De Middeleeuwen, statisch tijdvak door Rome geleid
Toen men in de Middeleeuwen leefde, noemde men hun tijdvak niet de Middeleeuwen. Het woord Middeleeuwen komt van Middel-eeuwen. De Italiaanse humanisten noemden het zo omdat ze het als een tussentijdvak beschouwden tussen de antieke tijd en de Renaissanceperiode. De Middeleeuwen is het tijdperk waarin de paus de ultieme dictator was die over Europa heerste. De paus bestaat nog steeds maar heeft in Europa een stuk minder macht. In allerlei derdewereldlanden heeft de paus echter nog steeds aanzien.
Let op! Dit artikel is geschreven vanuit de persoonlijke visie van de auteur en bevat mogelijk informatie die niet wetenschappelijk onderbouwd is en/of aansluit bij de algemene zienswijze.Inhoud:
Roomse kerk
In de Middeleeuwen was de Roomse kerk aan de macht in Europa. Voluit schrijft en zegt men Rooms-katholieke kerk. Deze verbood allerlei zaken zoals godsdienstvrijheid en het vertalen van de
bijbel in meerdere talen. Er was een scherpe scheiding tussen de wetende en machtige klasse en de onwetende mens, tenminste zo wordt dat vaak geschetst. In de praktijk wisten gewone mensen erg veel maar werd dit niet door de kerk geapprecieerd. Om dit te verduidelijken kunnen we als voorbeeld de geneeskunde beschouwen. In de praktijk wisten de mensen erg veel van bijvoorbeeld
geneesplanten en eetbare gewassen. Allerlei gebruiken werden van vader op zoon en van moeder op dochter aan elkaar verteld. Op deze manier kon oeroude kennis behouden blijven. Daar had de Roomse kerk een hekel aan. In het geval van geneesplanten verbood de kerk het gebruik van sommige natuurmedicijnen. Mensen die dat toch gebruikten werd het stempel ´heks´ opgeplakt. Vaak waren heksen mensen die zeer veel wisten van de natuur en de ziekten die de mens kunnen belagen. Deze hoogstaande kennis vormde een bedreiging voor het machtsmonopolie van de kerk. Men zag binnen de kerk ziekte als een straf van god.
Rome kroont Europese keizer
Vanaf de 10e eeuw werd de koning van
Duitsland tegelijkertijd keizer van het heilig Roomse rijk, een gebied in Midden-Europa waaronder ook
Nederland en België vielen. De link tussen een adellijk machtsinstituut en het Roomse rijk wordt hierdoor nog duidelijker. De Rooms-Katholieke kerk geeft hiermee aan dat ze niet zozeer in het welzijn van kerkgangers geïnteresseerd zijn maar in het consolideren van de macht. De keizers werden gekroond door de paus, wat aangeeft dat de kerk de paus als opperste machthebber van het heilig Roomse rijk heeft beschouwd. Na 1648 besloten andere landen dat de keizer te veel macht had en werd zijn functie ingeperkt tot een grotendeels ceremoniële functie. Tot aan 1918 heeft er een Keizer op papier bestaan van dit Midden-Europese gebied.
Kerk dealde in alcohol
Eén op de tien mensen was in de Middeleeuwen werkzaam in de landbouw. De kerk had de landbouwgebieden in bezit en in feite was de kerk een groot multinationaal concern die de Europeanen in slavendienst hadden genomen, alleen werden er andere woorden voor gebruikt. Vele abdijen brouwden
bier en wijn om het volk te vermaken. Men gaf aan studenten bier op de universiteiten. Hierdoor werd het leervermogen van de mensen ingeperkt. Het is bekend dat dronken mensen opstaan voor allerlei theorieën die worden verteld door zich autoritair gedragende mensen. De kerkelijke instituten gebruikt alcohol als een machtsmiddel; iedereen was er verslaafd aan in de Middeleeuwen. In Nederland en België zijn nog steeds trappistenkloosters die bier brouwen; het zijn monumenten van instituten die middels alcohol de massa beínvloeden.
Er was schoon drinkwater
Soms wordt er gezegd dat er geen schoon drinkwater was in de Middeleeuwen maar dat is niet waar, Men kon regenwater drinken, vele rivieren en beken waren superschoon en drinkbaar, in heuvelachtige gebieden is het enorm simpel om een bron te slaan en in vlakke gebieden konden mensen lakens spannen over een veld die ´s morgens nat werden van de dauw. Dit dauwwater is 100% zuiver drinkwater. Deze laatste handelswijze is overgebrachte kennis uit alchemische boeken die uitkwamen tijdens de Renaissance.
Eerst universiteit buiten de kerk om
Alle universiteiten die in de Middeleeuwen zijn opgericht, waren in handen van de kerk. Pas in 1477 werd er een universiteit opgericht door iemand van adellijke afkomst; dat was graaf Eberhard Karls die de universiteit van Tübingen oprichtte. Niet toevallig is het dat in deze stad allerlei rozenkruismanifesten ontstonden. Men creëerde een spiritueel christendom waarin universele wijsheid werd opgenomen. Dat wil zeggen dat allerlei soorten wijsheidsboeken en stromingen in geheel de wereld werden bestudeerd. Vanaf die tijd was het Europese christendom één van de vele wijsheidsstromingen. Het christendom is in feite een spirituele leer die in essentie niets verschilt van de geschriften van Hermes Trismegistos ofwel farao Thoth, de Tao uit China, het Kathaarse gedachtengoed en het gnosticisme en Neo-platonisme uit de tweede eeuw, zo redeneren de rozenkruisers.
Boek van Augustinus, een zogenoemde kerkvader /
Bron: Publiek domein, Wikimedia Commons (PD)Men schreef nauwelijks boeken
In de antieke oudheid zijn zeer veel boeken geschreven. De grootste antieke bibliotheek van de oudheid stond in Alexandrië Het leger van de Roomse kerk heeft deze bibliotheek verbrand. Hierdoor is een schat aan cultuur verloren gegaan voor het grote publiek. Het is dat de Arabieren heel wat boeken uit de oudheid hebben bewaard; daardoor is een groot aantal boeken alsnog niet definitief vernietigd. Vanaf de Renaissance begon men boeken uit het Arabisch te vertalen in Latijn of soms zelfs in de lokale taal. De enige die boeken schreven in de Middeleeuwen waren gezagdsdragers in de kerk. Deze boeken hebben vandaag de dag geen belangrijke waarde; er staat, kort gezegd, alleen in hoe men moest denken volgens de kerk Gewone mensen werd het niet geleerd om te schrijven. De boeken die men schreef waren vooral in het Latijn. Op deze manier werd het kennismonopolie geconsolideerd. Alleen de machthebbers konden immers Latijn lezen en schrijven.
Zelfs de kunst was in de Middeleeuwen volledig in handen van de kerk; alleen kerkelijke illustraties werden getolereerd.
Het einde vam de Middeleeuwen
De maatschappelijke ontwikkeling stond nagenoeg stil maar aan het eind van de Middeleeuwen begon het machtsmonopolie van de Roomse kerk scheuren te vertonen. Dat kwam onder andere omdat men begon in te zien dat in de oudheid, het antieke Egypte,
het oude Griekenland en bij
de antieke Romeinen, de cultuur op hoger niveau stond dan in de Middeleeuwen. Oude boeken werden in hoog tempo vertaald zoals de boeken van Plato en
Hermes Trismegistos. Hierdoor kreeg men een heel ander kijk op het geloof. Ineens bleek dat het fenomeen dat er één God is, ook door Egyptenaren is ingezien. Verder zag men in dat het goed is om elkaar op te leiden in plaats van elkaar in het ongewisse te houden. Men prikte door de redeneringen van de kerk heen; kerkgangers hadden jaren te horen gekregen dat het goed is om een leidsman te hebben. Maar in verschillende perioden van de antieke oudheid was iedereen zijn eigen autoriteit. In deze vrijheid kan de wetenschap veel sneller bloeien.
Renaissance en de geloofsinzichten
Plato zegt al dat de aarde rond is en dat er één creator is, iemand die het begin der tijden heeft aangezwengeld. Dat werd overigens nog steeds agressief ontkend door academische filosofen uit de 20e eeuw. Als een student hierover vragen stelde op het college is de kans zeer groot dat een ontkennend antwoord in venijnige stijl van de professor of assistent professor volgde. Daarnaast zag men in dat men in de oudheid veel ondernemender was; men ging op zoek naar andere landen om kennis te maken met hun cultuur en handel te drijven. Het is erg belangrijk voor de ontwikkeling van de mensheid om in te zien dat de kerk niet de eerste organisatie is die zei dat er één god was. Daarvoor geloofden men in het polytheïsme of meergodendom en daar weer voor in de voorouderreligie. Het wordt als een teken van beschavingsontwikkeling gezien om ervan uit te gaan dat er één god is. Vanaf de Renaissance weten mensen dat het monotheïsme, visie waarbij men uitgaat van het bestaan van één god, niet iets is waar de Roomse kerk patent op heeft.