Internationale dag van de Rechten van het Kind
Op 20 november is het de International dag van de Rechten van het Kind. Op deze dag wordt men er op verschillende manieren herinnerd aan de speciale rechten die kinderen over de hele wereld hebben. Sinds 20 november 1989 zijn deze basisrechten voor het kind vastgelegd in een verdrag door UNICEF en de Verenigde Naties.
Dat kinderen enigszins anders zijn dan volwassenen is geen verbijsterend feit. Dat betekent echter niet dat kinderen geen rechten toegediend behoren te krijgen of dat zij niet voor de mensenrechten in aanmerking komen. Om extra aandacht te vestigen op kinderen is er een speciaal verdrag opgesteld ten behoeve van deze doelgroep.
Voor het verdrag
In tijden van de industriële revolutie was het niet ongewoon om kinderen aan het werk te zetten. Door leeftijd en minder zeggenschap was het mogelijk kinderen slecht of helemaal niets te betalen en dit was natuurlijk voordelig voor de bedrijven die hier gebruik van maakten.
In 1874 werd het Kinderwetje van Van Houten ingezet door Samuel van Houten om een eind te maken aan arbeid voor kinderen onder de 12 jaar. Dit was meer een regel in theorie dan in praktijk, want er werd weinig gecontroleerd en dus zette de kinderarbeid nog lang door. Toen in 1901 in Nederland de leerplicht werd ingesteld, begon de kinderarbeid echter wel af te nemen. Dit gold natuurlijk niet voor vele andere landen; met name in Afrika, Azië en Latijns-Amerika komt kinderarbeid nog steeds veel voor. Het gaat natuurlijk niet altijd om het werken in vreselijke omstandigheden, want het kan ook dat een kind aan het werk wordt gezet in het eigen familiebedrijf, maar vaak zal ook hiervoor niet worden betaald.
Hoewel kinderarbeid in ontwikkelde landen dus nog zelden voorkomt, is dit heel anders in Derde Wereld landen. Maar niet alleen gaan de Rechten van het Kind over arbeid. Het gaat ook over het hebben van een dak boven het hoofd, bescherming tegen oorlog, het geven van een eigen mening, en het hebben van een naam en nationaliteit.
Na de Tweede Wereldoorlog werd een noodfonds opgericht voor kinderhulp, namelijk UNICEF (United Nations International Children Emergency Fund), om hulp te bieden aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, maar later ook aan meer kinderen, zoals in ontwikkelingslanden en in andere landen waar dit erg nodig bleek. Om dit vast te leggen werd uiteindelijk dan het Verdrag voor de Rechten van het Kind ondertekend.
Het verdrag
De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties nam op 20 november 1989 het verdrag van de Universele Verklaring van de Rechten van het kind aan en inmiddels is het verdrag al ondertekend in 193 landen over de wereld.
De belangrijkste rechten voor kinderen zijn:
- Het recht op onderwijs: basisonderwijs is verplicht en gratis voor ieder kind (dus niet alleen rechten, maar ook plichten), leerplicht in Nederland tot 16 jaar indien een diploma is behaald voor de opleiding. Beroeps- en voortgezetonderwijs moet toegankelijk zijn voor ieder kind, dus ook voor kinderen met een handicap, dyslexie en dergelijke.
- Het recht op eigen geloof en cultuur: uiten van eigen gedachte, geweten en godsdienst, geleid door ouder en voogd.
- Het recht op een naam en een nationaliteit: om geregistreerd te worden bij de geboorte en eigen ouders te kennen.
- Het recht op een eigen mening: vrijheid van meningsuiting, vrijheid inlichten te doen en en eigen denkbeelden te verzamelen, ontvangen en verspreiden. Natuurlijk wel inclusief het rekening houden met anderen.
- Het recht op een veilig en gezond leven: een kind moet overleven en ontwikkelen en begeleid worden door ouder en voogd, en gesteund door de overheid.
- Het recht op bescherming tegen kinderarbeid: bescherming tegen economische uitbuiting en werk dat gevaarlijk is of schade kan toebrengen.
- Het recht op bescherming tegen mishandeling en geweld: dit geldt voor alle vormen van lichamelijk en geestelijk geweld en verwaarlozing. Preventie en signalering zijn belangrijkere zaken hierbij.
- Het recht op bescherming bij een oorlog: in een oorlogssituatie heeft een kind recht op extra bescherming. Voor vijftien jaar mag een kind niet voor militaire dienst worden opgeroepen.
- Het recht op spelen: echt een recht speciaal voor kinderen, met het recht op rust en vrije tijd, deelname in kunst en cultuur.
- Het recht om op te groeien bij familie: het recht om herenigd te worden met de ouders, rechtstreeks en regelmatig contact met de ouders, alleen scheiding als de omgang niet goed voor het kind is.
- Het recht op veilig drinkwater: gezonde hygiëne, voldoende voedsel en schoon drinkwater zijn erg belangrijk.
- Het recht op goede gezondheidszorg: deze moet zo goed mogelijk zijn met extra aandacht voor minder baby- en kindersterfte, zorg voor moeders voor en na de bevalling, aandacht voor voeding en hygiëne.
- Het recht op zorg bij een handicap: bijzondere zorg voor kinderen die geestelijk of lichamelijk gehandicapt zijn, om zo waardig en zelfstandig mogelijk te leven, met recht op onderwijs, recreatie en gezondheidszorg.
- Alle rechten gelden voor alle kinderen over de hele wereld
Deze rechten gelden voor ieder mens jonger dan 18 jaar, daarna gelden de universele mensenrechten. De rechten worden ook wel onderdeel van het Kinderrechtenverdrag genoemd. In Nederland werd het verdrag ondertekend op 26 januari 1990.
Naast deze basisrechten worden kinderen ook het recht gegeven om zelf invloed uit te oefenen en mee te praten over zaken die voor hen van belang zijn. Zij worden eveneens gevraagd om advisering, bijvoorbeeld van de burgemeester en wethouders in een gemeente, of ze worden uitgenodigd op conferenties om te spreken. Daarnaast is er veel aandacht voor sport en recreatie en ontspanning.
Speciale aandacht is voor kinderen in ontwikkelingslanden en -gebieden, die vaak nog niet voldoen aan de rechten van het kind. Ook is er bijzondere zorg voor slachtoffers (bijvoorbeeld van oorlogsgeweld, uitbuiting, foltering, misbruik en bestraffing), waarbij aspecten als zelfrespect, gezondheid en waardigheid worden gestimuleerd.
Na het verdrag
Hoewel al 193 landen het verdrag hebben ondertekend, worden er nog altijd kinderrechten geschonden en overtreden. Dit kan komen door oorlogen, maar ook economische crises en natuurrampen, waardoor kinderen niet de mogelijkheid hebben naar school te gaan, vrij te kunnen spelen, hun mening te uiten of bij hun ouders te leven. Niet overal is schoon drinkwater aanwezig of medische hulp. Nog altijd wordt gezocht naar manieren om deze situaties op te lossen en te doen afnemen. Daarvoor zijn ook verschillende (vrijwilligers)organisaties opgericht om kinderen te helpen en hun levenssituatie te verbeteren.
Landen die het verdrag hebben ondertekend moeten verslag uitbrengen van de situatie in hun land. In 1997 gaf Nederland bijvoorbeeld aan dat kinderen het recht hadden om mee te spreken bij belangrijke onderwerpen die door ministers werden besproken, of mochten deelnemen aan raden van buurt en wijk.
Internationale dag van de Rechten van het Kind
Op 20 november wordt jaarlijks de Internationale dag van de Rechten van het Kind gevierd, waarbij wordt gesproken over de naleving van het verdrag, de huidige situatie en dergelijke. Het is nog altijd belangrijk stil te staan bij wat er elke dag in de wereld gebeurd, hoe kinderen daardoor worden beïnvloed en hoe we de situatie kunnen blijven verbeteren.