mijn kijk opEen christelijke kijk op homoseksualiteit
Seksuele gemeenschap tussen mannen (of tussen vrouwen) is altijd een heikel punt geweest. Binnen het christendom werd dit lange tijd zelfs als een zonde gezien die zo verschrikkelijk is dat alleen de doodstraf een geschikte hiervoor was. Het is echter de vraag of een christen Bijbels gezien kan onderbouwen dat gemeenschap tussen mannen een zonde is die erger is dan andere zonden en daarom een bijzondere plaats verdient. Dit lijkt niet het geval te zijn. Op basis van de manier waarop de Bijbel als geheel naar homoseksualiteit kijkt, dus zowel in de strenge wetten van het Oude Testament als onder de genade die het Nieuwe Testament biedt, lijkt het namelijk niet zo te zijn dat men met homoseksuelen strenger om moet gaan dan met andere zondaars.
Seksuele gemeenschap tussen mannen in de wet
In Leviticus 18:22 en 20:13 staan de wetsteksten over seksuele gemeenschap tussen mannen. Deze wetten zijn hard en duidelijk in hun oordeel. De betrokken mannen hebben een gruwel begaan en verdienen de doodstraf hiervoor. Dit roept echter de nodige vragen op. Wat betekent het dat gemeenschap tussen mannen een 'gruwel' is? Hoe verhoudt de wet zich tot andere wetten over seksuele gemeenschap? En waarom eigenlijk de doodstraf?
De term 'gruwel'
Doordat seksuele gemeenschap tussen mannen in de Bijbel een
tow`ebah (doorgaans vertaald als 'gruwel') genoemd wordt lijkt het erop dat er hier sprake is van een bijzonder vieze zonde is. Als men echter kijkt naar de manier waarop het woord
tow`ebah in de wet gebruikt wordt, dan lijkt dit mee te vallen. De term
tow`ebah wordt door de wet heen namelijk gebruikt om veel verschillende soorten volgende zaken te duiden:
- Afgoden en alle onderdelen van afgodendiensten (Lev. 18:21; Deut. 7:25-26; 12:29-31)
- Het eten van onrein voedsel (Deut. 14:3)
- Waarzeggerij en andere occulte zaken (Deut. 18:9-14)
- Cross-dressing (Deut. 22:5)
- Het gebruik van via prostitutie verdiend geld in de tempel (Deut. 23:18)
- Scheiden en hertrouwen met dezelfde persoon (Deut. 24:4)
- Het gebruik van valse gewichten om mensen op te lichten (Deut. 25:13-16)
Dat iets volgens de wet een
tow`ebah is lijkt niet te willen zeggen dat het viezer is dan iets anders. Het wil vooral zeggen dat het zondig is, omdat het ingaat tegen het plan dat God met de Israëlieten had. De term
tow`ebah wordt namelijk alleen gebruikt om daden van Israëlieten te beschrijven. Om gruwelijke daden van andere volken te beschrijven wordt het woord
shiqquwts gebruikt. Het is belangrijk om dit in het achterhoofd te houden als men nadenkt over homoseks(ualiteit) en de manier waarop God naar homoseksuelen kijkt.
De verhouding van de wetten over gemeenschap tussen mannen tot andere wetten over seksuele gemeenschap
In Leviticus 20:10-21 en Deuteronomium 22:22-30 staan de wetten over seksuele gemeenschap beschreven vanuit het perspectief van de man. Gemeenschap met de vrouw van een ander, met een man, met een dier, een direct familielid, een ongestelde vrouw, tantes of ooms leiden volgens Leviticus allemaal tot de doodstraf.
In Deuteronomium wordt gesproken over gemeenschap tussen ongehuwde mannen en vrouwen en verkrachting. Als een vrouw in ondertrouw is en een andere man dan haar aanstaande echtgenoot heeft gemeenschap met haar, dan moeten zij beiden ter dood gebracht worden. Is er sprake van verkrachting, dan moet alleen de dader ter dood gebracht worden. Kon het slachtoffer om hulp schreeuwen, maar heeft zij dit nagelaten, dan krijgt ook zij de doodstraf. Bij gemeenschap tussen twee mensen die niet getrouwd en niet in ondertrouw zijn luidt het oordeel dat de man de vader van het meisje een vergoeding moet betalen en met haar moet trouwen.
Op gemeenschap met een andere man stond dezelfde straf als op elke vorm van seks buiten het huwelijk tussen man en vrouw, waarbij gemeenschap tussen twee vrijgezellen, of twee mensen die samen in ondertrouw zijn, een uitzondering was. Die moesten met elkaar trouwen. Voor mensen die homoseksueel waren vielen deze wetten extra zwaar, omdat zij binnen de wet geen seksuele relatie konden opbouwen.
Waarom de doodstraf?
Over de redenen dat op gemeenschap tussen mannen de doodstraf stond kan men alleen maar gissen. Het lijkt in ieder geval niet zo te zijn dat de doodstraf het middel was om het monogame huwelijk te beschermen, omdat er binnen de wet ruimte was voor polygame huwelijken.
1 Ook al moet worden gezegd dat de Bijbel vrijwel alleen maar negatief is als het gaat om polygame huwelijken.
2
Het verbod op gemeenschap tussen mannen, met de daarbij horende doodstraf, lijkt dus niet als doel te hebben gehad het monogame huwelijk te beschermen. Het lijkt er eerder op dat de redenen voor het verbod en de zware straf gezocht moeten worden in de scheppingsorde. God maakte de man en vrouw, volgens het boek Genesis, zodat de man de vrouw kon aanhangen (Gen. 2:24) en zij hem kon helpen (Gen 2:18). God gaf hen hierbij de opdracht om zich voort te planten (Gen 1:27-28).
3
Volgens Busenitz (bron 4) heeft homoseksualiteit geen plaats in Gods bedoelingen met de mens omdat homoseksuelen genetisch gezien niet in staat zijn om zich voort te planten. Zij kunnen niet aan de opdracht voldoen en helpen dus niet met het vullen van de aarde met mensen. Het kan daarom zijn dat 'geen plaats hebben in Gods bedoelingen met de mens' inhield dat zij uit de schepping verwijderd moesten worden, ofwel gedood. Al zou dan hetzelfde gezegd moeten worden iedereen die weigert om kinderen te krijgen.
Homoseksualiteit in het Nieuwe Testament
In het Nieuwe Testament komt het onderwerp homoseksualiteit niet veel aan bod. Er zijn drie
4 passages waarin het langskomt, waarvan twee (1 Kor. 6:9-10 en 1 Tim. 1:10) zogenaamde 'zondencatalogi' zijn, lijsten met zonden waarin seks tussen mannen genoemd wordt (homoseksualiteit in de zin van geaardheid wordt dus eigenlijk niet genoemd hierin, maar de seksuele daad tussen mannen onderling). In deze catalogi wordt echter gesproken over schandknapen en knapenschenders, wat duidt op prostitutie door mannen, niet op gemeenschap tussen mannen in het algemeen. De derde tekst is Romeinen 1:26-27. In deze tekst noemt Paulus gemeenschap tussen twee vrouwen en gemeenschap tussen twee mannen 'tegennatuurlijk' en stelt hij dat God mensen die hieraan doen heeft overgegeven aan hun eigen "
schandelijke lusten".
Het concept 'natuur' was volgens Dunn (bron 1) geen Joods concept, maar door Paulus geleend van de Stoïcijnen, die 'natuurlijk leven' omschreven als het leven in harmonie met de natuurlijke orde en haar goddelijke rationaliteit. Paulus paste dit principe toe op het leven in harmonie met de wil van God. Met 'natuur' wordt dus niet bedoeld hoe men biologisch in elkaar zit, maar waarvoor men is geschapen door God.
Voor Paulus was gemeenschap tussen mannen niet de oorzaak van de breuk van de relatie tussen God en de betrokken mensen, maar eerder een gevolg. God geeft de mannen en vrouwen over aan hun lusten omdat zij geen relatie met Hem willen. Het lijkt er daardoor, volgens Dunn, op dat Paulus in zijn brief refereerde naar heidense godsdiensten, waarin gemeenschap tussen mannen normaal was en hoog gewaardeerd werd. Dit is echter niet uit de tekst op te maken.
De wet in het Nieuwe Testament
Om te begrijpen waarom Paulus homoseks(ualiteit) niet als reden ziet voor de breuk in de relatie tussen mensen en God moet men begrijpen hoe de wet in het Nieuwe Testament wordt gezien en welke rol de wet en zonde in het Nieuwe Testament spelen.
De wet
Een belangrijke tekst over de manier waarop in het Nieuwe Testament naar de wet wordt gekeken is Jakobus 2:10-11. Daarin staat: "
Want wie de gehele wet houdt, maar op één punt struikelt, is schuldig geworden aan alle (geboden). Want Hij, die gezegd heeft: Gij zult niet echtbreken, heeft ook gezegd: Gij zult niet doodslaan. Indien gij nu geen echtbreuk pleegt, maar wel doodslag5, zijt gij toch een overtreder van de wet geworden."
Deze verzen stellen dat het in Gods ogen niet veel uitmaakt wat voor zonden we plegen. Alle zonden creëren afstand tussen God enerzijds en mensen anderzijds. Ook al lijken sommige zonden ons erger dan anderen (velen zullen een moord bijvoorbeeld erger vinden dan overspel) maakt het voor de relatie met God niet veel uit welke zonde je pleegt. De wet is namelijk één geheel dat geheel gehouden wordt, of geheel gebroken wordt. Mensen kunnen zichzelf dus niet beschrijven als iemand die de wet niet (echt) breekt omdat zij de meeste geboden, of zogenaamde belangrijkere geboden, wel houden, terwijl zij anderen niet houden.
Wat zegt dit over homoseksualiteit?
Over seksuele geaardheid zegt dit vrij weinig, aangezien geaardheid niet als zonde is omschreven. Over seks tussen mannen (of vrouwen) onderling zegt het wel veel. Waar gemeenschap met iemand van het zelfde geslacht binnen het christendom met grote regelmaat een bijzondere plaats kreeg, in de zin van dat het erger zou zijn dan andere zonden en dus ook harder afgestraft moet worden, blijkt dit niet te rechtvaardigen te zijn. Iemand die zich heeft bezondigd aan gemeenschap met iemand van hetzelfde geslacht staat niet verder bij God vandaan dan een ander, maar is, niet meer of minder dan de ander, een zondaar.
En als iemand een homoseksuele relatie heeft en dus 'in zonde leeft'?
Dan lijkt het een ander verhaal te worden. Hoe we het ook wenden of keren, gemeenschap tussen mannen (of tussen vrouwen) blijft een zonde en daardoor is het niet goed te keuren, net zoals alle andere zonden niet goed te keuren zijn. Het is echter de vraag of alleen mensen die leven in een homoseksuele (of lesbische) relatie 'in zonde leven'. In Romeinen 7:15 beschrijft de apostel Paulus namelijk zijn eigen 'leven in zonde': "
Want wat ik uitwerk, weet ik niet; want ik doe niet wat ik wens, maar waar ik een afkeer van heb, dat doe ik."
Volgens Dunn (bron 1) beschrijft Paulus hier een slavernij onder protest, of de gefrustreerde onmacht van iemand die in de vernieuwing van de Geest moet leven terwijl hij nog steeds in het vlees is. Hij wil het goede doen, maar doet het slechte.
Paulus zei dit niet vanuit een valse bescheidenheid. Denk namelijk maar eens na over alle kleine zonden die je op een dag begaat. Hoeveel mensen je bent tegengekomen die je niet genoeg liefde getoond hebt. Hoeveel mensen je had moeten helpen. De zwerver op straat waar je voorbijliep. En zelfs als we met grote regelmaat anderen liefde tonen en helpen, dan nog schieten we waarschijnlijk regelmatig tekort. Zo ook Paulus, die begreep dat vanuit het vlees wij niet altijd het goede kunnen doen. Niet alleen mensen in een homoseksuele (of een lesbische) relatie leven in zonde. Dat doet iedereen. Hiermee is niet gezegd dat men het dan maar goed moet vinden, maar is wel gezegd dat iemand die in een homoseksuele relatie leeft in hetzelfde zondige bootje zit als iedereen.
Gods bedoelingen met de mens in het Nieuwe Testament
Dit alles roept de vraag op hoe het nu zit met Gods bedoelingen met de mens. Als homoseksuelen daar in Oudtestamentische tijden niet in pasten, waarom dan nu ineens wel? Deze vraag kan men ook stellen over andere zondaars die met de dood veroordeeld werden, zoals mensen die zich met overspel bezighielden en mensen die zich bezig hielden met occulte zaken. Voor allen geldt hetzelfde antwoord. De bedoeling is veranderd. Centraal staat het heil van de mens, welke verkregen kan worden door bekering en het aanvaarden van Jezus als verlosser. Binnen deze bedoeling met de mens past het niet om iemand te doden vanwege een zonde, omdat doden zich niet kunnen bekeren, terwijl levenden dit wel kunnen.
Wat moeten mensen die homoseksueel zijn doen?
In zijn eerste brief citeert de apostel Petrus een uitspraak van God: "
Weest heilig, want Ik ben heilig (1 Pet. 1:16). Omdat God dit zei moeten wij ons volgens Petrus niet voegen naar de begeerten uit de tijd van onze onwetendheid, maar heilig worden in al onze wandel (1 Pet. 1:14-15). Dat betekent dat mensen die homoseksueel (of lesbisch) zijn precies hetzelfde moeten doen als iedereen die zondigt. Namelijk er op de een of andere manier aan werken om niet te zondigen door gemeenschap te hebben met iemand van het eigen geslacht, of hiermee ophouden, ook al is dat moeilijk. Het feit dat wij 'in zonde leven' doet hier niets aan af, maar moet wel oproepen voor begrip voor hen die het hier moeilijk mee hebben.
Maar homoseksualiteit is natuurlijk, dus kan je niet van iemand vragen om ermee te stoppen
Dat klopt. Het feit dat een gedeelte van de mensen zich van nature seksueel aangetrokken voelt tot mensen van hetzelfde geslacht is waar.
6 Ook is het waar dat de Bijbel heel veel vraagt van deze mensen, maar zij zijn niet de enigen van wie veel gevraagd wordt. In een tijd waarin pornografie anoniem, gratis en toegankelijk is voor iedereen worstelen ook veel heteroseksuelen met hun natuurlijke voorkeur voor een diversiteit aan levenspartners. Homoseksuelen (en lesbiennes) zijn dan ook niet de enigen die worstelen met hun natuur. Sinds de zondeval, beschreven in Genesis 3, zit zonde volgens de Bijbel in de natuur van mensen.
Hoe moeten mensen en kerken met homoseksuelen omgaan?
Het antwoord op deze vraag is simpel en elegant. Men hoeft namelijk helemaal niet anders met homoseksuelen om te gaan dan met andere mensen. Veruit de meeste homoseksuelen weten wel ongeveer wat er in de Bijbel staat over homoseksualiteit. Het probleem voor hen is dan ook niet een gebrek aan informatie en zij zijn niet geholpen met een extra veroordeling door een medegelovige. Wel worstelen zij met hun eigen natuur en moeten kerken hen hiermee helpen, zoals kerken alle mensen moeten helpen die worstelen met hun eigen zondige natuur, of deze nou leidt tot gemeenschap met mensen van hetzelfde geslacht, of tot het begaan van andere zonden.
1 Volgens Deuteronomium 22:28-29 was de straf voor een gehuwde man die met een ongehuwde en ook niet verloofde vrouw vreemdging dat hij haar ouders de bruidsprijs moest betalen en met haar moest trouwen. Hiermee ontstond een polygaam huwelijk. Ook kon een man een slavin als vrouw nemen en naast haar met nog iemand trouwen (Ex. 21:7-11).
Hiernaast was er het leviraatshuwelijk, waarbij een man ervoor zorgde dat zijn overleden, kinderloze, broer officieel erfgenamen kreeg (Deut. 25:5-10), al is het volgens Arkeraats (bron 5) niet duidelijk dat het leviraatshuwelijk tot een polygaam huwelijk kon leiden, omdat niet duidelijk is of een getrouwde broer ook aan de verplichtingen hiervan moest voldoen. In het enige voorbeeld van zo'n huwelijk, in Genesis 38, is er namelijk geen sprake van een getrouwde broer. Ook staat er in de wet dat het gaat om broers die bij elkaar wonen.
2 De Bijbel bevat een aantal voorbeelden van polygame huwelijken en de negatieve gevolgen hiervan. Zo is er de relatie tussen Abram en zijn vrouwen Sarai en Hagar, waarin Sarai zich minder voelde omdat zij Abram geen kind kon schenken (Gen 16:1-6). Datzelfde gevoel had ook Hanna, de vrouw van Elkana, wiens andere vrouw Peninna wél kinderen kreeg (1 Sam. 1). Hiernaast is er het verhaal over koning Salomo, die zich door zijn 700 hoofdvrouwen en 300 bijvrouwen liet verleiden tot het vereren van een waslijst aan afgoden, tot woede van God (1 Kon. 11:1-9). Ook vertelt de Bijbel over Jakob en zijn vrouwen Lea en Rachel. Jakob hield meer van Rachel, waardoor God besloot om Lea's moederschoot te openen terwijl Hij die van Rachel dichthield. Dit leidde tot wederzijdse spanning. Lea leed onder het feit dat Rachel de favoriete vrouw van Jakob was, terwijl Rachel jaloers werd op Lea (Gen 29:31-30:8).
3 Voortplanting werd in het Oude Israël niet als iets onbelangrijks gezien. Volgens Psalmen 127 en 128 zijn kinderen, met name zonen, een geschenk van de Heer die een verrijking zijn voor het gezin. Allen (bron 3) zegt hierover dat in Psalm 127:3-5 wordt gefocust op het vermogen van zonen om hun vader te beschermen tijdens zijn oude dag, wanneer hij zelf niet meer in staat is om dit te doen. Een voorbeeld van deze bescherming is die in de rechtsspraak, welke verliep via de oudsten bij de stadspoort (en niet via een rechtbank, zoals vandaag de dag in Nederland, waar ieders rechten worden bewaakt door rechters en advocaten). Als een vader onterecht werd beschuldigd, sprongen zijn zoons hem te hulp en zorgden dat hij eerlijk behandeld zou worden. In Psalm 128:3 worden kinderen vergeleken met jonge olijfbomen, die in Israël één van de belangrijkste inkomstenbronnen waren. Kinderen werden gezien als een belangrijke investering in de toekomst.
4 Het Griekse woord
porneia, dat doorgaans vertaald wordt als 'hoererij' (vgl. Hand. 15:20) kan worden geïnterpreteerd als 'ongeoorloofde seksuele gemeenschap'. Als men dat zou doen, dan zouden er in ieder geval nog
24 Nieuwtestamentische teksten zijn die mede over homoseksualiteit gaan.
5 Volgens Martin (bron 2) is het de vraag wat hier precies bedoeld word met 'doodslag'. Hoewel het kan gaan om moord, waarbij iemand een ander met geweld het leven ontneemt (vgl. Jak. 4:2; 5:6), kan het ook gaan om een geestelijke vorm van moord. Dit zou dan het discrimineren tegen de armen zijn, dat volgens Martin vaak werd geassocieerd met moord plegen. Vermoedelijk omdat armoede betekende dat mensen zichzelf niet in leven konden houden en er ook weinig regelingen waren voor arme mensen.
6 Er is veel discussie over de vraag of homoseksualiteit is aangeboren of aangeleerd. In dit artikel wil ik niet ingaan op dit vraagstuk, maar noem ik beide 'natuurlijk', omdat het natuurlijk is om datgene te doen dat is aangeboren, maar ook natuurlijk is om datgene te doen dat is aangeleerd.