNV (Christelijk Nationaal Vakverbond) het levenslicht zag. De vakbond die op dat moment bestond heette
Patrimonium. Toen die dreigde uiteen te vallen, greep Talma in en zorgde hij ervoor dat de bond bleef bestaan. Ook was het aan hem te danken dat
hervormden en gereformeerden in één vakbond gingen zitten, iets wat eigenlijk ondenkbaar was in die tijd.
Talma kwam zelf niet uit een arbeidersgezin
Talma kwam zelf trouwens niet uit een arbeidersgezin. Hij stamde uit een rijk geslacht van landbezitters en boeren uit het Noordoosten van Friesland. Een van zijn voorvader had rijkdom vergaard met de handel en daardoor konden huizen en boerderijen opgekocht worden. Talma’s eigen grootvader was griffier bij het kantongerecht in Dokkum, terwijl zijn vader en een neef predikant waren. Talma werd in
Angeren geboren (dus niet in Friesland) omdat zijn vader daar op dat moment predikant was. De jonge Talma trad in het voetspoor van zijn vader en werd ook predikant.
Talma nam in 1901 zitting in de Tweede Kamer voor de ARP
In 1901 nam hij tevens zitting in de Tweede Kamer voor de
anti-revolutionaire partij (ARP). Hij had toen net de socialistische voorman
Piter Jelles Troelstra verslagen in Tietjerksteradeel. Talma’s vader vond het overigens helemaal niets dat zijn zoon zich aansloot bij de volksbeweging van de kleine luyden zoals hij dat noemde. Het was hem niet voornaam genoeg. Talma dacht daar anders over. Hij wilde de levensomstandigheden van de arbeiders verbeteren, maar zag niets in de
klassenstrijd van de revolutionaire socialisten. Door aan te sluiten bij de ARP kon hij zijn doelstelling verenigen met zijn eigen instelling.
Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel in het kabinet Heemskerk
Talma werd in het kabinet Heemskerk minister van Landbouw, Nijverheid en Handel. Deze regering was van 1908 tot en met 1913 aan het bewind. Zijn eerste doel was om te zorgen dat er een
Ziektewet kwam en een
Invaliditeits- en Ouderenwet. Ook zorgde hij voor een systeem waarin arbeiders, ondernemers en overheid met elkaar besluiten konden nemen. Dit werden de
Raden van de Arbeid genoemd. Talma wilde een goed systeem opzetten, maar kreeg veel tegenwerking van zowel linkse als rechtse partijen. Door heel veel concessies te doen, kreeg Talma het toch voor elkaar om de wetten erdoor te krijgen. Toen Talma al niet meer minister was konden alle
arbeiders van 70 jaar en ouder op 9 december 1913 genieten van
ouderdomsgeld. De
Invaliditeits- en Ouderdomswet was eigenlijk de voorloper van de verplichte pensioenverzekering.
Jesaja 13:12 - Goddelijk recht
De arbeider heeft toch een goddelijk recht op vrijheid en zelfstandigheid. Een recht op voldoende beloning om met zijn gezin als burger, huisvader en kerklid een menswaardig leven te leiden. En heeft niet evenzo de patroon als werkgever de dure plicht om zijn werklieden een eerlijke vergoeding en gezonde arbeidsomstandigheden te bieden. Want voor Christus is ieder mens gelijk, ongeacht de rang of stand waarin zij verkeren. Voor ieder mens en iedere stand bestaat een roeping Gods: een van God gegeven bestemming om in het leven de gemeenschap van kerk en maatschappij te dienen. Of zoals het schriftwoord van Jesaja zegt: Voor God is ieder mens een kostbaar goed, fijner dan goud. Dit woord uitdragen in de wereld is een roeping van de kerk en een opdracht aan hen die zich in Christus verbonden weten. Dit is ook ons christenantwoord op de strijd en valse klassenhaat verkondigd door socialistische predikers. (Dit sprak Talma uit in een kerk in Vlissingen in 1891 nadat er in de stad een openbaar debat had plaatsgevonden tussen de jonge predikant en de socialistische voorman Domela Nieuwenhuis. Talma moest echter een kerkdienst gaan leiden, maar het debat was nog niet afgelopen. Daarom nodigde hij iedereen uit om naar de kerk te komen om het vervolg van zijn betoog aan te horen. Hij combineerde Jesaja 13:12 dus met zijn strijd voor de arbeiders.
- Talma overleed op jonge leeftijd, 52 jaar jong.
- Aan de Noordelijke Hogeschool in Leeuwarden werkt een Talma-lector die het verhaal van de arbeidersvoorvechter aan de studenten doorgeeft.
- In 1941 verscheen een boek over de voorvechter onder de titel: Talma’s Sociale Arbeid van J.M. Vellinga.
- In het najaar van 2009 verschijnt een biografie van de predikant en minister van de hand van historicus Lammert de Hoop en Arno Bornebroek van het NIOD. Dit is echter niet het enige. Het boek wordt ondersteund door een symposium en een tv documentaire op Omrop Fryslân op Nederland 2.