7 hoofdzonden van het geheugen
Je weet het, nog even denken. Het ligt op het puntje van je tong, maar het komt er niet uit. Je geheugen laat je in de steek. Of je zoekt een naam, maar kan alleen op de naam van de partner komen. Hoe kan je geheugen je in de steek laten? En waarom werkt je geheugen niet beter? Ons geheugen is veelzijdig en kan veel informatie opslaan. Maar het is geen absoluut gegeven - het gaat ook wel eens mis. Hier de zeven hoofdzonden van het geheugen.
Vluchtigheid: informatie vervaagt in het geheugen
Het geheugen is zo ingesteld dat informatie die wordt herhaald beter onthouden wordt. Daardoor kan het zijn dat informatie die niet vaak herhaald wordt, vervaagt. Door vluchtigheid van de herinnering wordt het moeilijker die specifieke herinnering op te halen.
Door informatie vaker te herhalen, wordt er als het ware een dieper patroon uitgesleten in de wirwar van kenniswegen in het geheugen. Hierdoor is de weg makkelijker te vinden en daardoor is de kennis makkelijker terug te halen. Men associeert vluchtigheid vaak met vergeten. Als je iets nieuws leert vergeet je eerst snel heel veel, maar deze curve neemt steeds meer af naarmate er tijd verstrijkt.
Verstrooidheid: gaten in de informatie
Informatie waar aandacht aan is besteed wordt ook beter onthouden. Op het moment dat dat niet het geval is, ontstaat er verstrooidheid. Stukjes informatie komen op zichzelf te staan en de verbanden verdwijnen. Hierdoor is het lastig later de informatie terug te halen, omdat losse stukjes informatie minder betekenis hebben. Juist verbanden tussen informatie leggen zorgt voor een stevige structuur binnen het geheugen.
Dus: wil je niet verstrooid raken van alle informatie, houd dan je aandacht bij de les!
Blokkering: informatie houdt het andere tegen
Het geheugen bestaat uit enorm veel stukjes informatie. Soms blokkeren deze stukjes informatie elkaar. Dit wordt interferentie genoemd: iets blijft maar door je gedachten malen, maar het juiste kun je maar niet terughalen – zoals wel de naam van de partner weten, maar van de persoon zelf niet meer.
Er bestaan twee soorten interferentie. De eerste is proactieve interferentie. Hierbij zorgt oude, eerdere informatie ervoor dat nieuwere informatie moeilijker wordt opgenomen in het systeem. De tweede soort is retroactieve interferentie. Hierbij houdt juist de nieuwe informatie het ophalen van oude informatie tegen.
De kans op interferentie wordt groter naarmate de informatie meer op elkaar lijkt. Ook is de kans groter dat betekenisloos materiaal wordt geblokkeerd dan betekenisvol materiaal. Ook kan de volgorde waarin informatie wordt aangeboden effect hebben. Vaak wordt namelijk het eerste en laatste punt beter onthouden dan de middelste punten – dit wordt het seriële positie effect genoemd.
Foutieve attributie: twee verkeerde puzzelstukjes aan elkaar
Waar het geheugen ook wel eens de mist in gaat, is bij het koppelen van informatie – zonder dat je dat door hebt. De herinnering is dan wel terug te halen, maar het wordt aan de verkeerde tijd, plaats of persoon gekoppeld. Een voorbeeld is dat je denkt dat Marie naar de bioscoop ging, maar eigenlijk was het Peter. Omdat je niet weet dat je het verkeerd onthoudt, kunnen hier beste discussies over ontstaan.
Suggestibiliteit: het geheugen een beetje sturen
Het menselijk geheugen laat zich sturen. Zo kunnen we bijvoorbeeld gaten in onze herinnering opvullen of nieuwe herinneringen aanmaken. Er wordt als het ware een reconstructie gemaakt van de herinnering: door middel van aanwijzingen vult het geheugen de rest aan. Ook hiervan hoeft de persoon zich niet bewust te zijn.
Bij ooggetuigenverslagen kan dit sterk spelen. Hier wordt expliciet de herinnering ondervraagd en dit kan gemakkelijk gebeuren door middel van sturende vragen. Kinderen en 65+ zijn hier extra gevoelig voor, maar door vooraf aan te geven dat vragen de herinnering kan beïnvloeden, neemt de gevoeligheid voor die sturende vragen juist af. Ook moet er zo min mogelijk tijd verstreken zijn, omdat tijd de herinnering juist kan vervagen en het geheugen vrij spel geeft om het aan te vullen en eventueel te vervormen.
Bias: eerdere ervaringen sturen het geheugen
In het verleden hebben we allemaal ervaringen opgedaan. Deze bestaan uit je attitude (houding), opvattingen, emoties en gebeurtenissen. Deze dingen kunnen invloed hebben op de vorming van herinnering. Zo blijkt bijvoorbeeld dat tegenstrijdige informatie slechter opgeslagen wordt. Soms kunnen herinneringen ook alleen bovenkomen als je een bepaalde emotie ervaart.
Persistentie: bijblijven van ongewenste herinneringen
Soms is het niet juist het vergeten, maar het niet kunnen vergeten van iets. Alhoewel het vaak een vervelende gebeurtenis is die zich opdringt kan het ook iets zijn wat je steeds bezig houdt – denk bijvoorbeeld aan een bruiloft (en de organisatie daarvan). Doordat deze herinnering je steeds bezig houdt, is het lastig(er) je te focussen op andere dingen. Daardoor kunnen mogelijk de andere valkuilen van het geheugen meer opspelen!
Waarom vertoont het geheugen deze valkuilen?
Gek misschien, maar al deze valkuilen hebben een functie. Zo beschermt vluchtigheid ons tegen een gigantische stroom van informatie. Gelukkig vergeten we erg veel, anders zou ons hoofd waarschijnlijk te klein zijn voor al die informatie.
Blokkades zorgen er voor dat alleen de meest relevante informatie naar boven komt – alleen dat gaat soms dus even mis. Toch is het behulpzaam: stel dat je zoekt naar een naam en je geheugen werpt je alle namen toe die je kent! Als dit continue zou gebeuren, zou je korte termijn geheugen – waarin informatie bewust naar voren komt – overuren en oververhit raken.
Verstrooidheid zorgt ervoor dat we onze aandacht kunnen verplaatsen. Als je in een druk café zit te praten met een vriend, is het belangrijk dat je de rest buitensluit. Maar zodra ergens anders je naam genoemd wordt, verschuift je aandacht. Je naam heeft betekenis voor jou en trekt je aandacht – waardoor je een stukje mist van wat je vriend net zei.
De foutieve attributies, bias en suggestibiliteit zorgen ervoor dat herinneringen betekenis krijgt. Voor het geheugen is betekenis erg belangrijk voor het kunnen terughalen van informatie en koppelt daarom nieuwe informatie het liefst aan bestaande kennis van dat onderwerpen.
Persistentie heeft de functie dat we conclusies kunnen trekken uit gebeurtenissen, zodat we daar later goed op kunnen reageren. Herhaling zorgt ervoor dat je het niet vergeet wat je wel of niet moet doen in zo’n situatie.
Gebruik maken van je geheugen
Ons geheugen is een kostbaar bezit. Het zorgt ervoor dat je informatie aan elkaar koppelt en dat je kan leren. Zonder geheugen kun je jezelf niet ontwikkelen – je zou steeds alles opnieuw moeten leren. Soms laat het geheugen een steekje vallen en het is goed je hiervan bewust te zijn. Vervormde herinneringen kunnen makkelijk een discussiepunt worden – en ook al sta je recht tegenover elkaar, beiden kunnen alsnog gelijk hebben.
Ons geheugen werkt op mysterieuze wijze. Soms weet je zelf niet eens wat je hebt!
Lees verder