Magritte: Brussel in ban van beroemdste Belgische surrealist
Sinds de opening van het Magritte museum in Brussel is de hoofdstad van België in de ban van het surrealisme. Maar wat bewoog de kunstenaar zelf?
Uitgaande van het idee stelde Magritte droombeelden samen. Zijn werken kwamen voort uit het voortdurend ontstaan van een zich steeds hernieuwende wereld van de fantasie. Daarin legde hij de nadruk vooral op magie, dood en erotiek. Tot zijn beroemdste werken behoren het Rijk der Lichten (1954), de Terugkeer (1940) en Sheherazade (1948).
Rijk der lichten
Contrast tussen dag en nacht
Het contrast tussen dag en nacht is een geliefd thema, zoals we ook zien in het Rijk der lichten(1954). Onder een wolkenhemel bij klaarlichte dag hult de aarde zich in duisternis met daarin een straatlantaarn. Een dergelijk alledaags element in een niet realistische werkelijkheid geeft het werk van Magritte zijn typische poëtische sfeer. Wellicht onbewust geeft Magritte hier de visie van het surrealisme weer: ‘Alles wijst erop dat de geest er op een bepaald moment toe kan komen het leven en de dood, de werkelijkheid en de verbeelding, verleden en toekomst, het meedeelbare en onmededeelbare, niet langer als tegenstrijdig te ervaren. (Breton: tweede surrealistische manifest).
Terugkeer
Geest van vrijheid
Het thema vrijheid speelt een grote rol in zijn werken. Na enkelen maanden gevangenschap in Duitsland keerde Magritte terug naar België en schilderde daar de Terugkeer (1940). Het is een spel van dag en nacht wat grotendeels in beslag genomen wordt door een enorme duif. In het duister vliegt het dier door een klaarlichte wolkenlucht. Of trekken de wolken door hem? Hoe dan ook, in dit spel van dag en nacht symboliseert de duif de geest van vrijheid waarnaar iedereen zo verlangt.
Sheherazade
Poëtisch
De betekenis van zijn werken liet Magritte onverklaard, zoals ook bij Sheharazade. Tussen gordijnen verschijnt een wolkenklucht bij klaarlichte dag. Op de tafel staat een masker van parels met diepblauwe ogen. De titel verklaart niets, maar nodigt wel uit tot verder kijken. Zo wilde Magritte het ook, zoals hij zelf verklaarde: ‘De titels van de schilderijen zijn geen uitleg en schilderijen zijn geen illustraties bij de titels. De relatie tussen de titel en het schilderij is poëtisch. Dat wil zeggen: deze betrekking licht slechts enkele kenmerken van de objecten eruit. Kenmerken die door het bewustzijn gewoonlijk genegeerd worden, maar die soms voorvoeld worden bij buitengewone gebeurtenissen die de rede nog niet heeft opgehelderd.’
Magie
De werken van Magritte betoveren de toeschouwers. Als een magiër plaatste Magritte aan de werkelijkheid ontleende voorwerpen – een straatlantaarn, een boom, een vogel, een waterpartij – in een onaardse sfeer. Zoals een deur toegang biedt tot een tuin, zo wilde Magritte de wereld en het leven tonen. Op veel van zijn werken zie we een metalen bol met een gleuf of een appel. Wat de kunstenaar daarmee wil zeggen, blijft een raadsel. In ieder geval zijn het geen symbolen voor een glazen bol. Zoals de kunstenaar zelf sprak: ‘Het is op straffe van achterlijkheid om wat dan ook te voorzien. Zo kan ik zelf ook niet voorzien wat of ik zal doen. Op geen enkel domein kan ik zonder te verminken plannen wanneer en hoe er een echt poëtisch beeld te voorschijn komt.’ Op la Magie Noire staat een naakte vrouw. Ze staat tegen een rode muur bij een blauwe zee onder een blauwe maar bewolkte lucht bij klaarlichte dag. Haar lichaam wordt overschaduwd door het blauw van de hemel en het rood van de aarde. Haar hoofd heeft ze afgewend. Alsof ze het onverklaarbare van het leven voor lief neemt.
Dood
De dood zien we bij Magritte terug in de afbeelding van gesluierde personen, zoals in les amants. Naast elkaar zitten twee geheel gesluierde minnaars. Verborgen achter hun lijkwades verklaren ze elkaar de liefde. In plaats van de taal en het woord kunnen ze alleen de taal van hun lichaam gebruiken. Sommige zien in de sluiers een verwijzing naar de zelfmoord van Magrittes moeder. Andere denken dat de sluiers hun bestaan danken aan de vele politieromannetjes die de kunstenaar las.
Vast staat dat de gesluierde personen verwijzen naar een geliefd thema van Magritte. Namelijk de scheiding van het zichtbare en het onzichtbare. Zoals ook met levende en dode personen. Of zoals Magritte zelf in 1929 schreef: ‘Een voorwerp kan impliceren dat er andere voorwerpen achter hem zijn. De woorden en de afbeeldingen.’
Erotiek
Het valse d’amour aan het begin van de expositie brengt de bezoeker in contact met een veelgeliefd thema van Magritte. Het is de liefde, de erotiek die zijn werk een extra dimensie geeft. Soms verwrongen zoals in gevaarlijke verhoudingen. Dan weer zuiver zoals in het portret van Magrittes grote liefde Georgette. Zoals Magritte zelf sprak: ‘Niets werkt als verdediging zo sterk als de liefde waardoor de geliefden binnengaan in een toverwereld die exact op hun maat gesneden is en waarin zij zich afsluiten voor de rest van de wereld.’
Het werk van Magritte leert je de wereld te relativeren. Zoals hij zelf zei: ‘Van de wereld en haar mysterie is geen tweede versie mogelijk. Ze is geen model dat men gewoon kan kopiëren.’
Zie ook:
Museum Magritte