Verlegenheid en introversie, extraversie
Bij introverte personen wordt al snel het label 'verlegen' opgeplakt, omdat deze mensen liever op zichzelf zijn en niet graag in het middelpunt van de belangstelling staan. Deze groep heeft ook meer de kans om verlegen te zijn, maar dit hoeft niet altijd het geval te zijn. Wanneer wordt iemand verlegen genoemd en is het altijd een slechte eigenschap?
Verlegenheid: statistieken en algemeen
In Nederland is ruim 40% van de bevolking verlegen en 25% zelfs chronisch verlegen. Ruim 4 miljoen mensen in Nederland zijn dus verlegen. 4% daarvan heeft sociale angst en 1% sociale fobie, de ernstigste vorm van verlegenheid. Zo iemand kan in het dagelijks leven niet meer normaal functioneren door zijn verlegenheid.
Iemand die verlegen wordt genoemd heeft last van het niet durven spreken in het openbaar of in grote groepen. Het is feitelijk 'bang zijn in sociale situaties'. Het kan zich ook uiten tijdens één-op-één situaties, bijvoorbeeld bij een sollicitatiegesprek of tijdens een date. Verlegenheid komt in vele soorten voor. Bij een verlegen iemand denken mensen al snel aan het grijze muisje dat nooit iets zegt en niemand aankijkt, maar dit is maar één vorm van verlegenheid. Er zijn wel een aantal kenmerken die verlegenheid in zich heeft. Bernardo Carducci heeft in zijn boek '
Verlegen, nou en!' 3 thema's beschreven die bij alle verlegen mensen in een bepaalde vorm terugkeren. Dat zijn:
- Verlegen mensen zitten gevangen in een conflict tussen toenadering en ontwijking
- Verlegen mensen wennen over het algemeen langzaam aan nieuwe mensen, plaatsen en situaties
- Verlegen mensen voelen zich op een bepaald terrein op hun gemak en kunnen dit terrein uitbreiden
Toenadering en ontwijking kan zorgen voor een groot innerlijk probleem bij degene die dit tegelijk ondervindt in zijn lichaam. Het betekent dat die persoon mensen graag op wil zoeken, maar ze ook wil ontwijken, omdat hij bang is dat ze hem afwijzen. Het moeilijkst is in dit geval het zetten van de eerste stap naar contact maken met een ander persoon. Wanneer het contact er eenmaal is, is er vaak geen probleem meer en ebt de angst en spanning vaak weg.
Wennen aan nieuwe mensen, plaatsen en situaties duurt bij verlegen mensen een stuk langer dan bij niet-verlegen mensen.
Het veilige terrein is voor verlegen mensen heel belangrijk. Hier voelen zij geen angst of spanningen en kunnen zij zichzelf zijn.
Hoe ontstaat verlegenheid?
Verlegenheid ontstaat doordat mensen onzeker over zichzelf zijn en constant twijfelen aan zichzelf. Ze zijn in hun hoofd de hele tijd bezig met wat ze zeggen, hoe ze het zeggen, of ze het niet fout hebben gezegd, wat de anderen over ze denken enz. Doordat ze steeds met deze vragen bezig zijn durven ze eigenlijk niets te zeggen in een gesprek, omdat ze bang zijn voor de mening van anderen. Ze worden ook wel 'over zelfbewust' genoemd of 'overgevoelig'. Verlegen mensen denken vaak negatief over zichzelf en dit kan zich pas ontwikkelen ná de geboorte, wanneer iemand zelfbesef ontwikkelt. Verlegenheid is niet een aangeboren eigenschap. Het kan wel al in het temperament van iemand zitten, wat wel aangeboren is. Het temperament kan dus bepalen of iemand meer aanleg heeft om verlegen te worden of niet.
Sommige mensen zijn van jongs-af-aan al verlegen. Dit uit zich bij kleine kinderen in het zich vastklampen aan de ouders en niet terug praten als er vreemden tegen ze praten. Het ontstaat mede door personen waarmee het kind veel contact heeft. Als de ouders bijvoorbeeld verlegen zijn kan het kind dit overnemen en zelf ook verlegen worden. Ook school is belangrijk bij de vorming van kinderen. Wanneer een kind veel gepest wordt zal de onzekerheid en verlegenheid alleen maar toenemen. Wanneer een kind al verlegen was voordat het naar school ging, zullen de sociale contacten voor zo'n kind moeilijker gaan. Er ontstaan echter op scholen meestal wel de hechtste vriendschappen, wat weer goed is voor een verlegen kind. School kan zo ook een veilig terrein worden.
Verlegenheid kan ook op latere leeftijd ontstaan. In de pubertijd ontstaat nogal eens verlegenheid, doordat pubers vaak onzeker over zichzelf zijn. Traumatische ervaringen, zoals een ongeluk, ziekte, dood van een geliefde/familielid of een scheiding kunnen ook leiden tot verlegenheid.
Introversie, extraversie en verlegenheid
Verlegenheid uit zich het meest bij
introverte personen. Dit zijn mensen die rustig zijn en die hun energie liever richten op gevoelens en emoties en zich liever niet in grote groepen begeven. Introverten observeren en denken vaak langer na voordat ze iets zeggen. Ze zijn meer geschikt voor academische beroepen, waar rust en nadenken zeer belangrijk zijn. Het tegenovergestelde van introvert is
extravert. Deze mensen houden wel van sociale interactie en begeven zich het liefst in grote groepen. In de psychologie van Carl Jung worden deze twee termen voor het eerst genoemd. De wetenschapper Hans Eysenck gebruikt deze termen ook en schrijft ze toe aan de verschillen in gevoeligheid voor fysieke en emotionele stimulatie. Introverte personen zijn volgens Eysenck meer gevoelig voor stimuli van buitenaf en worden erdoor overweldigd. Ze blijven dus liever weg van die overweldigende stimuli, waar extraverte personen dit juist liever opzoeken, omdat zij niet overweldigd worden door die stimuli. Het verschil in introvert of extravert is bepaald in de biologie van de persoon en is dus een aangeboren eigenschap.
Verlegenheid ontwikkelt zich het meest bij introverte personen, omdat die vanuit hun biologie al meer gericht zijn op het innerlijk. Emoties zijn voor introverte personen zeer belangrijk, zij kunnen er zelfs door worden opgeslokt. Het lijkt vaak of zij daardoor geen interesse tonen voor de gevoelens van anderen, maar dit is zeer onjuist. De emoties van anderen kunnen introverten juist zeer bezig houden, waardoor ze zichzelf net zo gaan voelen als de ander. Het is vaak te overweldigend voor introverten om zich zo met de emoties van anderen bezig te houden en zij kunnen zich daarom proberen af te sluiten van die emoties. Anderen kunnen dit verkeerd interpreteren en de introvert zien als een asociaal persoon. De introvert kan hierdoor een schuldgevoel oplopen en negatieve emoties ontwikkelen over zichzelf. Wanneer een introvert persoon zich meer richt op de negatieve gevoelens en emoties kan er verlegenheid ontstaan. Het hoeft echter niet zo te zijn. Er zijn ook introverte personen die zichzelf helemaal niet verlegen vinden. Zij zijn gewoon liever bezig met wat ze zelf interessant vinden en kunnen niet goed tegen afleiding van buitenaf. Zij kunnen daarentegen wel gewoon sociaal zijn en goed functioneren in grote groepen. De grootste academici zijn introverte personen en zij hebben geen moeite met het spreken voor grote zalen of het voorleggen van hun ideeën of mening. Ze ontwikkelen die mening wel liever alleen, maar dit is geen vorm van verlegenheid. Bij extraverte personen kan ook verlegenheid ontstaan. Iemand kan bijvoorbeeld prima in grote groepen functioneren, maar is één-op-één, of met het andere geslacht wel verlegen. Dit is echter geen grote belemmering voor die persoon, want de verlegenheid ebt meestal snel weg wanneer diegene de andere persoon langer kent. De verlegenheid is daar eerder een ongemakkelijkheid bij onbekenden, maar vormt geen grote hinder in het dagelijks leven van die persoon.
Wat te doen aan verlegenheid?
Als verlegenheid een te grote invloed heeft op het functioneren in het dagelijks leven kan men zich wenden tot de Vereniging voor Verlegen Mensen (VVM) die actief is in Nederland en Vlaanderen. Deze vereniging biedt zelfhulpgroepen en cursussen aan waarbij mensen leren om te gaan met hun verlegenheid en deze proberen te verminderen. Ze organiseert ook uitstapjes en feestjes om zo verlegen mensen onder de mensen te brengen en nieuwe contacten te laten leggen.