Tehilliem: Psalm 35 - een Joodse uitleg
Psalm 35 is een ontzagwekkend en wonderbaarlijk gebed over Davids vijanden. Zij zullen als kaf in de wind achtervolgd worden door de engel van G'd. David spreekt over zijn vijanden. Wie is onze vijand? Dat is de jetser hara (de neiging te zondigen) die constant tegen ons strijd en wil dat we zondigen tegen G'd. De Joden kunnen hiertegen strijden met behulp van de Tora en de niet-Joden met behulp van de Noachidische geboden. Alleen G'ds richtlijnen doen ons het kwaad overwinnen.
Tekst Psalm 35
Bestrijd, Eeuwige, wie mij bestrijden, vecht tegen mij wie mij bevechten, wapen U, grijp het schild, sta op om mij te helpen. Zwaai met Uw speer en strijdbijl en werp ze naar mijn achtervolgers. Zeg tegen mij: 'Ik ben het die je redt. Dat beschaamd en vernederd worden wie mij naar het leven staan, dat eerloos terugdeinzen wie mij kwaad willen doen.'
..
..
Dat van vreugde juichen wie willen dat mij recht wordt gedaan. Laat hen gedurig mogen zeggen: 'Groot is de Eeuwige, vrede wil hij voor zijn dienaar.' Van Uw gerechtigheid zal mijn tong spreken, van Uw roem wil ik zingen, dag aan dag.'
Hebreeuwse tekst Psalm 35 - תהילים לה
א לְדָוִד רִיבָה יְהוָה אֶת-יְרִיבַי לְחַם אֶת-לֹחֲמָי. ב הַחֲזֵק מָגֵן וְצִנָּה וְקוּמָה בְּעֶזְרָתִי. ג וְהָרֵק חֲנִית וּסְגֹר לִקְרַאת רֹדְפָי אֱמֹר לְנַפְשִׁי יְשֻׁעָתֵךְ אָנִי. ד יֵבֹשׁוּ וְיִכָּלְמוּ מְבַקְשֵׁי נַפְשִׁי יִסֹּגוּ אָחוֹר וְיַחְפְּרוּ חֹשְׁבֵי רָעָתִי. ה יִהְיוּ כְּמֹץ לִפְנֵי-רוּחַ וּמַלְאַךְ יְהוָה דּוֹחֶה. ו יְהִי-דַרְכָּם חֹשֶׁךְ וַחֲלַקְלַקֹּת וּמַלְאַךְ יְהוָה רֹדְפָם. ז כִּי-חִנָּם טָמְנוּ-לִי שַׁחַת רִשְׁתָּם חִנָּם חָפְרוּ לְנַפְשִׁי. ח תְּבוֹאֵהוּ שׁוֹאָה לֹא-יֵדָעוְרִשְׁתּוֹ אֲשֶׁר-טָמַן תִּלְכְּדוֹ בְּשׁוֹאָה יִפָּל-בָּהּ. ט וְנַפְשִׁי תָּגִיל בַּיהוָה תָּשִׂישׂ בִּישׁוּעָתוֹ. י כָּל עַצְמוֹתַי תֹּאמַרְנָה יְהוָה מִי כָמוֹךָמַצִּיל עָנִי מֵחָזָק מִמֶּנּוּ וְעָנִי וְאֶבְיוֹן מִגֹּזְלוֹ. יא יְקוּמוּן עֵדֵי חָמָס אֲשֶׁר לֹא-יָדַעְתִּי יִשְׁאָלוּנִי. יב יְשַׁלְּמוּנִי רָעָה תַּחַת טוֹבָה שְׁכוֹל לְנַפְשִׁי. יג וַאֲנִי בַּחֲלוֹתָם לְבוּשִׁי שָׂק עִנֵּיתִי בַצּוֹם נַפְשִׁיוּתְפִלָּתִי עַל-חֵיקִי תָשׁוּב. יד כְּרֵעַ-כְּאָח לִי הִתְהַלָּכְתִּי כַּאֲבֶל-אֵם קֹדֵר שַׁחוֹתִי. טו וּבְצַלְעִי שָׂמְחוּ וְנֶאֱסָפוּנֶאֶסְפוּ עָלַי נֵכִים וְלֹא יָדַעְתִּיקָרְעוּ וְלֹא-דָמּוּ. טז בְּחַנְפֵי לַעֲגֵי מָעוֹג חָרֹק עָלַי שִׁנֵּימוֹ. יז אֲדֹנָי כַּמָּה תִּרְאֶההָשִׁיבָה נַפְשִׁי מִשֹּׁאֵיהֶם מִכְּפִירִים יְחִידָתִי. יח אוֹדְךָ בְּקָהָל רָב בְּעַם עָצוּם אֲהַלְלֶךָּ. יט אַל-יִשְׂמְחוּ-לִי אֹיְבַי שֶׁקֶר שֹׂנְאַי חִנָּם יִקְרְצוּ-עָיִן. כ כִּי לֹא שָׁלוֹם יְדַבֵּרוּ וְעַל רִגְעֵי-אֶרֶץ דִּבְרֵי מִרְמוֹת יַחֲשֹׁבוּן. כא וַיַּרְחִיבוּ עָלַי פִּיהֶם אָמְרוּ הֶאָח הֶאָח רָאֲתָה עֵינֵנוּ. כב רָאִיתָה יְהוָה אַל-תֶּחֱרַשׁ אֲדֹנָי אַל-תִּרְחַק מִמֶּנִּי. כג הָעִירָה וְהָקִיצָה לְמִשְׁפָּטִי אֱלֹהַי וַאדֹנָי לְרִיבִי. כד שָׁפְטֵנִי כְצִדְקְךָ יְהוָה אֱלֹהָי וְאַל-יִשְׂמְחוּ-לִי. כה אַל-יֹאמְרוּ בְלִבָּם הֶאָח נַפְשֵׁנוּ אַל-יֹאמְרוּ בִּלַּעֲנוּהוּ. כו יֵבֹשׁוּ וְיַחְפְּרוּ יַחְדָּו שְׂמֵחֵי רָעָתִייִלְבְּשׁוּ-בֹשֶׁת וּכְלִמָּה הַמַּגְדִּילִים עָלָי. כז יָרֹנּוּ וְיִשְׂמְחוּ חֲפֵצֵי צִדְקִיוְיֹאמְרוּ תָמִיד יִגְדַּל יְהוָה הֶחָפֵץ שְׁלוֹם עַבְדּוֹ. כח וּלְשׁוֹנִי תֶּהְגֶּה צִדְקֶךָ כָּל-הַיּוֹם תְּהִלָּתֶךָ.
Luister naar Psalm 35
Luister naar Psalm 35 in het
Hebreeuws.
Toelichting op Psalm 35 van Rabbi Yitzchok Rubin
jetser hara
De jetser hara (de neiging te zondigen) is de grootste vijand van de mens. De jetser hara bestrijdt ons op vele plekken en heel subtiel, soms zo subtiel dat we het nauwelijks door hebben. David vraagt G'd om inzicht zodat hij het kwaad op alle niveaus kan bestrijden.
alleen G'd kent ons alleen Hij kan ons beschermen
Wanneer we door angst en onzekerheden worden getroffen is HaShem onze enige schild; Hij heeft ons geschapen en Hij kent ons als geen ander. Luister naar naar wat G'd onze ziel vertelt, Hij is onze heil. De jetser hara verschijnt in verschillende gedaantes en gebruikt verschillende wapens. Daarom moeten we ons wenden tot HaShem voor bescherming.
veel kwaad is een luchtspiegeling het bestaat niet echt alleen G'd bestaat
Veel kwaad is een luchtspiegeling dat zal wegwaaien zoals het kaf in de wind. We moeten ons realiseren dat alleen G'd bestaat. Dit stelt ons boven onze spirituele vijanden die ons beroven van onze ziel. Zonder G'd lopen we in het donker. Wanneer we ons tot HaShem wenden dan is dit het begin van de verlossing.
één waarheid
We moeten ons focussen op die ene waarheid: de ziekte die onze ziel teistert wordt veroorzaakt door innerlijke vijandige stemmen die spreken van rust en kalmte. Laten we kracht vinden in G'd en loyaal zijn aan Zijn wil voor de hele mensheid. Laat onze tong spreken van Uw gerechtigheid.
Per vers het commentaar van Rashi, de Joodse Bijbelcommentator die leefde van 1040-1105. Rashi wordt beschouwd als de leraar van de leraren. Door alle traditionele Joden wordt Rashi als autoriteit op het gebied van de Joodse Bijbel en de Talmoed beschouwd. Vandaar dat het belangrijk is om zijn commentaar op de Psalmen weer te geven. Rashi gebruikt nieuw Hebreeuws aangevuld met Oud Franse woorden. Zijn taalgebruik is soms wat orakelachtig kort. Voor nadere verklaring is het verstandig een orthodox Joodse rabbijn te raadplegen.
Vers 1
Van David. O Heer, strijd met hen die tegen mij streven, vecht tegen mijn vijanden.
O Heer, strijd met hen die tegen mij streven: Maak ruzie met degenen die ruzie met mij maken.
strijd: Hebreeuws לחם een uitdrukking van oorlog (מלחמה), en dus לחמי, vecht tegen degenen die met mij vechten.
Vers 3
En bewapen Uzelf met een speer en versper de weg voor mijn achtervolgers; zeg tegen mijn ziel: "Ik ben uw redding."
En bewapen Uzelf met een speer: Hebreeuws והרק. Bewapen Uzelf, zoals (in Exodus 15:9) "Ik zal mezelf bewapenen (אריק) met mijn zwaard"; (Gen. 14:14), "En hij bewapende (וירק) zijn getrainde mannen."
en versper de weg voor mijn achtervolgers: Bescherm tussen mij en hen, als een barrière.
tegen mijn ziel: Een moi meme in het Frans, tegen mezelf, zoals (in Jeremia 18:20): "want zij hebben een put voor mij gegraven (לנפשי)."
Vers 6
Moge hun weg donker en glad zijn, met een engel van de Heer die hen achtervolgt.
donker en glad: Beiden samen, zodat hun voeten op de gladde plaatsen zouden glijden en de duisternis hen niet zou moeten toestaan om op de gladde plaatsen te passen, zoals geschreven staat (in Jeremia 23:12): "Daarom zal hun weg voor hen zijn zoals gladde plekken in het donker: 'laat ze stoten en erin vallen'''
Vers 7
Want zonder reden hebben zij voor mij een put verborgen, ja een net; zonder reden hebben ze het voor mijn ziel gegraven.
hebben ze het voor mijn ziel gegraven: ze hebben een kuil gegraven waarin ik zou moeten vallen.
Vers 8
Moge de duisternis die hij niet kent over hem komen, en zijn net dat hij verborg zal hem verstrikken; in de duisternis kan hij erin vallen.
duisternis: Hebreeuws שואה, duisternis, broine in Oud Frans, duisternis.
en zijn net dat hij verborg: Zo is het de gewoonte om het net te verbergen en het te bedekken met stro of aarde, zodat degene die het passeert het niet opmerkt totdat hij erin vastzit.
Vers 9
En mijn ziel zal jubelen in de Heer; het zal zich verheugen in Zijn redding.
En mijn ziel zal jubelen: wanneer ik hun ondergang zie.
Vers 10
Al mijn botten zullen zeggen, o Heer, die is zoals U, die een arme man redt van iemand die sterker is dan hij en een arme man van iemand die hem berooft.
Al mijn botten: zal U voor alles loven, voor nu ...
Vers 11
Valse getuigen staan op; ze vragen me dingen die ik niet weet.
Valse getuigen staan op: constant tegen mij, etc.
Vers 13
Maar wat mij betreft, toen ze ziek waren, was mijn kleding een zak; Ik leed mijzelf met vasten en moge mijn gebed op mijn boezem terugkeren.
en moge mijn gebed op mijn boezem terugkeren: Dat wil zeggen: als ze zeggen dat ik mezelf alleen maar heb aangedaan vanwege hun schade, dat hun ziekte ernstiger zou worden, moge mijn gebed dat ik voor hen bad, naar mij terugkeren.
Vers 14
Ik liep rond alsof het een vriend was of alsof het mijn eigen broer was; Ik was gebogen van somberheid als de rouw van een moeder.
Ik liep rond alsof het een vriend was of alsof het mijn eigen broer was: Alsof het mijn broer of mijn vriend was; Ik liep depressief rond vanwege hun leed.
als de rouw van een moeder: Als een zoon die rouwt om zijn moeder of als een moeder die rouwt om haar zoon.
van somberheid: Hebreeuws קדר, een uitdrukking van zwartheid.
Ik was gebogen: Een uitdrukking van nederigheid.
Vers 15
En toen ik hinkte, verheugden zij zich en verzamelden zich; lamme mensen verzamelden zich over mij, [waarom,] ik weet het niet. Als ze zouden scheuren, zouden ze geen bloed trekken.
En toen ik hinkte, verheugden zij zich en verzamelden zich: En toen ik hinkte omdat ik een breuk had opgelopen, verheugden ze zich en verzamelden zich [om me heen].
lamme mensen verzamelden zich over mij: Hebreeuws נכים, lamme mensen, terwijl we vertalen "Farao-neco", חגירא, lamme. Menachem (p. 122f.) Associeerde het met (Jesaja 16:7), נכאים, gebroken van hart, amenuyze in Oud-Frans, verpletterd.
Als ze zouden scheuren, zouden ze geen bloed trekken: Als ze mijn vlees zouden scheuren, zou mijn bloed niet naar de grond stromen als ze me voor schut zetten [letterlijk: maak mijn gezicht wit].
Vers 16
Vanwege de vleierij van minachting voor voedsel, knarsetanden ze tegen me.
Vanwege de vleierij van minachting voor voedsel, knarsten ze: Vanwege de vleierij van minachting van eten en drinken, dat ze Saul vleien zodat hij ze te eten en te drinken geeft, knarsetanden ze tegen mij.
voedsel: Hebreeuws מעוג, een uitdrukking van eten, zoals (in I Koningen 17:12): "als ik voedsel heb (מעוג)", geschreven over Elia, maar Menachem (p. 130) interpreteerde het als een uitdrukking van een brood, en dus "als ik een cake heb (מעוג)."
Vers 17
O Heer, hoe lang zult U kijken? Keer mijn ziel terug uit hun duisternis, mijn enige uit jonge leeuwen.
hoe lang zult U kijken: Hoeveel geduld moet U hebben?
uit hun duisternis: Hebreeuws משאיהם, vanuit hun duisternis.
mijn enige uit jonge leeuwen: Dit verwijst naar "Keer mijn ziel terug." Keer mijn enige terug van jonge leeuwen.
Vers 19
Laat hen zich niet over mij verheugen, zij die mijn vijanden zijn voor een onrechtvaardige zaak, noch zullen zij die mij haten voor niets hun ogen knipogen.
zij die mijn vijanden zijn voor een onrechtvaardige zaak: die me haten vanwege een valse kwestie, dat ze tegen mij getuigen wat nooit in me opkwam. Laat ze zich niet verheugen over mijn ondergang.
die mij haten: Laat degenen die mij haten hun ogen niet naar mij knipogen, om mijn val met hun ogen te bespotten. יקרצו betekent seynt in Oud Frans, signaal.
Vers 20
Want zij spreken geen vrede, en tegen de verbrijzelde mensen van de aarde denken zij woorden van bedrog.
tegen de verbrijzelde mensen: Hebreeuws רגעי, tegen de verbrijzelde mensen van de aarde, en zo (in Jer. 31:34): "Wie wekt (רגע) de zee op"; (Job 7:5), "mijn huid rimpelde (רגע)." En zo legde Dunash legde het ook uit.
Vers 21
En ze openden hun mond wijd tegen mij en ze zeiden: "Aha! Aha! Onze ogen hebben gezien [wat we wilden]."
Aha! Aha!: Hebreeuws האח, een uitdrukking van vreugde van iemand die beroert met de lust van zijn hart, uit hun [sic] grote vreugde, dat zij hun lust tevreden zien.
Vers 23
Wek uzelf op en word wakker voor mijn oordeel, mijn G'd en mijn Heer, voor mijn zaak.
Wek uzelf op en word wakker: het hemelse gevolg om mijn zaak te beoordelen aan mijn vijanden.
In elk mens zitten krachten om het goede of het kwade te doen. Deze krachten heten in het Hebreeuws
'jetser hatov' (goede scheppende kracht) en de
'jetser hara' (slechte scheppende kracht). Omdat G'd de mens met een vrije wil heeft geschapen kan deze zelf kiezen om het goede of het slechte te doen.
De mens voert een innerlijke strijd tussen het goede en het kwade. Van jongs af aan neigt de mens naar het kwade. Het is makkelijker om het kwade of om niets te doen dan om het goede te doen. Mensen moeten echt hun hele leven aan hun karakter werken om goed te blijven handelen. Vergelijk dit met het leren spelen van een muziekinstrument. Wanneer u niet meer oefent zakt de kennis weg en speelt u slechter. Alleen als u uren oefent komt het succes. Het doen van het goede komt u ook niet vanzelf aanwaaien. Bovendien moet u vaak tegen de meerderheid opboksen.
Ter illustratie het volgende voorbeeld. Joden bestuderen de Tora om tot goede daden te komen. Antisemieten hebben getracht Joden van de Torastudie af te houden (Hitler wilde niet alleen van de Joden af, maar hij wilde ook het Jodendom vernietigen omdat dit een ethische godsdienst is. Zo was één van de eerste maatregelen van de nazi's tegen Joden in Nederland om de Joodse rituele slacht (sjechieta) af te schaffen. Hitler verheerlijkte het barbarisme). Joden zijn er om vervolgd. Het was verleidelijker voor Joden om voor het kwade te kiezen (de Tora niet meer naleven assimileren c.q. christen worden) om zo van de vervolgingen bevrijd te zijn. Toch bleven veel Joden de Tora trouw en realiseerden ze zich dat alleen HaShem bescherming kan bieden.
Het Jodendom leert dat een goed mens iemand is die GOEDE DADEN verricht. Een goed mens doet alles wat in zijn vermogen ligt het kwade te voorkomen. Alleen goede daden maken een mens dus tot een goed mens. Joden kunnen niet zeggen dat hun geloof in G'd voldoende is. Geloof is minder belangrijk dan daden. Aan geloof moet je werken door goede daden te verrichten. Het gaat derhalve om een actieve houding en niet om een passieve. Mensen moeten onderwezen worden in het doen van het goede. Voor Joden geldt hierbij de Tora als leidraad en voor niet-Joden zijn dat de Noachidische geboden. Deze geven richtlijnen om tot goede daden te komen en om het kwade te overwinnen. De Tora en de Noachidische geboden vormen G'ds wijsheid. Alleen G'd weet hoe de mens tot goede daden kan komen. Hij heeft de mens geschapen. Bovendien is de wereld geschapen aan de hand van de Tora dus kan alleen aan de hand van dit boek het kwaad overwonnen worden. Zonder Tora bestond de schepping niet.
Waarom wil G'd dat we ZELF tot goede daden komen met Zijn hulp? Omdat Hij wil dat we G'ds partner zijn in het scheppingsproces. Daarom verlangt hij van de mens een actieve inzet. Dit gebeurt met vallen en opstaan maar dat hoort bij het leerproces om een goed mens te worden. Met Zijn hulp weten we dat we een goed mens kunnen worden en het scheppingsproces kunnen voltooien. Het laatste zetje zal uiteindelijk de Joodse Masjiach geven. Met diens komst zal de aarde perfect zijn en hebben de nakomelingen van Adam en Eva de opdracht van G'd om de wereld om te vormen tot een 'woning' voor G'd voltooid. Dat was de reden waarom G'd Adam en Eva uit het Paradijs zette om zo de taak te kunnen volbrengen.
Nog een laatste opmerking over het kwaad. De Joodse wijzen merken terecht op dat veel kwaad een luchtspiegeling is. Het enige wat bestaat is G'd. Kwaad heeft geen schijn van kans wanneer het genegeerd wordt. Dit is de beste manier om zonden te voorkomen. Mocht het toch misgaan dan moet niet te lang stil gestaan worden bij zonden. Indien een zonde is begaan moet meteen gewerkt worden aan het herstel ervan door oprecht berouw te tonen. In de Tanja (magnum opus van Rebbe Schnuer Zalman van de Chabad Lubavitcher Chassidiem) staat dat seksuele zonden extra aandacht nodig hebben omdat deze de hersens beïnvloeden. Wie een seksuele overtreding begaat moet dubbel berouw tonen. Wie bijvoorbeeld normaliter 1 hoofdstuk Tora per dag bestudeert, moet dan twee hoofdstukken bestuderen. Wie normaliter 15 euro aan liefdadigheid besteedt moet in plaats daarvan 30 euro besteden.
Psalm 1 tot en met 92
Wilt u meer Psalmen lezen met een Joodse uitleg? Ga naar:
Psalmen 1 tot en met 92.