Agressie op de werkvloer: onderzoek van NEA
Agressie op de werkvloer, of bij het uitoefenen van je werk buiten de deur. Uit cijfers blijkt dat miljoenen Nederlanders ermee te maken krijgen elk jaar. De gevolgen voor het persoonlijk welzijn kunnen groot zijn. Hoe, wie en wat? Lees verder.
Agressie op de werkvloer, op straat of elders bij het doen van je werk. Soms staat je verstand erbij stil: zelfs mensen die reddend werk doen, zoals ambulancepersoneel, worden slachtoffer van agressie. Of het een goed of slecht bericht is, mag de lezer zelf uitmaken: het aantal gevallen van agressie bij het uitoefenen van je functie, blijft sinds enkele jaren ongeveer gelijk in Nederland. Dat blijkt uit de Nationale Enquete Arbeidsomstandigheden (NEA). Er is wel enig verschil per sector. Als het gaat om winkeliers, leraren, vervoerders en zorgverleners, is de trend stabiel. Maar als het gaat om agressie onder collega's of door leidinggevenden, is er sprake van een zeer licht dalende lijn.
Wat is agressie op de werkvloer?
Als agressie op het werk gemeten wordt, heb je het niet alleen over het uitdelen van een klap. Onder agressie op het werk wordt ongewenste seksuele aandacht geschaard, maar ook intimidatie, lichamelijk geweld of pesten. Uit de cijfers van de NEA blijkt dat in 2011 het verontrustende percentage van 24%, ofwel niet minder dan 1,7 miljoen van de Nederlandse werknemers een of andere vorm van agressie heeft ondervonden. De dader kan daarbij zowel een klant zijn als een leerling, passagier of patiënt. Naast deze zogenaamde externe agressie, is er de interne agressie. Ook hier zijn de cijfers verbazend: 16% ofwel 1,1 miljoen mensen had in 2011 te maken met interne agressie van collega of leidinggevende.
Risicobeleving
Feitelijk is de trend qua aantal gevallen dus stabiel. Maar de zogenaamde risicobeleving neemt wel toe, en dan gaat het vooral om de publieke sector. Dit kan te maken hebben met de toenemende aandacht in media en maatschappij voor geweld, intimidatie en ongewenste intimiteiten op het werk. Van de ondervraagden die naar hun idee gevaarlijk werk deden, zag in 2005 nog geen kwart ofwel 23% een confrontatie met agressie als een belangrijk gevaar op het werk. Maar in het jaar 2010 was dit al gestegen tot ruim 30%, en de cijfers zijn voor de publieke sector nog veel hoger. Daar ging het in 2005 om 44%, maar in 2010 al om 62%.
Burnout en verzuim
Wie met agressie op het werk te maken heeft gehad, kan met gezondheidsklachten komen te zitten. Nog na twee jaar kan een slachtoffer van agressie op het werk kampen met klachten als burnout en meer verzuim. Ook blijken slachtoffers van geweld een grotere intentie te hebben om van baan te veranderen. In hun werk ervaren ze minder werktevredenheid dan gemiddeld.Paulien Bongers, Innovatiedirecteur Arbeid bij TNO, zegt hiervan: “Werknemers die agressie meemaken op het werk zijn verminderd inzetbaar en lopen de kans op voortijdige uitval uit het arbeidsproces. Agressie op het werk blijft door het aantal blootgestelde werknemers en door de aanzienlijke impact, een aandachtspunt in het arbeidsomstandighedenbeleid in Nederland.”
Agressie op het werk: wie vallen onder risicogroepen?
De risicogroepen voor externe agressie bestaan uit politie en justitie, gezondheids- en welzijnszorg, voortgezet onderwijs, maar ook warenhuizen en supermarkten. Als je kijkt wie extra risico loopt op agressie op het werk gaat het vaak om mensen die sociaal of fysiek minder 'spierballen' hebben en voor de gemiddelde lafaard een gemakkelijkere prooi zijn: vrouwen, jongeren, middelbaar opgeleiden, werknemers die parttime werken of nachtwerk doen. Maar ook wie veel contact heeft met klanten, heeft logischerwijs vaker te maken met agressie op het werk. Wat interne agressie betreft, zitten de meeste risicogroepen voor agressie op het werk in de branches industrie, autohandel en reparatie, justitie en post en telecommunicatie. Ook werknemers binnen de zogenaamde Wet Sociale Werkvoorziening horen tot de risicogroepen.
Het rapport en de makers
Het TNO rapport ‘Agressie op het werk: Ontwikkelingen, risico’s, impact en behoefte aan maatregelen’ is geschreven in het kader van het Maatschappelijke Programma Arbeidsomstandigheden dat TNO uitvoert in nauwe samenwerking met het Ministerie van SZW en sociale partners. TNO is een onafhankelijke innovatie-organisatie. TNO heeft als streven het verbinden van mensen en kennis om innovaties te creëren die de concurrentiekracht van bedrijven en het welzijn van de samenleving duurzaam versterken. Er zijn circa 3.500 professionals verbonden aan TNO, die bezig zijn met toepasbare kennis en oplossingen voor wereldwijde schaarsteproblemen. TNO focust haar inspanningen op zeven thema’s . Een daarvan is Gezond leven. Dan gaat het om het initiëren van technologische en sociale innovatie voor een gezonde inrichting van ons leven en onze samenleving. Meer op www.tno.nl