Trots kan zowel een goed als een slecht gevoel zijn
We zijn allemaal wel eens trots op iets wat we gepresteerd hebben en trotsgevoelens zijn op zichzelf prettig. Om trots te kunnen voelen, moet een bepaald zelfbewustzijn hebben. Trots is deels cultureel bepaald. In Nederland mag je trots zijn op je prestaties. Bijna alle zevenjarige kinderen in Nederland kennen dan ook het woord trots en snappen de betekenis. In andere landen kan dit anders zijn. Van de Spaanse zevenjarige kinderen weet maar liefst tachtig procent niet wat trots betekent (onderzoek Mosquera, 2000).
Authentieke trots
De meest voorkomende en ook de meest sociaal geaccepteerde vorm van trots is authentieke trots. Dit wil zeggen dat je trots bent op hetgeen je bereikt hebt. Trots omdat je door hard werken, goed gepresteerd hebt. Je kan dit ook uiterlijk waarnemen. Sporters die een belangrijke prijs hebben gewonnen reageren uiterlijk op dezelfde manier. De schouders gaan naar achteren, borst vooruit en de armen in de lucht. Omdat deze gebaren universeel zijn, is het onwaarschijnlijk dat dit is aangeleerd. Het is een natuurlijke lichamelijke uiting van trots. Deze emotie is een positieve emotie. Door trots op onze prestaties voelen we ons gestimuleerd. De kans is groot dat dit het gedrag waardoor we zo goed presteren voortzet of we zelfs gaan proberen het nog beter te doen.
Authentieke trots onderdrukken
Veel mensen durven niet goed te laten zien dat ze trots zijn op hun prestaties. Mensen zijn sociale wezens en houden daarom rekening met de gevoelens van anderen. Jij kan wel trots zijn op je prestaties, maar je vrienden in het team hebben ook hard gewerkt. Alleen jij presteerde op dat moment het beste, dus jij krijgt de eer en de status. Het voelt goed om iets te bereiken, maar het gaat wel ten koste van je vrienden in het team die ook graag nummer 1 waren geworden. Uit meegevoel, maar ook uit angst minder aardig gevonden te worden of afgunst op te wekken, zijn mensen geneigd hun prestaties te bagatelliseren. De omstandigheden zaten mee, ze hadden dit nooit kunnen bereiken zonder de steun van hun omgeving enz. Ook tijdens functioneringsgesprekken en sollicitatiegesprekken vinden we het vaak moeilijk om trots over onze prestaties te spreken. Wij (maar vooral vrouwen) zijn dan al snel bang dat we opschepperig overkomen.
Hoogmoedige trots
Hoogmoedige trots (van het Griekse hybris) is iets minder sociaal geaccepteerd. Deze vorm van trots wordt al snel gezien als opschepperig en zelfs narcistisch. Hierbij heeft trots niets te maken met prestaties en hard werken, maar alles met arrogantie. Deze vorm van trots is één van de zeven hoofdzonden. Iemand die hoogmoedig is, is erg met zichzelf ingenomen. Dit heeft niets met prestaties te maken, maar hij vindt zichzelf slimmer, aardiger en/of knapper dan anderen. Er is sprake van zelfgenoegzaamheid. Vaak uit hoogmoedige trots zich door gedrag dat we onethisch vinden, namelijk minachting voor anderen, discriminatie en kleineren van mensen die men als minder beschouwt.
Ouderlijke trots
Ouderlijke trots is plaatsvervangende trots. Je bent trots op prestaties van een ander, waarmee je jezelf nauw verbonden voelt. In dit geval je kind. Je kan ook plaatsvervangend trots zijn op een leerling, een collega, het Nederlandse voetbalteam of het bedrijf waar je werkt, maar ouderlijke trots in de meest voorkomende vorm van plaatsvervangende trots.
Er is niets mis met plaatsvervangende trots. We worden er gelukkiger van. Ook ouderlijke trots geeft een goed gevoel, waar op zich niets mis mee is, tenzij dit leidt tot overvloedig pushen en sturen van het kind.
Nederlandse spreekwoorden over trots
- Zichzelf op de borst slaan (= zijn trots tonen)
- Ergens prat op gaan (= ergens trots op zijn)
- Hoogmoed komt voor de val (= hoogmoedigheid wordt gevolgd door ellende)
- Het hart hoog dragen (= erg trots zijn)
Ook deze spreekwoorden laten zien dat er verschillend wordt gedacht over authentieke trots (de eerste twee spreekwoorden) en hoogmoedige trots (de laatste twee spreekwoorden).