Van bindingsangst naar verbinding
Veel mensen hebben er last van: bindingsangst. Bindingsangst is de angst om je te verbinden met een ander uit angst na de verbinding verlaten of gekwetst te worden. Mensen met bindingsangst ervaren een enorme angst wanneer iemand te dichtbij komt of wanneer ze zich kwetsbaar opstellen naar anderen toe. Wanneer je bindingsangst hebt, is het een flinke klus om relaties aan te gaan en te behouden. Vaak slaat bindingsangst na het eenmaal aangaan van een relatie om in verlatingsangst. En toch zijn er kleine stapjes die genomen kunnen worden om ermee aan de slag te gaan.
De oorsprong van bindingsangst
Bindingsangst komt voort uit een onveilige hechting gedurende de eerste levensjaren, waarin een klein kindje zou moeten leren dat het bij het ervaren van heftige emoties zoals verdriet, angst en pijn altijd kan terugvallen op zijn ouders. Zijn ouders helpen hem dan bij het reguleren van deze emoties, door middel van knuffelen, steunen, luisteren en feedback geven. Dit leidt tot een gevoel van veiligheid en vertrouwen bij het kind. Wanneer een kindje eenmaal het vertrouwen heeft dat zijn ouders hem te allen tijde bij zullen staan wanneer hij ze nodig heeft, leert het te vertrouwen op andere mensen en de wereld om hem heen.
Wanneer een kind eenmaal volgroeid is en deze basis heeft met zijn ouders, is het proces van steunen en veiligheid en geborgenheid bieden in tijden van nood een intern proces geworden. Het volwassen kind heeft dan niet per definitie meer zijn ouders nodig wanneer het zich rot voelt, maar kan aan de hand van de jeugdervaringen die geïnternaliseerd zijn voor zichzelf steeds veiligheid, geborgenheid en vertrouwen creëren.
Waar het mis gaat
Wanneer dit proces tussen het kind en de ouders niet verloopt zoals het eigenlijk zou moeten, omdat de ouders om welke reden dan ook niet aan de behoeftes van het kindje kunnen voldoen, leert een kindje dat het er alleen voor staat met al zijn heftige emoties en dat het op niemand kan steunen. Dit is voor een klein kind een enorme, ondraaglijke verantwoordelijkheid. Het kind blijft zitten met de heftige emoties en kan ze niet reguleren. Het kind leert hierdoor en dat het er alleen voor staat en dat de mensen om hem heen niet te vertrouwen zijn en dat de wereld onveilig is. Vaak leren deze kinderen als copingstrategie zich volledig op te stellen naar de wensen en behoeftes van de ouders, in de hoop op die manier toch liefde, geborgenheid en bevestiging te krijgen. Het kind leert dat het geen liefde waard is wanneer het zichzelf is en ontwikkelt bindingsangst. Het kind heeft immers geleerd dat het niet veilig is wanneer het zich aan andere mensen hecht, in dit geval zijn ouders.
Projectie
Vaak worden de gevoelens die een volwassene met bindingsangst in zijn jeugd heeft ervaren op de partner geprojecteerd. Omdat de ouders geen veilige basis konden bieden, is er ook geen vertrouwen dat een partner dat wel kan bieden. Maar net als bij iedereen heeft ook de volwassene met bindingsangst behoefte aan verbinding met andere mensen. Dit zorgt voor enorme tegenstrijdige gevoelens. Aan de ene kant is er een enorm verlangen om zich te verbinden en liefde, geborgenheid en steun te ervaren, aan de andere kant is er de angst om het jeugdtrauma van de ontreddering, hulpeloosheid en eenzaamheid wederom te beleven.
Angst en vertrouwen
In eerste instantie tasten mensen bij het aangaan van nieuwe contacten de mate van veiligheid af. Hoe veiliger we ons bij een persoon voelen, hoe kwetsbaarder we ons op durven stellen. En juist de mate van kwetsbaar durven zijn, leidt tot echt contact en verbinding of vermijding en binding. Verbinding is echt, onvoorwaardelijk contact tussen twee mensen, binding is voorwaardelijk contact tussen twee mensen.
Wanneer een relatie met iemand gebaseerd is op binding, zal er sprake zijn van hoge pieken en diepe dalen. Beide partners zullen zich niet laten zien in hun kwetsbaarheid. Er is geen sprake van wederkerigheid en echte verbinding. Partners laten niet hun echte zelf zien uit angst voor afwijzing en uit angst voor verlating. Dit zorgt ervoor dat het contact hol en leeg is. Dit zorgt er vaak voor dat mensen zich binnen de relatie eenzaam voelen. En dat ze de traumatische ervaringen uit hun jeugd met een partner herhalen. Vaak gaat dit onbewust.
De eerste stap in het aanpakken van bindingsangst is de keuze om je echt te willen openen voor contact. Gevolgen hiervan zijn wel dat angst zal opspelen en dat je je kwetsbaar op zal moeten stellen. Door het aangaan van de angst, zal er uiteindelijk vertrouwen ontstaan. Let wel: dit is niet iets dat je zomaar even doet. Het is een proces dat veel tijd, energie, zelfliefde, kracht en doorzettingsvermogen vereist. Ook vereist het dat je met een open blik durft te kijken naar de enorme wond die is ontstaan in de kindertijd. En dat er sprake is van een illusie dat een partner de wond kan oplossen. Dit zal nooit gebeuren.
Benodigdheden voor een gezonde relatie
Voor een gezonde relatie is het nodig dat beide partners beschikbaar zijn voor verbinding. Wanneer iemand onbewust nog op zoek is naar een redder in nood die de wond van het jeugdtrauma zal verzorgen, is degene niet beschikbaar voor verbinding, maar zal op basis daarvan juist emotioneel onbeschikbare partners aantrekken die uiteindelijk zullen zorgen voor herhaling van het jeugdtrauma.
Leer jezelf dat je het waard bent om van te houden
De wond van het jeugdtrauma heeft de bindingsangstige doen twijfelen aan zijn bestaansrecht. Wanneer iemand die lijdt aan bindingsangst zichzelf de liefde, steun, geborgenheid en erkenning zal leren geven die hij (of zij) heeft gemist in zijn jeugd, zal er langzaamaan iets veranderen. Door de wond erkenning te geven, erover te delen met andere mensen en er zelf liefdevol mee om te gaan, kan er langzaam verbinding ontstaan met de omgeving. Vaak is er bij iemand die lijdt aan bindingsangst de hoop dat iemand hem zal redden met de pijn en de diepe wond die het verleden heeft geslagen. Dat is de onbewuste drijfveer. Wanneer met deze drijfveer zelf aan de slag wordt gegaan en de bindingsangstige leert dat hij zelf zorg kan dragen voor de wond, zijn er ineens hele andere dingen nodig in een partner. Echte verbinding kan worden gemaakt door jezelf compleet te laten zien in vreugde en verdriet.
Leren in het nu te leven
Iemand die lijdt aan bindingsangst is gewend te leven in de toekomst en het verleden. Dit is een overlevingsstrategie gebaseerd op angst, met als doel om de pijn uit het verleden in de toekomst te voorkomen. Echter wordt hierdoor juist meer angst gecreëerd dan voorkomen. Door in het nu bewust te worden en te kiezen voor vertrouwen in plaats van angst, zal het vertrouwen langzaam groeien. In het begin zullen er in het nu keuzes in gedrag gemaakt worden die gebaseerd zijn op vertrouwen, ook al is het vertrouwen nog niet te voelen. Er zal in het begin enorm veel angst opspelen. Maar wanneer daar met liefde naar wordt gekeken, kan er onderscheid gemaakt worden in de oude angst en overlevingsmechanismen en wat er daadwerkelijk in het nu gebeurt.
Onderontwikkelde eigenschappen ontwikkelen
Vaak hebben mensen die lijden aan bindingsangst veel goedontwikkelde eigenschappen, maar zijn er ook een aantal eigenschappen nog niet zo goed ontwikkeld. Het is belangrijk om daarmee aan de slag te gaan, waardoor er meer balans ontstaat en er uiteindelijk een evenwichtigere partner aangetrokken kan worden. Zo kan iemand die geneigd is altijd te geven, leren om meer te nemen. Iemand die zich altijd kwetsbaar opstelt, kan leren zich krachtiger op te stellen. Iemand die weinig alleen is, kan juist meer dingen alleen gaan doen. Door deze eigenschappen bij zichzelf te ontwikkelen, zal de bindingsangstige hiervoor minder afhankelijk van zijn van een partner, wat een gelijkwaardigere relatie als gevolg heeft.
Ontwikkel eigen grenzen, wensen en behoeftes
Een bindingsangstige is geneigd te vervloeien met anderen, met name met zijn (of haar) partner. Wat er dan in feite gebeurt, is dat de bindingsangstige geen contact meer heeft met zijn eigen grenzen of behoeftes, maar in plaats daarvan met de grenzen en behoeftes en wensen van de partner samensmelt. Ook dit komt voort uit de wond van het jeugdtrauma. Het doel daarvan is dat wanneer de partner in zijn behoeftes is voorzien, er ruimte zal zijn voor de behoeftes van de bindingsangstige. Echter zal dit nooit gebeuren. Omdat dit een overlevingsstrategie is uit de jeugd die niet leidt tot echte liefde, is het belangrijk om de eigenheid in het samenzijn met de ander te ontwikkelen. Dit betekent dat de bindingsangstige zich bewust zal moeten worden van zijn grenzen, wensen, behoeftes op ieder moment. En daarnaast zal de bindingsangstige daar contact over moeten gaan maken naar anderen. Dit zal in het begin erg moeilijk zijn, omdat het vervloeien een bijna automatisch proces is, maar wanneer er bewustzijn komt op dit gebied, kan er steeds worden teruggegrepen op de eigen gevoelens: Wat voel ik? Wat wil ik? Waar heb ik behoefte aan? En dan is het zaak om daar naar te gaan handelen.
Met bovenstaande stappen, kunnen er langzaamaan stapjes worden gemaakt in het verwerken van het jeugdtrauma dat de bindingsangstige parten speelt. De nadruk ligt echter op langzaamaan, omdat het een enorm proces is. Maar waar een wil is, is een weg. En kleine stapjes maken ook dat je vooruitkomt.