Depressie vs. rouw: wat is 'normaal'?
Rouwen om het verlies van een dierbare is van alle tijden. Hoe de symptomen van rouw vanuit maatschappelijk perspectief beleefd worden, is echter wel aan verandering onderhevig. De opkomst van het internet maakt dat informatie over psychische stoornissen makkelijk toegankelijk is. Niet-professionals zien in gedrag dat in hun ogen abnormaal is, kenmerken van een stoornis. Symptomen van rouw vertonen veel overeenkomsten met die van een depressie. Niet verwonderlijk dus dat er aan nabestaanden wel eens gevraagd wordt of ze misschien depressief zijn.
Kenmerken van depressie
Volgens de DSM- V, het handboek dat in de psychiatrie vrijwel altijd wordt gebruikt om diagnoses te stellen, kent depressie de volgende kenmerken:
- Een voortdurend treurig, verdrietig of leeg gevoel
- Toe- of afgenomen eetlust en een samenhangend veranderd gewicht
- Fysieke klachten die niet reageren op behandeling
- Geagiteerdheid, rusteloosheid
- Vermoeidheid
- Schuldgevoel, het gevoel waardeloos te zijn, nergens hoop in zien
- Te veel of te weinig slapen
- Verlies van interesse in activiteiten die voorheen wel als plezierig werden beleefd
- Besluiteloosheid, moeite met concentreren en verminderd geheugen
- Gedachten aan de dood
Kenmerken van rouw
Ieder mens reageert anders op het verlies van een dierbare. Mogelijke verschijnselen die optreden tijdens een rouwproces zijn:
- Schuldgevoel ten opzichte van de overledene
- Gevoelens van opluchting, wanneer er geen goede band was of de overledene bijvoorbeeld ernstig ziek was
- Verdriet
- Somberheid
- Boosheid, op de overledene, op zichzelf
- Moeite met slapen
- Verminderde eetlust
- Gevoelens van onrust en overactiviteit
Depressie als gevolg van rouw
Volgens Gerald Klerman, een belangrijke onderzoeker op het gebied van depressie, ligt de basis voor het ontstaan van deze ziekte in (een verandering van) de interpersoonlijke relaties die iemand onderhoudt. Het kan dan gaan om verandering van maatschappelijke rol, het hebben van twee of meer tegengestelde maatschappelijke rollen, verminderd ontwikkelde sociale vaardigheden, maar ook rouw valt hieronder. Wanneer een geliefd persoon overlijdt, is het ontstaan van een depressie daar dus een logisch gevolg van.
Depressie als onderdeel van vijf fasen van rouwverwerking
De Zwitsers-Amerikaanse psychiater, Elisabeth Kübler-Ross, was de grondlegger van een theorie die ervan uitgaat dat er vijf fases binnen een rouwverwerkingsproces bestaan. De fasen zijn ruim te interpreteren: niet iedereen doorloopt ze op dezelfde manier, in dezelfde volgorde. Ook hoeft een nabestaande ze niet allemaal te ondergaan.
De vijf fasen zijn:
- ontkenning
- boosheid
- onderhandelen
- depressie
- aanvaarding
Elisabeth Kübler-Ross ziet een depressie na het verlies van een dierbare als een gezonde reactie. Volgens haar is het ontstaan van een depressie na een verlies een manier waarop de natuur ons beschermt. Door met een depressie het zenuwstelsel stil te leggen, kan iemand zich beter aanpassen aan een situatie die hij eigenlijk niet aankan. Zij geeft als kanttekening dat in 'normale' omstandigheden een depressie die niet behandeld wordt wél kan leiden tot een verergering van iemands mentale toestand.
Depressie als verdedigingsmechanisme tegen gevoelens van rouw
Volgens Dorpat (1973) kan een depressie dienen om gevoelens van rouw te onderdrukken. Gemengde gevoelens tegenover de overledene kunnen weggeschoven worden als iemand zijn boosheid richt op zichzelf – een kenmerk van een depressie. Voor kinderen geldt volgens hem dat zij pas een depressie na het overlijden van een dierbare kunnen ontwikkelen, wanneer zij in staat zijn om onderscheid te maken tussen het tijdelijk en permanent verliezen van een object of persoon.
Psychoanalyse
Volgens Freud, de grondlegger van de psychoanalyse, lijkt rouw in eerste instantie veel op depressie maar gaat deze stelling uiteindelijk niet op. De basis van een depressie en rouw is volgens hem hetzelfde: een reactie op het verlies van een geliefd persoon of iets abstracters dat een belangrijke rol in iemands leven speelde. Voorbeelden hiervan zijn een vaderland, vrijheid of ideaal. Het grootste verschil is volgens hem de mate waarin mensen het verdriet of sombere gevoel op zichzelf betrekken. Een nabestaande ervaart een verlies van plezier en het 'de moeite waard vinden' van alles wat er zich in zijn leven afspeelt, terwijl een depressief persoon ditzelfde gevoel ten opzichte van zichzelf ervaart. Anders gezegd: een nabestaande heeft weinig interesse in de omgeving, terwijl bij een depressief iemand het zelfvertrouwen ontbreekt.
Freud onderkende dat er mensen zijn die een zodanige vorm van rouw vertonen dat dit beschouwd kan worden als buiten het 'normale' patroon vallend. Tegelijkertijd gaf hij aan dat een intense, langdurige reactie op het verlies van een dierbare normaal is vanwege het onherstelbare aspect ervan.
Psychopathologie
Volgens de psychopathologie, waar de DSM-V als leidraad geldt, kan de diagnose depressie niet gesteld worden wanneer de klachten binnen twee maanden nadat iemand een dierbare heeft verloren optreden. Hierop zijn een aantal uitzonderingen te noemen. Voorbeelden hiervan zijn suïcidale gedachten, schuldgevoelens die geen verband houden met het verlies, een uitzonderlijk lange rouwreactie of psychotische symptomen: in dergelijke gevallen is het stellen van de diagnose depressie wel geoorloofd. Voor psychotische symptomen worden realistische herbelevingen van de overledene uitgesloten, dit past in een normaal patroon van rouwverwerking.