De viervoudige schriftzin en interpretatie van Bijbelteksten
De viervoudige schriftzin, voornamelijk bekend gebleven dankzij Maarten Luther (1483-1546), is een hulpmiddel bij het bestuderen en interpreteren van Bijbelteksten. Het gaat ervan uit dat men bij het Bijbellezen teksten vanuit meerdere uitgangspunten moet interpreteren, namelijk de historische en de drie geestelijke (allegorische, tropologische en anagogische) uitgangspunten. Over de geestelijke uitgangspunten bestaan echter verschillende ideeën. Hiernaast zijn er ook kritieken op de viervoudige schriftzin.
Ontstaansgeschiedenis
Het is onbekend wanneer en door wie de viervoudige schriftzin is bedacht. Wel bestaat het vermoeden dat bij Origenes (185-254) de wortels liggen van de meervoudige schriftzin. Volgens Origenes moest men proberen om een Bijbeltekst zowel historisch als allegorisch te interpreteren. Later voegde hij hier nog de anagogische (eschatologische) interpretatie aan toe. De eerste kerkvader die de viervoudige schriftzin toepaste is voor zover bekend Johannes Cassianus (c. 360-435). Hij gebruikte de viervoudige schriftzin om de betekenis van de stad Jeruzalem te beschrijven (in Engelse vertaling):
"And so these four previously mentioned figures coalesce, if we desire, in one subject, so that one and the same Jerusalem can be taken in four senses: historically as the city of the Jews; allegorically as Church of Christ, anagogically as the heavenly city of God “which is the mother of us all,” tropologically, as the soul of man, which is frequently subject to praise or blame from the Lord under this title."
De vier uitgangspunten bij het interpreteren
In de viervoudige schriftzin zijn er, zoals Cassianus al schreef, vier uitgangspunten die worden gehanteerd om een vers te interpreteren. Dit zijn (1) het historische, of letterlijke, uitgangspunt, (2) het allegorische, of symbolische, uitgangspunt, (3) het tropologische, of morele, uitgangspunt en (4) het anagogische, of toekomstgerichte, uitgangspunt.
Van de vier genoemde uitgangspunten hebben de laatste drie met elkaar gemeen dat zij allemaal niet naar de letterlijke betekenissen van een teksten vragen, maar naar de figuurlijke. Het grote verschil tussen de drie zit in het thema dat als uitgangspunt dient. Luther was dan ook van mening dat in elke tekst een dubbele betekenis aanwezig was, namelijk de letterlijke en een geestelijke. De categorie geestelijk verdeelde hij onder in allegorisch, tropologisch en anagogisch. Er bestaan echter verschillende visies op de manier waarop de termen 'allegorisch', 'tropologisch' en 'anagogisch' geïnterpreteerd moeten worden.
De historische, of letterlijke, betekenis van een tekst
De historische betekenis van een tekst heeft betrekking op de feiten. Wie waren erbij betrokken? Wat is er gebeurd? Waar is het gebeurd? Wanneer is het gebeurd? Waarom is het gebeurd? Hoe is het gebeurd? Er bestaat onder voorstanders van de viervoudige schriftzin geen discussie over wat het betekent om een tekst historisch te interpreteren.
De allegorische, of symbolische, betekenis van een tekst
De allegorische betekenis van een tekst heeft volgens Luther betrekking op wat men moet geloven op basis van een tekst, deze betekenis heeft volgens hem van doen met de kerk. Volgens Thomas van Aquino (1225-1274) is er sprake van een allegorie als een Oudtestamentische wettekst een teken is, of een voorafschaduwing, van iets in het Nieuwe Testament.
De tropologische, of morele, betekenis van een tekst
De tropologische betekenis van een tekst gaat over de vraag wat goed en fout is. Wat moet men doen, en wat moet men laten. Volgens Luther heeft deze betekenis van doen met elke individuele gelovige. Van Aquino beperkte de tropologische interpretatie tot teksten over Christus, die als model voor ons leven kunnen staan, vermoedelijk omdat christenen Christus moeten imiteren. Hiernaast bestaan er visies dat de tropologische interpretatie op teksten over liefde moeten worden toegepast en op teksten die proberen om tot het geweten te spreken.
De anagogische, toekomstgerichte, betekenis van een tekst
Volgens Luther ging de anagogische betekenis over de vraag waar wij op mogen hopen, deze betekenis heeft van doen met de toekomst. Van Aquino stelde dat het gaat over alles dat met de eeuwige glorie te maken heeft. Deze visies zijn min of meer hetzelfde, omdat ze beide gaan over de vraag hoe het leven na de dood zal zijn. Hiernaast bestaan ook de opvattingen dat de anagogische betekenis gaat over:
- De vraag waar wij ons op moeten toeleggen, dat gaat ook over de vraag hoe het leven na de dood zal zijn, maar gaat vooral over de vraag wat men hier op aarde moet doen om dat te verkrijgen
- De vraag wie God is
- Eenwording met God
Een voorbeeld: De stad Jeruzalem
Zowel Maarten Luther als Johannes Cassianus boden een viervoudige interpretatie van de stad Jeruzalem. Dat wil zeggen dat als Jeruzalem in een vers of verhaal voorkomt het goed is om alle vier de soorten betekenissen in het achterhoofd te houden bij het lezen, omdat hiermee ook het vers of verhaal verder geïnterpreteerd kan worden.
- De historische interpretatie van de stad luidde bij Luther dat de stad een 'stad in Judea' was. Johannes Cassianus zag de stad als 'stad van de Joden'.
- De allegorische interpretatie van de stad luidde bij Luther dat de stad een symbool is voor goede mensen. Johannes Cassianus zag de stad als voorafschaduwing van de kerk van Christus.
- De tropologische interpretatie van de stad luidde bij Luther dat de stad een symbool was voor deugden, het goed zijn en doen in zedelijke zin. Johannes Cassianus zag in Jeruzalem een symbool voor de menselijke ziel.
- De anagogische interpretatie van de stad luidde bij Luther dat de stad een symbool is voor de beloning die de gelovige krijgt in het leven na de dood. Johannes Cassianus zag in Jeruzalem de hemelse stad van God, die de moeder van allen is en neer zal dalen uit de Hemel (vgl. Gal. 4:26; Op. 3:12; 21:2,9-10).
Kritieken op de viervoudige schriftzin
Hoewel de viervoudige schriftzin een waardevol middel is om de Bijbel te bestuderen, beschrijft Hettema vier verschillende kritieken op de toepassing van de viervoudige schriftzin. Dit zijn (1) dat het een systeemdwang suggereert, (2) dat het weinig waarde toevoegt aan Bijbelinterpretatie, (3) dat bij anagogie de taal stilvalt en (4) dat er geen ruimte is voor de contexten van auteur en lezer.
De viervoudige schriftzin suggereert een systeemdwang
De viervoudige schriftzin suggereert een soort systeemdwang. Het is alsof men in elk vers een vierdeling van betekenissen moet kunnen aanbrengen, terwijl dit lang niet altijd het geval is.
Weinig toegevoegde waarde
Bij de allegorische interpretatie komt er bijna altijd een prefiguratie van Christus tevoorschijn. Als voorbeeld noemt Hettema Hooglied. De man in het boek wordt vereenzelvigt met Jezus, de vrouw met de kerk. De twee borsten van de geliefde betekenen het Oude en het Nieuwe Testament, wet en genade. Niet alleen zijn deze zaken voor mensen vaak al duidelijk en bekend, maar door de allegorisering van teksten wordt ook vaak voorbijgegaan aan de eigenheid van een tekst.
Bij de anagogie valt de taal stil
De anagogische betekenis heeft van doen met het eeuwige leven en God, voor deze zaken zijn er echter geen woorden. We kunnen spreken over het uitstrekken naar God, of over het ons richten op een hemels Jeruzalem (vgl. Gal. 4:26), maar we kunnen zowel God als dat Jeruzalem niet beschrijven. De taal valt hier stil.
Geen ruimte voor context
Bij het interpreteren van teksten, met name als die naar een externe werkelijkheid verwijzen, is er altijd sprake van contextuele factoren. Machtsverhoudingen, gender, sociale positie en psyche zijn allemaal bepalend voor zowel de creatie (door de auteur) als de interpretatie (door de lezer) van een tekst. Hiernaast kunnen door wisselwerkingen tussen taal en de werkelijkheid teksten ook ontstijgen aan hun auteurs en op een nieuwe manier de werkelijkheid benaderen.
Waarom dan toch de viervoudige schriftzin toepassen?
Hettema pleit ondanks de problemen met de viervoudige schriftzin voor een rehabilitatie van de methode. Hij doet dit om twee redenen. De eerste luidt dat het een handig oefenmodel is. Het tweede luidt dat het model kan dienen als model voor hele theologieopvatting.
Oefenmodel
Voor de beginnende Bijbellezer kan de viervoudige schriftzin dienen als een leesoefening die ertoe dient dat mensen niet te snel één betekenissoort laten prevaleren bij het lezen van teksten. Volgens Hettema is het viervoudige stramien hier een goed middel voor omdat het een heel schools stramien is.
Model voor een hele theologieopvatting
In haar huidige wetenschappelijke omgeving verliest de theologie haar zeggenschap door een sciëntistische vrees. Men wil alleen nog maar theologie bedrijven binnen wetenschappelijke kaders, waardoor de theologische wetenschap voornamelijk descriptief is. Dit betekent ook dat de theologie niet meer een wetenschap tot dienst van het heil van mensen is.
Hettema wil graag dat de theologie dat weer wordt, door zich weer bezig te houden met de grote vragen van het leven, met name de waaromvragen. De viervoudige schriftzin leent zich hier volgens Hettema niet honderd procent voor, maar is hierbij wel een goed hulpmiddel. Hierbij moet men zich volgens Hettema beseffen dat de viervoudigheid niet tekstimmanent is, maar een referentieel gegeven is. Dat wil zeggen dat niet de Bijbel zelf viervuldig is, maar het leven van de menselijke werkelijkheid waarop de Bijbel wordt toegepast.