Operant conditioneren
Bij het klassiek conditioneren gaat het vooral om het gedrag dat uitgelokt wordt door bepaalde prikkels. Prikkels worden dan aangereikt om een reactie uit te lokken. Bij het operant conditioneren ligt dit anders. Soms ben je namelijk ook spontaan en actief aan het leren. Je merkt dat een bepaalde handeling een succesvol resultaat oplevert. Skinner heeft veel onderzoek gedaan naar het operant conditioneren.Skinner en het operant conditioneren
Skinner is een van de belangrijkste mensen die de theorie rondom het operant conditioneren heeft uitgewerkt. Skinner deed veel experimenten met dieren op het gebied van operant conditioneren. Hij heeft onderzocht hoe hij de dieren nieuwe gedrag actief kon aanleren. Het verschil met klassiek conditioneren zit hem in het feit dat bij het operant conditioneren dingen actief worden aangeleerd en bij het klassiek conditioneren worden dingen door de gewoonte aangeleerd, iets wordt aangeleerd door het 'op te leggen' of aan te reiken. Kortom:Skinner gebruikte voor deze experimenten speciale kooien, ook wel Skinnerboxen genoemd. In deze kooien werd een klein dier, bijvoorbeeld een duif of rat, geplaatst. Het volgende gebeurt tijdens het experiment:
Wat gebeurt er bij operant conditioneren?
In eerste instantie is er geen koppeling tussen de prikkel en de reactie. Eerst doet de duif allerlei handelingen (fladderen, rondjes lopen, tikken tegen het luikje) maar slechts 1 handeling wekt ook een reactie op (namelijk dat er voedsel in de kooi komt). Slechts 1 handeling heeft effect, en deze handeling kan definitief aangeleerd worden. Een van de gedragingen wordt slechts beloond (het tikken tegen het luikje), rondjes lopen of fladderen levert niets op als de duif honger heeft.Hetzelfde gebeurt er bij het africhten van een hond. Je kan in eerste instantie misschien wel tientallen keren 'zit' moeten roepen, maar uiteindelijk weet de hond dat 'zit' ook zitten betekent. Het gedrag om te gaan zitten kan aangeleerd worden door bijvoorbeeld een brokje te geven elke keer als de hond goed gaat zitten. Dierentrainers belonen ook wel met een fluitje dat alleen de hond kan horen. De hond snapt dat wanneer hij het gewenste gedrag laat zien, hij beloond zal worden. De hond moet dus wel actief meewerken aan het conditioneringsproces.
Operant conditioneren bij mensen
Operant conditioneren is niet alleen iets wat op dieren toegepast kan worden. Ook mensen gebruiken het operant conditioneren vaak meer dan ze denken. Is het niet zo dat je kinderen vaak beloont wanneer ze tijdens het proces van zindelijk worden, zelf op het potje gaan zitten? Ook worden kinderen aangemoedigd met goede reacties als ze zelf een lepel oppakken en zichzelf 'voeren'.Veel gedrag van mensen is ontstaan door het operant conditioneren. Zo is het heel normaal dat je je neus niet in je mouw snuit, maar in een zakdoek. Ook gooi je het beddengoed niet in een prop op de grond, maar je maakt je bed netjes op. En vaak eten we niet met onze handen, maar gebruiken we mes en vork. 'Omdat het zo hoort'.
Via beloningen kun je mensen dus leren om betere prestaties te leveren. Deze beloningen moeten echter wel afgestemd zijn op de persoon en situatie. Voor de een is het krijgen van die promotie een droom, voor de ander alleen maar het zich opzadelen met meer stress. Te weinig belonen zorgt er echter weer voor dat je die in eerste instantie zo'n goede handeling, uiteindelijk achterwege laat. Dit heet uitdoving.