De betekenis van Hemelvaart stelt je geloof op de proef
Veertig dagen nadat Hij met Pasen aan het kruis gestorven was steeg Jezus op naar Zijn Vader. Met zijn dood overwon hij de duivel, ‘de vorst van de dood’ en opende hij de hemelpoorten voor de rechtvaardigen die uitzagen naar de Verlosser. Daarmee bevrijdde hij de reeds gestorvenen uit het dodenrijk en alle rechtvaardigen die nog zouden sterven. Allen die niet in Hem geloven wacht na de dood de hel van de verdoemden. Zijn verrijzenis is dan ook de hoogste waarheid van het christelijk geloof.
Stap te ver
Het zijn straffe woorden die tot de verbeelding spreken. Dat kan er toe leiden dat christenen dit een stap te ver vinden gaan. Mensen geloven liever in lieve sprookjes dan in de weerbarstige werkelijkheid. Daarom is de verleiding groot te denken dat het slechts om symboliek gaat. Uiteraard weten we niet hoe de hemel of de hel eruit zien, daarom zoeken we onze toevlucht noodgedwongen tot beeldspraak. Dit betekent echter niet dat de hel niet bestaat, zoals veel mensen gemakshalve aannemen. De hel is de tegenpool van de hemel.
Feit
Jezus’ dood aan het kruis zou betekenisloos zijn als de hel en de duivel er niet zouden zijn, ook al hebben wij nog zoveel moeite het bestaan ervan aan te nemen. Dat Jezus deze dood gestorven is, is een feit, geboekstaafd door vele getuigen; de vrouwen die Hem als eersten na zijn dood ontmoetten en de apostelen aan wie Hij daarna verschenen is. Aan Petrus en vervolgens aan de Twaalf (Judas de verrader was intussen opgevolgd door een andere apostel).
500
Daar bleef het niet bij. Jezus verscheen verder onder meer aan ruim vijfhonderd broeders tegelijk (Kor.15,5-6). Hij had zijn apostelen van te voren verteld van zijn verrijzenis, maar zij geloofden het niet. Omdat zij het niet konden bevatten. Net zomin als velen nu nog steeds de Hemelvaart en de betekenis ervan kunnen bevatten en het afdoen als fabel, folklore, cultuurgoed, beeldspraak. Zij bevinden zich daarmee in goed gezelschap zoals in de evangeliën van de apostelen in het Nieuwe Testament te lezen valt.
Ongeloof
Markus zowel als
Lukas schrijven dat Maria Magdalena de eerste was die Jezus na Zijn dood weer zag. Zij ging meteen naar Zijn discipelen en vertelde dat Jezus nog leefde en dat zij Hem met eigen ogen had gezien. Maar de mannen geloofden het niet.
Diezelfde dag liepen twee van hen naar het dorp Emmaüs, tien kilometer buiten Jeruzalem. Onderweg zagen zij Jezus, maar zij herkenden hem niet. Nadat hij zich aan hen bekend gemaakt had gingen zij terug om het aan de anderen te vertellen. Maar die geloofden het ook nu nog niet.
Geest
Lukas voegt eraan toe dat op dat moment Jezus plotseling bij hen is. Ze schrikken en denken dat Hij een geest is. Waarop Jezus hen zijn handen en voeten laat zien en hen iets te eten vraagt (een geest hoeft immers niet te eten).
Johannes vermeldt in zijn evangelie dat Thomas er op dat moment niet bij was en evenmin kon geloven wat de anderen hem vertelden, totdat hij “…de wonden van de spijkers in Zijn handen ziet en met mijn eigen hand kan voelen dat Hij een wond in Zijn zij heeft!” Acht dagen later zijn de discipelen weer bij elkaar en dit keer is Thomas er wel bij. "Zij hadden de deur op slot gedaan, uit angst voor de joden, en ineens was Jezus in hun midden."
Geschiedvervalsing
Mattheüs vertelt ons dat de bewakers van het graf van Jezus naar de leidende priesters gingen zodra bleek dat het graf leeg was. De Hoge Raad werd onmiddellijk bijeengeroepen en besloot de bewakers te laten zeggen dat ze in slaap gevallen waren, waardoor de discipelen van Jezus Zijn lichaam hadden kunnen weghalen. De bewakers namen de steekpenningen aan en deden wat hen was opgedragen. Zo ontstond dit verhaal onder de joden en zij geloven dat nog steeds.
Mysterie
In de Handelingen van de apostelen schrijft Lukas nog dat Jezus gedurende veertig dagen na Zijn kruisiging van tijd tot tijd bij de apostelen was en op allerlei manieren bewees dat Hij het
echt zelf was. Al met al is de verrijzenis van Jezus behalve een historisch gebeuren nog steeds vooral een mysterie van het geloof dat de geschiedenis overstijgt. De verrijzenis bevestigt de Godheid van Christus, evenals alles wat Hij gedaan en ons geleerd heeft, en vervult alle beloften van God aan ons. Bovendien is de Verrezene, als Overwinnaar over zonde en dood, het beginsel van onze rechtvaardiging en onze
eigen verrijzenis: nu al bewerkt Hij voor ons de genade, doet Hij ons werkelijk delen in Zijn leven, om uiteindelijk, op het einde der tijden, ook
ons lichaam te doen verrijzen. Met verstand kom je hier niet ver. Er is geloof voor nodig om dit mysterie aan te kunnen nemen.