Engineering psychologie: interactie mens en technologie
Technologie is overal om ons heen en roept door de enorme aanwezigheid ook een aantal vragen op. Zo vragen ouders zich vaak af aan hoeveel technologie ze hun kinderen veilig bloot kunnen stellen. Fabrikanten vragen zich af waarom het ene apparaat wel aanslaat en het andere niet. De markt van de technologie is een markt van vooruitgang, maar wordt ook steeds meer bepaald door de wens van de consument. Engineering psychologie draait om interactie van de mens met de machine en wordt steeds belangrijker.
Engineering psychologie
De engineering psychologie, ook wel ‘human factors and engineering psychology’ houdt zich met alle zaken die gaan over de interactie tussen mens en machine bezig. Deze richting wordt met de opkomst van de robotica in de toekomst steeds belangrijker en zal een steeds grotere rol gaan spelen bij het ontwerpen van producten. Ook privacy en beveiliging zal een steeds groter onderdeel gaan innemen binnen deze ontwikkeling.
Naast engineering psychologie bij de ontwikkeling van apparaten is engineering psychologie ook belangrijk bij het gebruik van de apparaten. Hoe gebruiken mensen apparaten en kan het gebruiksvriendelijker? Er zijn mensen die angst hebben voor bepaalde apparaten. Hoe komt dit dan en kunnen apparaten zodanig worden aangepast dat ze beter werken voor een grotere doelgroep? Denk hierbij aan apparaten op stations, waar ook mensen met een lichamelijk of psychische beperking gebruik van moeten kunnen maken of hulpmiddelen die ontwikkeld worden voor een minder-valide doelgroep.
De behoeftepiramide van Jordan
In 2000 kwam ergonoom Patrick Jordan met een piramide, gebaseerd op de behoeftepiramide van Abraham Maslow. Deze piramide van drie treden gaat over de interactie tussen mens en machine. In deze piramide staat de behoefte van de consument centraal. Wanneer de producent weet wat de consument belangrijk vindt, kan hij hier op inspelen.
Trede 1
De basis van de piramide is functionaliteit. Hierbij gaat het over betrouwbaarheid, kwaliteit en duurzaamheid. Wanneer dit op grote schaal mis gaat, zal dit het imago van het product geen goed doen. Soms kan een product het zelfs wel vergeten na een flinke misser. Denk bijvoorbeeld aan de Blackberry die het vooral moest hebben van zijn betrouwbaarheid en waarbij het mobiele netwerk er dagen lang uitlag in 2011 vanwege een defecte ‘core-switch’. Rond dezelfde tijd kwam de Blackberry in opspraak vanwege speculaties over afluisterpraktijken. Dit was het einde van de populariteit van de Blackberry.
Trede 2
Trede 2 is gebruiksvriendelijkheid. De bediening moet functioneel en intuïtief zijn. De consument heeft geen zin in lange handleidingen en veel uitleg.
Trede 3
Trede 3, de top van de piramide draait om plezier. Veel gadgets en technologische vooruitgang draaien om emotie. Gadgets zijn meer dan gebruiksvoorwerpen. Ze dragen bij aan het welbevinden van de gebruiker en ze maken vooral bij jongeren deel uit van het imago van de gebruiker.
Gebruiksvriendelijkheid
Bron: Geralt, Pixabay Vooral cognitiewetenschapper Donald Norman heeft veel onderzoek gedaan naar gebruikersinterfaces is zijn onderzoek naar de interactie tussen mens en machine. De gebruikersinterface moet volgens Norman bij voorkeur zo zijn vormgegeven dat interessante functies duidelijk opvallen wanneer je met iets bezig bent waarbij deze functies nodig zouden kunnen zijn.
Zelflerende apparaten worden de toekomst en deze blinken vaak uit in bedieningsgemak. Ze passen zich namelijk zelf aan aan de behoefte van de consument, zonder dat deze hiervoor iets moet doen.
Ook internationaal vindt men dat een apparaat moet voldoen aan bepaalde eisen betreffende ergonomie en gebruikersvriendelijkheid. Hiervoor heeft de Internationale Organisatie voor standaardisatie de norm EN ISO 9241-11 in het leven geroepen.
Waaraan moeten gebruiksvriendelijke apparaten voldoen:
- Ze moeten makkelijk te installeren zijn en het systeem waarop ze aangesloten moeten worden moet in staat zijn het apparaat te herkennen zonder nodeloos ingewikkelde handelingen.
- Ze moeten goed werken zonder veelvuldige, ingewikkelde updates. Updaten moet eenvoudig en bij voorkeur vanzelf gaan.
- Bediening moet intuïtief zijn, goed doordacht en logisch voor de consument.
- Het apparaat met effectief zijn. Extra functies zijn leuk, maar moeten niet ten koste gaan van de gebruiksvriendelijkheid of de functionaliteit.
- Wanneer er problemen zijn, moeten deze makkelijk zijn op te lossen zonder dat hiervoor tussenkomst van een onnodig dure derde noodzakelijk is.
- Verwijderen moet makkelijk zijn. Niets ergert een consument zo, als software dat zich als een virus gedraagt en onmogelijk van de computer te verwijderen valt. Dit laat maar één indruk achter en dat is een negatieve.
Het plezier van de consument
Producenten kunnen zich vooral onderscheiden door zich te richten op het plezier dat de consument aan hun product beleeft. Jordan maakt gebruik van antropologie om dit uit te leggen en onderscheidt hierbij de volgende vier genoegens.
Physio-Pleasure: het plezier van de zintuigen. Het product moet mooi zijn vormgegeven en prettig aanvoelen. Hoe is het geluid en het beeld? Hoe voelt het om het apparaat in de hand te houden en te bedienen?
Phycho-Pleasure: dit gaat over emoties en cognitieve zaken. Het product moet iets bijdragen, makkelijk te begrijpen zijn en de gebruiker boeien. De producent kan hier ook op inspelen. Dit door een bepaalde behoefte op te wekken. Denk bijvoorbeeld aan foto’s maken met je smartphone, die je simpel kan bewerken en direct kunt uploaden naar verschillende sociale media, wanneer je dit wenst (steeds komt er een functie bij, waardoor dingen makkelijker worden gemaakt). Wanneer je hieraan gewend bent, wil je geen mobiel meer waarmee dit niet mogelijk is.
Socio-Pleasure: technologische apparaten worden door de consument vooral ingezet om hiermee met anderen in contact te komen. Bellen, mailen, WhatsApp, sociale media. Communiceren met anderen vinden we belangrijk en dat moet het product dan ook minimaal kunnen. Ook communiceren met de woning terwijl je onderweg bent wordt steeds belangrijker en het belang hiervan zal alleen maar toe gaan nemen. Alvast de verwarming aanzetten of de lampen aandoen met de smartphone. Verder moet het product bijdragen aan de sociale status van de consument.
Ideo-Pleasure: dit gaat om idealen. De meeste mensen vinden het prettig wanneer een product iets bijdraagt. Een bedrijf dat voor ieder verkocht product een boom aanplant of waarbij een klein percentage ten goede komt van een bepaald doel (welzijn van dieren of kinderen).
Technologie en gezondheidszorg
Vooral bij gehandicapten luistert de interactie tussen mens en machine erg nauw. Revalidatiecentrum zijn dus erg geholpen met een engineering psycholoog die kan helpen om dit proces te vereenvoudigen. Door te kijken naar de noden van de gehandicapte en de gebruiksvriendelijkheid van het apparaat kan hij de producent adviseren over mogelijke nuttige aanpassingen. Dit om de interactie tussen de gebruiker en de technologie te vergemakkelijken.
De opleiding ‘human factors and engineering psychology’ is anno 2017 nog vrij nieuw, maar zal als functie waarschijnlijk in de toekomst steeds vaker in beeld komen. Niet alleen tijdens de ontwikkeling van nieuwe producten en de aanpassing van reeds bestaande producten, maar ook in educatie betreffende het coachen en onderwijzen van de toekomstige gebruikers.