Beschermheilige van armen en daklozen – Benedictus Labre
Van alle beschermheiligen in de Rooms-Katholieke Kerk is Benedictus Labre (1748 – 1783) een patroonheilige die tot de verbeelding spreekt. Afgewezen door alle mogelijke kloosters waar hij zich meldde – of hij nam zelf teleurgesteld afscheid – vatte hij het plan op om zwervend als een bedelmonnik zijn leven aan God te wijden, als een ‘vagebond van God’. Het is dan ook niet verwonderlijk dat hij de schutspatroon van de armen en daklozen werd. Veel Europese opvangtehuizen voor daklozen zijn vernoemd naar Benedictus Labre. Zijn feestdag is 16 april (sterfdag). Hij bezocht tal van bedevaartplaatsen om er te bidden. In Rome werd hij in praktisch alle kerken gezien. Zijn leven stond mede in het teken van buitengewone verschijnselen, zoals op twee plaatsen tegelijk vertoeven, lichtschijnsels rond zijn lichaam en visoenen die hij deelde. Benedictus Labre werd in 1881 heilig verklaard.Warning: Undefined array key 12 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 360
Inhoud
- Jonge jaren van Benedictus Labre
- Keerpunt in zijn leven
- Mislukt kloosterleven
- Zwervend bestaan
- Verguisd en mishandeld
- Rome
- Wonderdaden
- Dood van Benedictus Labre
- Heiligverklaring
- Attributen en iconografie
- Patronaat
- Aanroeping van Benedictus Labre
Jonge jaren van Benedictus Labre
Benedictus Jozef Labre (Benoît Joseph Labre) werd geboren op 25 maart 1748 en stierf op 16 april 1783. Hij groeide op in zijn geboorteplaats Amettes (Noord-Frankrijk) als de oudste van een groot gezin (15 kinderen). Zijn ouders, Jean-Baptiste Labre en Anne-Barbe Grandsire, hadden een goedlopend winkeltje, waardoor het gezin relatief welvarend was. Zijn vroege belangstelling voor religieuze kwesties deden de ouders besluiten om hem in nauw contact te brengen met twee heerooms, een van moeders en later van vaders kant (pastoor in Érin), van wie hij lering kreeg over alle mogelijke religieuze zaken in het katholicisme.
Keerpunt in zijn leven
De vroege religieuze ontwikkeling van Benedictus Labre vond plaats in een periode dat de streek hard getroffen werd door ziekten en epidemieën. Met name in 1766 vielen er veel slachtoffers. Benedictus hielp mee met het verzorgen van de zieken en assisteerde bij de pastorale taken van zijn heeroom. In dat jaar werd ook zijn mentor ernstig ziek.Levenspad
De ziekte en dood van zijn leermeester vormden een kantelpunt in zijn leven. Hij verliet de streek waar hij geboren en getogen was en volgde een levenspad dat in het teken stond van gebed en armoede, geheel naar Jezus' voorbeeld. Met op de achtergrond het toenemend materialisme zou zijn levenswijze een sociale uitdaging vormen en oproepen tot bezinning.Mislukt kloosterleven
Er doen veel verhalen de ronde over het feit dat het kloosterleven niet aan Benedictus besteed was. Hij zou tal van keren zijn afgewezen door abten, maar ook op eigen initiatief bepaalde kloosters weer verlaten hebben. De abt van het klooster La Grande Trappe in Sept-Fons (Midden-Frankrijk) zou tegen hem gezegd hebben: 'God wil u hier niet. U bent nog te jong’. Daar kwam bij dat Benedictus geen aanbeveling had, wat in die tijd belangrijk was. Een kartuizerij durfde het niet aan, vond het te gevaarlijk, en wees hem af omdat tijdens de epidemie al zo veel broeders waren overleden.Kartuizers
De Orde der Kartuizers had kloostergemeenschappen gesticht die in het teken stonden van 'afzondering en eenzaamheid in gezamenlijkheid'. Uiteindelijk werd hij opgenomen in een van die gemeenschappen, maar hij realiseerde zich al snel dat dit soort toewijding aan God niet bij zijn karakter paste. Hij verwachtte troost in hun spartaanse levenswijze, maar daar kwam hij van terug. Ook bij de cisterciënzers in Autun (Bourgogne) lukte het niet, omdat hij daar een ziekte onder de leden kreeg. Na al deze mislukte pogingen daagde het besef dat zijn toewijding tot God niet in de kloosters lag. Hij besloot een geheel eigen weg te gaan, met God als enige metgezel. Een zwervend bestaan naar bedevaartsoorden en godshuizen. In Rome zou hij nagenoeg alle kerken bezoeken en werd de 'vagebond van God' mede om die reden ‘bedelaar van Rome' genoemd.

Zwervend bestaan
In de daaropvolgende jaren pelgrimeerde Benedictus Labre vanuit Noord-Frankrijk naar het zuiden, dwars door Zwitserland naar Italië, waarna hij uiteindelijk in 1771 in Rome arriveerde. Hij leefde als een bedelaar en nam genoegen met wat de mensen hem gaven. Onderweg bezocht hij bedevaartplaatsen in Frankrijk, Zwitserland en Italië. Zelfs werd hij gezien in Santiago de Compostella in Spanje. En in Napels, en op tal van andere plaatsen waar heiligen hadden geleefd of waar ze waren begraven.Verguisd en mishandeld
Nooit is er een dagboek van Benedictus Labre gevonden waarin hij mogelijk zijn religieuze en spirituele queesten en bespiegelingen zou hebben opgeschreven, ondanks het feit dat het aannemelijk is dat hij kon lezen en schrijven. Hij sliep in de open lucht, was haveloos gekleed en reisde te voet. Het is niet bekend of hij tijdens zijn omzwervingen ook een lift met boerenkarren of ander vervoer accepteerde. Datgene wat hij kreeg aan etenswaren deelde hij steevast met andere behoeftigen die hij tegenkwam. Vaak werd hij verguisd en nagetrapt. Hij sprak weinig, bad des te meer en liet de mishandelingen door de medemens gelaten over zich heenkomen.Rome
Naar verluidt leefde hij vanaf eind 1771 in Rome, vaak weggekropen in een gat in een oude stadsmuur, en bij het Colosseum. Hij zou vrijwel alle kerken gekend hebben en er regelmatig hebben gebeden. Tijdens plechtigheden en speciale diensten was hij doorgaans aanwezig, eenzaam en alleen in een kerkbankje, nablijvend om te bidden. Hij leefde met andere woorden als een dier te midden van de mensen, slapend in hoeken en gaten van eeuwenoude gebouwen.Wonderdaden
Gedurende zijn hele zwervende bestaan deelde hij het brood met andere bedelaars die hij ontmoette. Zelfs wordt vermeld dat hij zijn aalmoezen soms vermenigvuldigde, zoals Jezus met het brood had gedaan. Ook zou hij mensen hebben genezen. Verder zou men lichtschijnsels om hem heen hebben waargenomen, en aura’s. Hij zou visioenen hebben gehad, soms geëxalteerd zijn geweest. Hij zou zelfs op twee plaatsen tegelijk zijn gezien.