Gewaarworden en waarnemen – een groot verschil
Van alle zintuigen is de gevoelszintuigengroep zeer groot, waarbij inbegrepen de thermoreceptoren (warmte- en koudezintuigen) maar bijvoorbeeld ook de zintuiglijke receptoren van de bloedvaten en de pijnwaarneming. Dankzij de zintuigen kan men reageren op de omgeving of er interactief mee bezig zijn. De zinnen beschikken over werktuigen, ofwel de zintuigen. Noem het de 'apparatuur' (ogen, oren, enz.) die de zinnen bruikbaar maakt. Er is een groot verschil tussen gewaarworden en waarnemen, ofwel iets 'voor waar aannemen'. In tegenstelling tot het dagelijks spraakgebruik is dat onderscheid in de psychologie en psychiatrie uitermate belangrijk.
Inhoud
Zintuigen
Voor een goed begrip van de zinnen en zintuigen spreekt de voorstelling dat de mens 'opgesloten' zit in zijn
lichaam, noem het ruimtelijk begrensd, tot de verbeelding. Het lichamelijk functioneren is plaatsgebonden. Hoewel bewegen vanzelfsprekend is, blijft men als zodanig toch gevangen in het fysieke. Mede dankzij de vijf klassieke zintuigen overstijgt men deze begrenzing en wordt de wereld zeer veel ruimer ervaren. De zintuigen, en mogelijk de intuïtie, vormen de brug tussen de mens en zijn omgeving. Een brug die van levensbelang is.
Bron: Antranias, Pixabay Werktuigen van de zinnen
Dankzij de zintuigen kan men zich aanpassen aan de omgeving, in contact komen met andere mensen en anderszins actief reageren op omgevingsprikkels. Aldus ervaart en beleeft men telkens opnieuw de gekende werkelijkheid en kan men er adequaat op reageren. Iemand die verdoofd is, heeft dat
contact met de genoemde werkelijkheid niet meer. 'Buiten zinnen zijn' (hysterie, razernij) slaat in dat opzicht eveneens de spijker op de kop.
De vijf zintuigen
Woordanalytisch denken zal straks ook belangrijk zijn bij het definiëren van de begrippen 'gewaarworden' en 'waarnemen'. De vijf zinnen van de mens, waaronder het gezicht en het gehoor, beschikken over
werktuigen of apparatuur, die de zinnen bruikbaar maken. Elke
zin heeft dus een eigen zintuig, dat op zijn beurt op een specifieke prikkel reageert.
Licht in de duisternis
Zodra er licht in het oog (zintuig) valt, beïnvloedt dat de zintuigcellen. Dit prikkelt de oogzenuwen en er gaat een impuls uit naar het centrale zenuwstelsel. Er treedt dan een reflex op (pupilvernauwing) en men wordt zich bewust van het licht, dat in het oog valt. Men ziet kortom het licht. Zintuiglijke prikkels leiden met andere woorden uiteindelijk tot een waarneming, waarbij – zoals het woord al zegt – iets voor 'waar' wordt aangenomen. Zodra de mens iets voor 'waar' aanneemt, is hij daar zeer moeilijk vanaf te brengen, zo leert de praktische
psychologie.
Reflexen
In de wereld van de reflexen mag het belang van de zintuigen niet worden onderschat. Het evenwichtszintuig zorgt er bijvoorbeeld voor dat het hoofd de juiste stand houdt, hoewel men daar niets van merkt. Er vormen zich echter ook bewuste waarnemingen zonder de directe invloed van de klassieke zintuigen. Voorbeelden daarvan zijn
vermoeidheid, honger en dorst. Naargelang de prikkel, die adequaat dient te zijn, kent men onder andere de gevoelszintuigen, het gezichtszintuig en het gehoorzintuig. Van alle zintuigen zijn de gevoelszintuigen het moeilijkst te vatten. Ze grijpen diep in op het
functioneren van de mens, juist doordat er telkens sprake is van een combinatie van ervaringen uit de buitenwereld en vanuit het lichaam.
Bron: Geralt, Pixabay Van prikkeldrempel tot aandacht
Een prikkel dient een bepaalde sterkte of kracht te hebben. De prikkel moet met andere woorden adequaat zijn, ofwel een prikkeldrempel passeren voordat er een gewaarwording kan plaatsvinden. Wie bijvoorbeeld één korreltje zout bij de aardappelen doet, zal tijdens de maaltijd het toegevoegde zout niet gewaarworden, simpelweg omdat de
drempelwaarde niet bereikt is. Daarnaast is er sprake van een onderscheidingsdrempel. Wie te voet of op de fiets iets fluistert tegen de ander terwijl een vrachtwagen voorbij dendert, zal niet gehoord worden.
Aandacht
Het menselijk oor kan trillingsgetallen tussen de 16 en 20.000 Hz opvangen, niet de trillingen die boven of onder deze waarden liggen. Iets soortgelijks geldt voor de lichtsterkte. Naast de beperkte gevoeligheid van elk zintuig is aandacht of gerichtheid eveneens van wezenlijk belang. Ook de individuele gevoeligheid inzake zintuiglijke prikkels is belangrijk. Men ziet en hoort bijvoorbeeld vooral datgene waarnaar bewust gekeken en geluisterd wordt, en in mindere mate als men zich van de prikkelbron heeft afgewend. De prikkels ontsnappen dan sneller aan de aandacht. De volgende stap is de gewaarwording. Dat is iets heel anders dan een waarneming. Samenvattend mag men stellen dat niet alle zintuiglijke
prikkels tot ons doordringen. Dit hangt af van vier factoren:
- prikkeldrempel;
- onderscheidingsdrempel;
- individuele gevoeligheid;
- aandacht.
Wat is een gewaarwording
Zintuigprikkels hebben elk hun eigen aankomstgebied in de
hersenen. Op
cellulair niveau betekent dit eenvoudig gezegd dat de prikkel de stofwisselingsomstandigheden in bepaalde hersencellen verandert. Door de prikkel worden deze cellen van een rusttoestand in een actieve toestand gebracht. Deze fysiologische verandering veroorzaakt een gewaarwording. Men wordt dus iets gewaar, wat een actief proces is. Men merkt of wordt gewaar dat er iets in de omgeving is gebeurd of voorgevallen. Het trekt de aandacht. Dankzij de sterkte of kracht ervan ervaart men in een fractie van een seconde iets wat meteen – of vaag – de aandacht trekt. Aandacht wil zeggen dat iets uit de omgeving via de persoon terug naar de omgeving wordt getrokken. Een gewaarwording kenmerkt zich vooral door de prikkelsterkte met als functie het trekken van de aandacht, ofwel een terugkoppeling naar de omgeving waar de stimulans vandaan komt.
Psychiatrie
In de neurologie, psychologie en psychiatrie wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen stoornissen in het gewaarworden en stoornissen in het waarnemen. Een verminderde gewaarwording ziet men bijvoorbeeld optreden bij
dementie en depressie. Bij deze patiënten is de gewaarwordingscapaciteit doorgaans verzwakt. In de psychiatrie baseert men zich in dat opzicht vooral op de constatering dat iemand niet reageert conform de
intensiteit van de reactie die bij gezonde mensen optreedt. Daarbij worden zintuiglijke problemen, zoals een verminderd gehoor of visusstoornissen, uiteraard eerst uitgesloten.
Bron: Geralt, Pixabay Wat is een waarneming
Zodra de aandacht wordt gericht op de prikkelbron, die het zintuig stimuleert, ontstaat uit de gewaarwording een waarneming. Het waarnemingsproces doorloopt dus de fase van gewaarwording, wat de aandacht trekt, waarna de waarneming volgt. Tijdens dit
psychisch proces pikt men de gewaarwording als het ware op en neemt de gewaarwording voor 'waar aan'. Waarnemen is met andere woorden een psychisch verschijnsel als gevolg van lichamelijke processen zonder welke de waarneming niet tot stand kan komen.
Absoluut waar?
Waarnemen stijgt boven het fysieke uit. Stoornissen in de waarneming zijn bijvoorbeeld
hallucinaties, pseudo-hallucinaties en
illusies. De waarneming overstijgt de gewaarwording ook door het karakteristieke kenmerk dat men het waargenomene 'onbetwistbaar goed heeft gehoord, gezien of geroken'. Men neemt hetgeen men waarneemt meestal voor absoluut 'waar' aan. Soms veroorzaakt dat
spanningen in het dagelijks leven tussen mensen onderling. In juridische kwesties wordt het al serieuzer, zoals het geval is bij tegenstrijdige, maar niettemin zeer integere getuigenverklaringen.
Lees verder