Zwangerschapsverlof: verschillende soorten verlof
Rondom de bevalling is het voor beide ouders mogelijk om aanspraak te maken op verschillende soorten verlof. Zo kennen we voor de vrouw het zwangerschapsverlof en bevallingsverlof en voor de partner het kraamverlof of vaderschapsverlof. Daarnaast is het voor beide partners mogelijk ouderschapsverlof op te nemen. In het geval dat de vrouw overlijdt in het kraambed, is het mogelijk dat de vader het bevallingsverlof van de vrouw overneemt. Dit gaat om een periode van tenminste 10 weken. De genoemde regelingen gelden in 2020.
Soorten verlof rondom zwangerschap en bevalling
Verlof rondom de bevalling
In Nederland kennen wij een aantal typen verlof rondom de bevalling. Zo kennen we de termen zwangerschapsverlof, bevallingsverlof, kraamverlof en ouderschapsverlof. Wettelijk is vastgelegd dat een vrouw recht heeft op 6 weken zwangerschapsverlof en minstens 10 weken bevallingsverlof (2020). Daardoor heeft iedere vrouw rondom de bevalling tenminste 16 weken vrij.
Zwangerschapsverlof
Vanaf 6 weken voor de uitgerekende datum mag een vrouw met
zwangerschapsverlof (8 tot 10 weken bij een meerling). Uiterlijk vier weken van tevoren móét zij met verlof. Het is dus mogelijk ervoor te kiezen tot vier weken voor de uitgerekende bevalling te werken. De overige twee weken mogen dan opgeteld worden bij het bevallingsverlof, dat daardoor dan 12 weken duurt.
Bevallingsverlof
Het
bevallingsverlof gaat in op de dag van de bevalling en duurt dan minstens 10 weken (eventueel dus aangevuld met het 'restant' van het zwangerschapsverlof). Wie de maximale zwangerschapsverlof heeft gebruikt maar later bevalt dan uitgerekend hoeft geen zwangerschapsverlof in te leveren. Wordt de baby vroeger geboren dan stopt het verlof mogelijk eerder, maar heeft wel altijd een minimale duur van 16 weken. Bevallingsverlof mag sinds 2015 ook in delen opgenomen worden. Zo is het mogelijk om zes weken na de bevalling alweer te gaan werken en de overige vier weken te spreiden over een periode van dertig weken. Mits op tijd aangevraagd mag een werkgever een verzoek hierom niet weigeren tenzij het bedrijf daardoor ernstig in de problemen zou komen.
Kraamverlof of vaderschapsverlof
Een derde term die we vaak tegenkomen is het
kraamverlof. Dit wordt ook wel
vaderschapsverlof genoemd. Lange tijd was het zo dat je als vader recht had op 2 dagen betaald kraamverlof en 3 dagen onbetaald ouderschapsverlof, in deze context ook wel vaderschapsverlof genoemd. Met ingang van 1 januari 2019 is het geboorteverlof voor partners eenmaal het aantal werkuren per week.
Ouderschapsverlof
Een vierde en laatste type verlof is het
ouderschapsverlof (gerekend buiten het vaderschapsverlof). Dit is een type verlof dat kan worden opgenomen wanneer je de zorg draagt voor een kind tot 8 jaar. Het gaat om maximaal 26 keer je aantal werkuren per week en dit kan gespreid worden opgenomen. Het gaat in principe om onbetaald verlof maar sommige werkgevers betalen hiervoor een gedeeltelijke bijdrage.
Verlof voor de vader
Wie bovenstaande goed heeft gelezen zal merken dat het grootste gedeelte van het verlof voor de moeder is. Logisch omdat zij het lichamelijk het zwaarst te verduren heeft gekregen. Gedeeltelijk is het naar de mening van een steeds groter wordende groep ook achterhaald. Moet de vader er niet ook gedurende een langere periode kunnen zijn voor het pasgeboren kind? Deels heeft de overheid hierop ingespeeld door het vaderschapsverlof uit te breiden naar eenmaal het aantal werkuren per week. Daarnaast bestaat natuurlijk de mogelijkheid om ouderschapsverlof op te nemen. Dit kan indien gewenst al vanaf de geboorte. Zo is het voor wie fulltime werkt bijvoorbeeld mogelijk om een half jaar lang een dag minder te gaan werken of dertien weken lang twee dagen minder. Zeker wanneer de vrouw een drukke baan heeft kan dit een uitkomst bieden en kan het voorkomen dat een kind als vanaf een jonge leeftijd veel naar een opvang moet.
Overlijden moeder in het kraambed: wat nu?
Het is natuurlijk de nachtmerrie van elk aanstaand ouderpaar: de moeder overlijdt in het kraambed. Door de ontwikkelingen van de medische wetenschap gebeurt dit gelukkig minder en minder. Volgens een periodieke monitor van het CBS kwam het in de periode 2007-2011 in Nederland 33 keer voor dat een vrouw overleed aan de gevolgen van zwangerschap, baring of kraambed. Indirecte moedersterfte (sterfte aan de gevolgen van een ziekte die al bestond of tijdens de zwangerschap ontstond en werd verergerd door de zwangerschap) zijn hierin niet meegenomen waardoor het cijfer in werkelijkheid wat hoger ligt. Vaker voorkomende oorzaken van overlijden in het kraambed zijn zwangerschapsvergiftiging,
vruchtwaterembolie of ernstige bloedingen.
De vraag kan opdoemen wat er gebeurt met het verlof van de moeder wanneer zij overlijdt in het kraambed. Het kind is natuurlijk nog steeds gebaat bij de zorg door een van de ouders. Om op deze problematiek in te spelen is in 2014 door het kabinet besloten dat de vader van het kind recht heeft op het bevallingsverlof van de moeder indien zij komt te overlijden bij de geboorte van hun kind. Dit gaat dan dus om een periode van tenminste 10 weken. Daarnaast is het uiteraard mogelijk dat een werkgever uit coulance besluit dat een langer (betaald of onbetaald) verlof wordt toegekend.
Verlof bij miskraam of doodgeboren kind
Wanneer een baby dood ter wereld komt dan verandert er in principe niets aan de duur van het bevallingsverlof. Deze blijft op minimaal 10 weken. Het criterium in deze is de lengte van de zwangerschap. Heeft de zwangerschap 24 weken of meer geduurd dan gelden alle regels onveranderd. Het kan dus ook voorkomen dat een vrouw na 24 weken een miskraam krijgt en op dat moment nog niet met zwangerschapsverlof was. Ondanks dat heeft zij dan recht op 16 weken verlof.
Wordt een zwangerschap voor de 24ste week om welke reden dan ook afgebroken dan heeft men geen recht op zwangerschaps- of bevallingsverlof. Wie zich als gevolg hiervan ziek meldt kan bij langere duur eventueel wel een Ziektewet-uitkering aanvragen.