mijn kijk opDe film Agora en de hedendaagse godsdienst discussie
De film Agora (2009) zal niet bij velen bekend zijn. Toch speelt deze film in op een zeer actuele discussie in onze hedendaagse maatschappij, waar ook diverse politici in verschillende landen een rol in spelen. In dit artikel zal ik deze film gebruiken om mijn visie op de problematiek rondom godsdiensten in deze huidige samenleving weer te geven.
Inhoud van de film
Agora vindt plaats in het antieke Alexandrië in Egypte. Hierbij volgen we de filosofe
Hypatia, die een aantal leerlingen les geeft over diverse
wetenschappen en filosofische visies. Daarnaast is zij zelf voortdurend bezig met
filosofie en de bewegingen van de planeten met betrekking tot de zon. Hieromheen zien we langzaam de ontwikkeling van het christendom, die met veel geweld gepaard gaat. Allereerst zijn diverse provocaties tussen christenen en "heidenen" de oorzaak van een bloedbad, waar de christenen als overwinnaars uit naar voren komen. Bij deze overwinning wordt echter de gehele
bibliotheek vol met antieke
wetenschap vernietigd, iets wat we in de daadwerkelijke geschiedenis op meerdere plekken zien gebeuren. Het geschreven geheugen van de mensheid gaat hierbij verloren, er mag immers niet meer getwijfeld worden aan het woord van God, alle antieke wetenschap en filosofie gaat daar tegenin en moet vernietigd worden.
Vervolgens wordt het
christendom een macht van formaat en zijn de
joden de volgende groep die bloederig overwonnen wordt. Diverse provocaties monden uit in een slachting van christenen door joden, gevolgd door een vernietiging van de joden door deze vroege christenen. Het gelijk van de christenen wordt hierbij benadrukt, door het feit dat zij nog leven en god hen toegestaan heeft om de joden te doden. Althans, zo spreken de christenen. Iedere twijfel bij een individuele christen wordt weggenomen door argumenten ontleent aan God. Iemand vergeven, zoals Jezus deed, wordt hierbij gezien als jezelf vergelijken met
Jezus of
God: alleen god mag vergeven, de mens niet.
Tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen, zien we een band tussen de filosofe Hypatia en de prefect van
Alexandrië, die een oud-leerling van haar is. Deze prefect is ondertussen christen geworden en laat zich sterk beïnvloeden door Hypatia, die echter niks heeft met het geloof, maar meer met de antieke filosofie.
Hoewel de prefect een poging wil doen om de vrede tussen de verschillende geloven in de stad te doen terugkeren, is de bisschop van Alexandrië hier natuurlijk fel tegen gekeerd. Een ware machtsstrijd leidt er toe dat Hypatia gedood wordt in naam van het geloof, haar visie en gedrag gaan namelijk recht tegen het geloof in: ze is een heks.
De film in relatie tot de huidige rol van godsdienst
De regisseur heeft er alles aan gedaan om de boodschap van de film zo duidelijk mogelijk te maken: Het geloof is slecht, zelf denken (filosofie) is goed.Toch blijven de grote lijnen in de film geloofwaardig, ondanks dat de boodschap er zo dik opligt. Dit is ook juist de sterkte in de film, de hedendaagse discussie over
godsdienst wordt immers ook niet op een diepgaand niveau gevoerd. Juist het zien van een film als deze zal hopelijk een aantal mensen aan het denken zetten. Daarmee bedoel ik zowel dat iedere godsdienst gevaarlijk kan zijn, als dat wij mensen niet kunnen veroordelen aan de hand van welke godsdienst zij aanhangen. De persoon zelf verschilt immers altijd. Dat laat onverlet dat een godsdienst op zichzelf genomen per definitie slecht is.
Het feit dat het vermogen tot denken bij iedere godsdienst gedeeltelijk ontnomen wordt aan het
individu door een stel vooropgestelde, niet bewezen "feiten" zet de gelovige persoon immers in een gevaarlijk spel van menselijk machtsmisbruik.
Het is jammer dat er tegenwoordig nog steeds een geloof nodig is om de eeuwenoude vraag naar de zin van het leven te beantwoorden. Op de meeste andere vragen waar het geloof een antwoord op heeft, bestaan tegenwoordig immers alternatieven die veel plausibeler zijn. Naar mijn mening dient daarom ook de levensbeschouwing, zoals deze nu op scholen onderwezen wordt, meer gericht te worden op het beantwoorden van deze vraag. Daar zullen nog steeds godsdiensten bij onderwezen moeten worden, maar daar moet tevens meer nadruk gelegd worden op de antwoorden die diverse filosofen op deze vraag hebben, zoals
Camus,
de Sade,
Sartre,
Voltaire en noem ze maar op. Juist het ontbreken van kennis over de filosofie, voed de honger naar een simpele beantwoording van de vraag van de zin van het leven: de meest voor de hand liggende optie is de godsdienst, die echter ongewenste bijeffecten heeft.
Daarnaast moeten wij als
Nederlandse samenleving ook de hand in eigen boezem steken. Nog steeds strijken wij over ons hart tegenover het christelijke geloof. De
paus, die met zijn uitspraken persoonlijk medeverantwoordelijk is voor het verspreiden van ziekten als AIDS, wordt zelfs door de meerderheid van de ongelovige autochtone Nederlanders met een zeker respect bejegend. De "seculiere" staat die wij pretenderen te hebben wordt nog steeds beheerst door partijen die uit een godsdienst ontstaan zijn (
CDA,
Christen-Unie). De zondag is vanwege de winkeltijdenwet nog steeds een verplichte rustdag, hoewel velen van ons geen christenen zijn. Zo zijn er nog veel meer onderwerpen die in onze politiek en wetgeving door godsdiensten bepaald worden, in plaats van het rationele denken.
Mijn boodschap is dat wij niemand op basis van
godsdienst kunnen veroordelen zonder onszelf eerst te veroordelen. Wel kunnen wij de godsdienst op zichzelf als verschijnsel in deze tijd veroordelen. Daarbij moeten wij ons niet richten tot de islam als "godsdienst van buiten", maar op godsdiensten als geheel. Aangezien de staat feitelijk geen enkel geloof kan aanhangen, dient deze ook geen voorkeur voor een godsdienst te hebben: die zie ik nu wel in de positie van het christendom. Het feit dat vele ongelovigen, uit een soort van gewenning, deze
religie deel hebben gemaakt van de samenleving zorgt er wederom voor dat de christelijke '
moraal' de aanval opent op een ander geloof. Ditmaal de islam. Hoe is het mogelijk dat een politieke discussie in deze tijd, waarin we qua wetenschap zo ver gevorderd zijn, nog steeds beheerst wordt door invloeden vanuit godsdiensten? Laat iedereen zijn eigen godsdienst aanhangen, zolang er niemand er lastig mee wordt gevallen of de interpretatie van de godsdienst ingaat tegen de rechten van de mens. De staat dient zich terug te trekken uit iedere vorm van godsdienstig denken en moet functioneren op basis van rationaliteit. Wat voor geloof iemand aanhangt moet ieders eigen zaak zijn, maar een geloof mag nooit verstrengeld zijn met de
macht.
Uit bovenstaande volgt dat als een
regering niet één godsdienst mag voortrekken boven een andere, dat een regering ook nooit één godsdienst mag veroordelen ten gunste van een andere. Dan komen we terecht in de valkuil die Agora ons probeert te onthullen. De huidige strijd tussen godsdiensten woedt gelukkig nog niet eens half zo erg als in
Agora, maar men dient zich er wel bewust van te zijn dat er een wrijving is tussen diverse groeperingen in de
samenleving. Juist door het kiezen van een kant, wordt de wrijving groter in plaats van minder.