Borderline en moederschap, gaat dat samen?

Borderline persoonlijkheidsstoornis
Borderline patiënten verkeren nogal eens in een crisis als gevolg van diepgewortelde angsten, onzekerheid en stemmingswisselingen. Veel borderline patiënten zijn in hun jeugd verwaarloosd of zelfs seksueel misbruikt, waardoor hechtingsproblemen en traumagerelateerde klachten zijn ontstaan. Periodes van irritatie, dysforie en paranoïde wanen zijn niet ongebruikelijk, evenals zelfbeschadigend gedrag, zoals snijden in de ledematen en het uittrekken van haren. Ze nemen impulsieve beslissingen en denken vaak niet na over de gevolgen van bijvoorbeeld onveilige seks en grote aankopen. Verslavingsproblematiek ligt ook op de loer als gevolg van chronische leegte (het gevoel geen grond onder de voeten te hebben, iets te missen, niet verbonden voelen, innerlijke pijn). Er is in bijna alle gevallen sprake van verlatingsangst, met als gevolg instabiele relaties, waarin iemand afwisselend wordt opgehemeld of afgekraakt, hetgeen weer verlating veroorzaakt. De vrolijke buien of de kortdurende gevoelens van tevredenheid, duren nooit echt lang: iets heel kleins, kan iemand met borderline weer volledig doen omslaan. Kort samengevat hebben ze hun emoties niet onder controle en handelen hier dan ook vaak uit, vaak tegen beter weten in. Behandeling bestaat uit therapieën en medicatie, maar sommige dingen staan vast, zoals een chronisch gevoel van leegte.Kind van ouder met Psychiatrische Problemen
Kinderen die opgroeien met dit soort ouders worden KOPP (Kind van Ouder met Psychische Problemen) of KVO (Kind van Verslaafde Ouder) genoemd. De gevolgen van opgroeien met een psychisch zieke of verslaafde ouder zijn groot. Het gaat om kinderen die al een kwetsbaarheid of aanleg hebben voor psychische of zelfs psychiatrische problemen (erfelijkheid), maar daarna ook nog eens zelf voortdurend in aanraking komen met instabiliteit, drank en drugs of zelfs geweld. Voor de buitenwereld kunnen ze zich echter lang groot houden, want ze zijn niet anders gewend dan overleven en denken aan anderen. Hierdoor ontwikkelen ze zelf meestal hechtings- of relatieproblemen, wat ook nog eens problemen geeft. In uiterste gevallen wordt een kind dan uithuisgeplaatst door bijvoorbeeld Bureau Jeugdzorg.Een dag uit het leven van een KOPP-kind...
Loraine is tien jaar oud en gaat naar groep zes van de basisschool, waar ze niet zoveel vriendinnen heeft. Ze pesten haar met haar moeder, die zich een beetje gek gedraagt, en met haar eigen uiterlijk, want haar moeder wast haar kleren niet en daarom stinkt Loraine nogal. Haar moeder heeft namelijk een bipolaire stoornis en in depressieve buien kan ze niet goed voor Loraine zorgen. Maar soms is moeder opeens heel druk en vrolijk, maar soms maakt het Loraine ook bang. Haar moeder vertelt bijvoorbeeld enge verhalen over inbrekers, waardoor Loraine niet kan slapen. Maar dan is moeder weer boos. Loraine weet dus nooit hoe haar moeder er bij zit als ze thuis komt. Wanneer Loraine uit school komt en de woonkamer binnenstapt, is voor haar de spanning om te snijden.