Attitudes: evalueren van de sociale wereld
Het evalueren van de wereld is iets wat wij dagelijks doen. Wij mensen zien de sociale wereld door onze eigen, gekleurde bril. Deze bril wordt gevormd door onze houding en attitude tegenover de wereld, wat een grote invloed heeft op onze kijk. De psychologie biedt ons kennis over ons gedrag en hoe we anderen het beste kunnen overtuigen door het beïnvloeden van attitudes en overtuigingen.
Een
attitude is een evaluatie van verschillende aspecten van de sociale wereld.
We hebben vaak niet een per definitie positieve of negatieve attitude tegenover iets maar vaak een gemixte. Deze zijn een slechtere voorspeller voor de toekomst omdat gedragsmatige respons vaak wisselvallig is.
Sociale normen zijn verwachtingen over hoe mensen zich gaan of moeten gedragen in een specifieke context.
Het is om twee redenen belangrijke attitudes te bestuderen. Ten eerste beïnvloeden ze onze
gedachten en ten tweede beïnvloeden ze ons
gedrag.
Leren
Sociaal leren is het proces waarmee we nieuwe informatie, nieuw gedrag of attitudes van anderen overnemen. Dit is een belangrijke manier van leren van attitudes.
Klassiek conditioneren is een vorm van leren waar een (neutrale) stimulus cognitief gecombineerd wordt met een andere stimulus als ze vaak samen optreden. De ene stimulus wordt een
voorspeller van de andere stimulus.
Subliminaal conditioneren is klassiek conditioneren van attitudes door mensen bloot te stellen aan stimuli die onder de drempel van bewustzijn liggen. Vroeger werd hier op televisie rond verkiezingen veel gebruikt van gemaakt. De boodschap "Bush is een asshole" werd dan bijvoorbeeld subtiel en onopvallend in een reclame gepropt. Mensen waren zich dan niet bewust van de boodschap maar hun gedrag werd er vaak wel door beïnvloed.
Instrumenteel conditioneren is een vorm van leren waarbij responsen die leiden tot positieve resultaten of die negatieve resultaten voorkomen versterkt worden.
Observationeel leren is een vorm van leren waarbij individuen nieuwe vaardigheden aanleren door anderen te observeren.
Attitudes
Het
Third-persoon effect is het effect dat verschijnt als de impact van blootstelling aan media op andermans attitudes overschat wordt en de impact op het zelf onderschat wordt. Een voorbeeld hiervan is dat we denken dat anderen gevoeliger voor de invloed van geweldfilms dan wijzelf. Dit is echter een onjuiste aanname.
Sociaal vergelijken: het proces waarmee we onszelf vergelijken met anderen om er achter te komen of onze kijk op de sociale realiteit correct is of niet.
Een object gezien hebben zonder het zich persé te herinneren kan zorgen voor
attitude formatie.
Functie attitudes
Attitudes hebben een kennis functie in die zin dat ze helpen ons nieuwe stimuli te interpreteren en ons reageren op attitude-relevante stimuli. Attitudes kunnen de expressie van centrale waarden en overtuigingen toestaan en daarmee
communiceren wie we zijn. Men heeft de neiging sneller een positieve attitude tegenover iets te hebben als andere mensen waar we een positieve attitude over hebben de mening deelt.
Attitudes kunnen een
egobeschermende functie hebben doordat ze ons beschermen tegen ongewilde of onflatteuze kijk op onszelf door achter bepaalde attitudes te staan.
Met attitudes kunnen we anderen ervan overtuigen een positieve kijk op ons te hebben.
Wanneer en waarom beïnvloeden attitudes ons gedrag?
We kunnen een verkeerd beeld van andermans attitudes hebben en ons daar op aanpassen in discussies en gesprekken. Hoe sterker de attitude, hoe groter de invloed op het gedrag
Het gemak waarmee we attitudes herinneren bepaalt mede de sterkte. Attitudes die direct zijn gevormd zijn sterker dan die indirect gevormd zijn
Veranderen van gedrag en overtuigen
De keuze voor een bepaald gedrag is het resultaat van een
rationeel proces waarin verschillende opties beoordeeld worden, de consequenties of resultaten van elke optie geëvalueerd worden en de beslissing genomen wordt. Deze optie is aanwezig in de gedragsmatige intentie welke het observeerbare gedrag beïnvloed.
Het
Attitude-to-behavior process model is een model van hoe attitudes gedrag leiden welke de nadruk legt op de invloed van attitudes en opgeslagen kennis van wat toepasselijk is in een bepaalde situatie.
Overtuiging (persuasion) is poging om andermans attitude te veranderen door verschillende soorten boodschappen te zenden.
Er treedt meer verandering op wanneer een boodschap
positief geformuleerd is en het relatief eenvoudig is de mogelijke consequenties in te beelden.
Wanneer het moeilijk is de mogelijke milde consequenties in te beelden helpt een negatief geformuleerde boodschap beter.
Wie en wat overtuigt?
Iemand die deskundig en vakkundig over komt en aantrekkelijk is heeft een grote kans te overtuigen. Dit gaat het beste door door middel van subtiele niet-directe pogingen te overtuigen. Wanneer de boodschap niet de volle aandacht heeft maar er enige afleiding is gaat overtuigen makkelijker.
Wanneer het publiek tegen de mening van de spreker is, is het verstandig het probleem tweezijdig te benaderen
Mensen die zelfvertrouwen uitstralen over wat ze vertellen komen deskundig over en hebben meer overtuigingskracht.
Jonge personen zijn makkelijker te overtuigen dan oudere personen
Er zijn
twee manieren van verwerken van overtuigende boodschappen:
- Systematische verwerking/centrale route naar overtuiging: bedachtzaam overdenken van informatie/resultaat systematische verwerking
- Heuristische verwerking/periferale route naar overtuiging: snelle beslissing op basis van mentale shortcuts (“als het me goed laat voelen zal het wel goed zijn”)/resultaat heuristische verwerking, meestal overdenken betrouwbaarheid overtuiger
De
centrale route is het handigst wanneer de boodschap belangrijk is en de verwerkcapaciteit hoog; verandering hangt af van sterkte van argumenten in boodschap. De
periferale route is aan te raden wanneer de boodschap onbelangrijk is en de verwerkcapaciteit laag; verandering hangt af van de aanwezigheid van overtuigende cues die het heuristische verwerken triggeren
Reactance is de negatieve reactie op poging iemands persoonlijke vrijheid te schaden. Verhoogt de resistentie tegen de overtuiger en bereikt vaak tegenovergestelde doel.
Forewarning is voorkennis over dat men benaderd gaat worden door een overtuiger. Hierdoor heeft men meer tijd zich
voor te bereiden op de poging tot overtuigd worden en kan me
tegenargumenten formuleren.
Selectieve vermijding is de neiging om de informatie die onze huidige attitudes uitdaagt te vermijden.
Cognitieve dissonantie
Met
cognitieve dissonantie wordt een interne staat bedoeld welke het resultaat is van inconsistentie tussen twee attitudes en/of gedrag.
Cognitie dissonantie reduceren
- Of gedrag of attitude veranderen
- Nieuwe informatie zoeken die ons gedrag + attitude ondersteund
- Concluderen dat de inconsistentie niet geeft omdat het gedrag niet belangrijk is. Dit wordt trivialization genoemd.
Bij
spreading of alternatives verminder je de waarde van de niet gekozen optie verhoog je de waarde van de gekozen optie.
Induced or forced compliance is het overtuigd zijn dingen te zeggen of doen die inconsistent zijn met de eigen ware attitudes.
Het aanbieden van een kleine beloning voor counterattitude gedrag produceert vaak meer dissonantie (en dus meer attitude verandering) dan grotere beloningen. Dit wordt het
less-leads-to-more-effect genoemd.
Dit werkt echter alleen als men het idee van een keuze heeft en wanneer men zich persoonlijk verantwoordelijk voor de keuze voelt. Daarnaast moet men de beloning niet als omkoping zien.
Hypocrisie is het publiek uitdragen van bepaalde attitudes of gedrag en zich dan gedragen op een manier die inconsistent met deze attitudes/gedrag is.