Wet socialezekerheidsrechten gedetineerden WSG
Gedetineerden hebben tegenwoordig geen recht meer op een uitkering gedurende de periode dat zij in een tbs-kliniek, penitiaire inrichting of een huis van bewaring zitten. Dit is vastgelegd in de Wet Socialezekerheidsrechten Gedetineerden (WSG). Dit geldt niet in alle gevallen voor gevangenen die gedeeltelijk buiten de strafinrichting verblijven.
Mensen die vast zitten ontvangen geen uitkering meer. In het verleden liepen bepaalde uitkeringen nog door, maar daar heeft de overheid een stokje voor gestoken. Onder voorwaarden krijgt het gezin die de gedetineerde moet achtergelaten nog wel een uitkering. Dit is namelijk het geval indien ze onder het bestaansminimum zitten. In dat geval krijgen ze een bijstandsuitkering (WWB). Deze uitkering ontvangt de gedetineerde niet zelf, maar het gezin. Zodra ze in vrijheid worden gesteld wordt de uitkering weer uitgekeerd.
Gedeeltelijk buiten de strafinrichting
De mensen die gedeeltelijk toch buiten de strafinrichting verblijven, kunnen recht hebben op bepaalde uitkeringen. Het gaat hierbij om de volgende uitkeringen:
- Ziektewet (ZW)
- Algemene Ouderdomswet (AOW)
- Werkloosheidswet (WW)
- Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)
- Toeslagenwet (TW)
- Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)
- Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jong gehandicapten (Wajong)
- Algemene nabestaandenwet (ANW)
- Wet werk en bijstand (WWB)
Voorwaarden uitkering bij gedeeltelijk verblijf buiten de strafinrichting
De rechten op een uitkering ontstaan niet altijd, maar er moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. De gedetineerde moet deelnemen aan een programma ter resocialisatie, en hij of zij moet verblijven in een tbs-kliniek en proefverlof hebben. De gedetineerden die zitten in een opvanghuis of een inrichting voor stelselmatige daders hebben ook rechten, maar ze moeten voor de gevangenisstraf ook recht hebben gehad op een uitkering.
Wanneer stopt de uitkering van de gedetineerde?
Dit gebeurt exact één maand na de opname. De uitkeringen op basis van de Werkloosheidswet en bijstandsuitkeringen kunnen per datum van opname gestopt worden.
Heeft de achterblijvende familie wel recht op een uitkering?
De uitkering die uitgekeerd werd aan het gezinslid die vastzit stopt. Dit heeft dus ook rechtstreeks invloed op het gezin. De overige gezinsleden kunnen bij de UWV een bijstandsuitkering aanvragen. In dat geval moet het resterende inkomen van het gezin onder het bestaansminimum liggen. Indien de gedetineerde een kind verzorgt (na het overlijden van de partner) stopt ook de halfwezenuitkering bij detentie. Deze gaat gedurende de detentie uitgekeerd worden aan het gezin waar het kind in geplaatst zal worden.
Stopt de uitkering automatisch?
Ja, de Dienst Justitiële Inrichtingen informeert bijvoorbeeld de UWV over het feit dat een uitkeringsgerechtigde vast zit. Daarnaast heeft de gedetineerde zelf ook de plicht om de uitkeringsinstanties te informeren.
Uitkering uit de AOW
Tot 1 juli 2009 kregen gedetineerden van 65 jaar en ouder gewoon een uitkering uit de AOW. Na 1 juli 2009 zijn deze rechten komen te vervallen zodra de gedetineerde één maand vast zit. Voor gedetineerden die op dat moment al vast zaten, is er een overgangsregeling getroffen. Voor deze mensen is de AOW doorbetaald tot 1 januari 2010.
Kosten van detentie
Het onderbrengen van detineerden is een kostbare aangelegenheid voor onze samenleving. Een gevangene kost de samenleving ongeveer tussen de €145 en €180 per dag. Ter vergelijking: een kamer in een verzorgingstehuis kost ongeveer €75 per dag. Het is goedkoper om de gevangenen in een duur hotel te plaatsen, maar het beveiligen tegen ontsnapping zal wel erg kostbaar zijn.