Ontwikkeling en onderzoek van leren in de leerpsychologie
Leerpsychologie is het onderzoek naar het verschijnsel ‘leren’. Hoe leren mensen en wat is leren precies? De leerpsychologie neemt allerlei soorten leerprocessen onder de loep en ontwikkeld tevens zelf leertheorieën. De belangrijkste vragen in de leerpsychologie zijn onder andere hoe mensen tot betrouwbare kennis komen. De leerpsychologie onderzoekt de structuren van het denken, ontwikkeling van kennis en de invloed van de maatschappelijke omstandigheden. Piaget is misschien wel de meest invloedrijke wetenschapper op het gebied van de leerpsychologie.
Leerpsychologie volgens Kant
De belangrijke vraag van Kant speelt bij de ontwikkeling van kentheorie naar leerpsychologie een belangrijke rol, ‘Hoe komen mensen tot betrouwbare kennis? ‘ De vraag van Kant naar het ‘hoe’ wordt omgezet naar en voortgezet door onderzoek naar de wijze waarop mensen leren. Volgens Kant ontstaat kennis uit een synthese tussen de activiteit van het denkende subject en de eigenschappen van het object.
Piaget
Piaget is het met Kant eens en zegt dat de structuren van het denken niet van te voren zijn vastgesteld, maar ontwikkelen zich in een evolutie van de intelligentie, waarbij kinderen verschillende stadia van denken doorlopen. Het is een proces van accommodatie en assimilatie. Het kind past zichzelf aan aan de omstandigheden en hij probeert de omstandigheden in zijn greep te krijgen en te veranderen. Door zijn werken als ' The Moral judgement of the Child' , the psycholgy of the Child en the early groet of logic in the Child is Piaget een vooraanstaande psycholoog geworden die veel invloed heeft op het werken met kinderen.
Erikson
De ontwikkelingspsycholoog Erikson heeft dat in een theorie uitgewerkt waarin de relatie met ouders, maatschappij en leeftijdgenoten een belangrijke rol speelt. Volgens hem is er sprake van een wisselwerking die de ontwikkeling in stand brengt.
Wat verstaan we onder leerpsychologie?
De leerpsychologie neemt allerlei soorten leerprocessen onder de loep. Zij onderzoekt en ontwikkeld tevens zelf leer theorieën. De centrale vraag tijdens de onderzoeken van de leerpsychologie is dan ook; hoe leren mensen en wat is leren precies?
Definitie van Van Parren
Van Parreren heeft de volgende definitie;
“leren is een proces, met min of meer duurzame resultaten, waardoor nieuwe gedragspotenties van de persoon ontstaan of reeds aanwezige zich wijzigen”.
Het komt er dus op neer dat leren een verandering in het gedrag als gevolg heeft.
Imelman
Imelman is het echter niet eens met de vroege leerpsychologie, het zogenoemde behaviorisme, omdat men daarbij vooral gedragsveranderingen bestudeerde en alles onder één patroon wilde onderbrengen. Van Parreren is van mening dat leren op verschillende niveau’s plaats vind. Hij onderscheid twee richtingen; de unitaristische richting en de pluralistische richting.
Kortom, de leerpsychologie is een veelomvattende en boeiende wetenschap.
Freud en de ontwikkeling in de jeugdjaren
De nadruk bij Freud ligt op de ontwikkeling in de jeugdjaren. Gedragstoornissen worden verklaard uit een gebrekkige ontwikkeling in de jeugdjaren. De motoriek van die ontwikkeling zoekt Freud in de menselijke driften, seksualiteit, libido en doodsdrift.
Erikson en de ontwikkeling in de omgeving
Bij Erikson staat de biologisch-psychodynamische ontwikkeling centraal samen met de sociale invloeden. Volgens Erikson oriënteert de zich ontwikkelde mens zich op zijn omgeving in een bepaalde volgorde. (ouders, gezin, buurt, school, leeftijdgenoten, partner, maatschappij) Kern van de zaak is, dat de mens op zoek is naar zijn eigen identiteit.
Erikson is van mening dat elke relatie en de daarbij horende levensjaren, een kernconflict heeft. Elk conflict vraagt om een oplossing, maar de vraag naar het basis-vertrouwen (basic-trust, opgedaan in de 1e jaren bij de moeder), en de vraag naar het eigen ‘ik’ uit de adolescentieperiode zijn de belangrijkste ontwikkelingsfasen.
Piaget
Uitgangspunt van Piaget is dat elk levend wezen twee fundamentele neigingen heeft; Assimilatie; opnemen van nieuwe ervaringen en Accommodatie, aanpassing aan de omstandigheden. Een derde neiging is Adaptie en verandering van het milieu. Het is een voortdurend heen en weer tussen organisme en milieu. Piaget onderscheid vier stadia;
- Senso-motorische stadium, 0-18 maanden, grote kennisverwerving
- Pre-operationele stadium, +- 18 maanden – 7 jaar, interne activiteit, het denken is nog statisch.
- Concreet-operationele stadium, 7-11 jaar, minder egoïstisch, in staat meerdere dimensies te overzien, nog niet in staat tot abstracte denkvormen.
- Formeel-operationele stadium; vanaf 11 jaar, in staat tot abstracte denkoperaties en combineren van gegevens.
- Kenmerkend voor de theorie van Piaget is de wisselwerking tussen de ontwikkelende mens en zijn omgeving.
Kohlberg
Kohlberg bouwt voort op het werk van Piaget. Kohlberg legt echter de nadruk op de ontwikkeling van morele oordelen en argumentatie bij kinderen.(Moral Education) Evenals Piaget gaat Kohlberg uit van een wisselwerking van kind en omgeving. Ook hij onderscheid stadia van ontwikkeling die doorlopen wordt.