Godsdienstpsychologie: studie over religie en gedrag
Godsdienstpsychologie is een empirische wetenschap. Het onderzoekt niet het handelen van de God van een godsdienst, maar het onderzoekt het handelen van godsdienstige mensen in hun context. Dit vakgebied wil zo een bijdrage leveren aan het begrijpen van het handelen van gelovige mensen en, welke functie godsdienst voor hen heeft. Hierin kan onderscheid gemaakt worden welke invloed godsdienst heeft op het innerlijke van de mens en het tweede, welke invloed godsdienst heeft op het uiterlijke gedrag. Beide zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Godsdienst heeft invloed op het handelen van mensen. Zowel in negatieve zin als in positieve zin. De ene godsdienstige overtuiging zal vrede beogen terwijl in een andere godsdienst het geoorloofd lijkt om geschillen met geweld op te lossen. Dit kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn en daarom is de godsdienstwetenschap zo belangrijk. Het kan de verschillende opvattingen en gedragingen in het juiste perspectief zetten.
Wat is godsdienstpsychologie?
De gewone psychologie richt zich op het begrijpen van het menselijk gedrag in zijn of haar omgeving. Hierbij gaat het om uiterlijk zichtbaar gedrag zoals, handelen, en spreken, en innerlijk gedrag zoals, ervaringen, gevoelens en gedachten. Godsdienstpsychologie onderzoekt niet het handelen van God maar onderzoekt de godsdienstige mens en wil het handelen van de religieus/godsdienstige mens in zijn omgeving begrijpen. We kunnen hierbij twee dingen onderscheiden:
- Extern waarneembaar gedrag
- Intern (Innerlijk) gedrag
Verhouding van godsdienstpsychologie – psychologie
Inktvlekkentest
Piaget en Rorschach ontwikkelden een inktvlekkentest omdat zij van mening waren dat externe indicatoren invloed hebben voor het innerlijk gedrag. Vooral kinderen verwerken steeds op een andere manier informatie. Piaget noemt in dit verband de term ‘reversibiliteit’ (denkoperatie). Dit houdt de mogelijkheid in van het ‘terug denken’. Piaget is er achter gekomen dat de ‘denkoperatie’ bij kinderen kan verschillen. Hiervoor gebruikte hij een twee bakken water waarvan de een kleiner was dan de ander. Door de test bleek dat sommige kinderen niet het inzicht hadden dat de ene bak niet in de ander kon worden overgegoten. Een Zwitserse psycholoog heeft bijvoorbeeld een boek gemaakt vol met inktvlekken om zo inzicht te krijgen in het interne gedrag.
Thema’s en vragen in de godsdienstpsychologie
- Motivatie: het eren van God
- Religieuze ontwikkeling
- Neurologische basis van religiositeit
- Religieuze cognities: zingeving en attributie
- Religieuze ervaringen: bekering en mystiek
- Religieuze handelingen: bidden, vieringen en bedevaart
- Religie en geestelijke gezondheid; psychopathologie
- Religie en lichamelijke gezondheid: gebedsgenezing
- Religie en (a)sociaal gedrag
Relatie met andere disciplines
Vanuit verschillende vakgebieden worden aspecten van religieus gedrag belicht.
- Religieuze antropologie en godsdienstsociologie: religie als aspect van cultuur en sociale structuren.
- Theologie: invloed van God, Zoon en Heilige Geest op het religieuze gedrag.
Definitie van religie
Bij de definitie van religie kunnen we onderscheid maken tussen twee benaderingen:
- functionele benadering
- substantiële benadering
Functionele benadering
Hierbij gaat het om welke functie religie heeft in het leven van mensen (steun, troost, houvast) en welke behoeften en psychische structuren liggen ten grondslag aan religie. Religie wordt in deze benadering opgevat als een zingevingssysteem. Mensen die deze definitie aanhangen zien geloven als een werkwoord. Zij richten zich op de antwoorden van o.a. de volgende vragen: Wat gebeurt er als de mens geloofd? Wat gebeurt er als de mens zich bezig houd met de laatste levensvragen? Als het maar functioneel (pragmatisch, bruikbaar) is. Gevaar van deze definitie is dat er geen afbakening is want dan kan alles onder religie vallen. Bijvoorbeeld het supporter zijn van Ajax.
Substantiële (inhoudelijke) benadering van Antoon Vergote
Deze benadering is gericht op de inhoud van religie, het heilige, transcendente of immanente macht. Volgens de Belgische theoloog en psycholoog
Antoon Vergote behoudt alleen de substantiële benadering het eigene van religie.
Onderscheid van religie en spiritualiteit
De laatste jaren komt steeds meer de term spiritualiteit in gebruik. Wanneer is religie een religie? Er moet ten eerste sprake zijn van een transcendente werkelijkheid. Echter, hiermee blijft het nog onduidelijk. Daarom is het nodig om religie en spiritualiteit helder te leren onderscheiden. Bij godsdienst gaat het om het dienen van een God maar bij religie is dat per definitie niet zo. Hieronder enkele belangrijke kenmerken:
Religie
- Inhoudelijk
- Formeel georganiseerd
- Groepshandelen
- Institutie
- Statisch (passief, onveranderlijk)
- Verbonden met dogmatiek
- Negatieve connotatie (gevoelswaarde)
- Sociaal betrokken
Spiritualiteit
- Functioneel
- Individueel. Een poging om doelen te bereiken.
- Dynamisch
- Persoonlijk en subjectief
- Emotionele en experimentele basis
- Positieve connotatie(gevoelswaarde)
- Narcistisch ( ziekelijke liefde en bewondering voor zichzelf)
Andere kenmerken van spiritualiteit
- Claimen van helende krachten
- Subtiel vormen van energie
- Authentiek zelf
- Regels voor een goed leven
- Zoekende houding
- Zorg voor natuur en anderen
- Persoonlijke autonomie
- Anti-clericaal
- Para-normaal
- Zelfverwerkelijking
- Transformatie
Grote verschil
Religie en spiritualiteit is zelfgericht en Godsdienst is multidimensioneel. Dat wil zeggen; godsdienst heeft een uitwerking op verschillende gebieden:
- Ervaringsdimensie
- Ideologische dimensie
- Intellectuele dimensie
- Rituele dimensie
- Consequentiele dimensie