Selectief mutisme: accepteer en waardeer
Selectief mutisme kenmerkt zich door het niet praten in bepaalde sociale situaties. Meestal valt het op doordat een kind thuis wel praat, maar op school niet. Soms is de persoon ook niet in staat om oogcontact te maken, te knikken of andere non-verbale vormen van communicatie te gebruiken in een sociale situatie die angst oproept.
De kenmerken van selectief mutisme zijn volgens de DSM IV:
- niet spreken in specifieke sociale situaties, maar wel in andere situaties, bijvoorbeeld thuis wel en op school niet;
- het belemmert het functioneren op school/ werk of de sociale communicatie;
- het moet minimaal een maand duren (maar niet beperkt tot de eerste maand op school);
- het niet spreken wordt niet veroorzaakt door een gebrek aan kennis van de taal die nodig is voor de sociale situatie;
- het wordt niet verklaard door een taal-/spraakstoornis (zoals stotteren) of een andere psychische stoornis (psychose, schizofrenie, autisme).
Bijbehorende kenmerken kunnen zijn:
- weinig oogcontact;
- sociaal isolement;
- terugtrekken;
- vastklampen;
- dwangmatige trekken;
- negativisme;
- driftbuien.
Bij iedereen uit het zich anders, niet iedereen zal dus dezelfde kenmerken hebben. Negentig procent van de kinderen met selectief mutisme heeft een sociale angststoornis ontwikkeld. Ze zijn bang om in verlegenheid gebracht te worden, te worden beoordeeld of bekritiseerd en aandacht of toezicht te krijgen.
Selectief mutisme, verlegen of autistisch?
Selectief mutisme wordt vaak verward met (extreme) verlegenheid en daardoor niet erkend. Ook denken mensen soms onterecht dat het kind autistisch is. Het grootste verschil met verlegenheid zit in het feit dat een verlegen kind alleen even de kat uit de boom kijkt en na een bepaalde gewenningstijd vanzelf mee zal doen. Verlegenheid kan ook overgaan als de persoon volwassen wordt. Een kind met selectief mutisme blijft echter zwijgen. En autisme dan? Het onderscheid is vaak lastig te maken, kinderen vertonen veel dezelfde symptomen. Bij selectief mutisme is het gedrag echter slechts zichtbaar in bepaalde situaties waarbij het kind zich niet veilig genoeg voelt om te spreken. Een kind met autisme zal het gedrag ook in de veilige omgeving laten zien.
Eén op de duizend kinderen
Naar schatting hebben één tot zeven op de duizend kinderen last van selectief mutisme. Voor een gemiddelde basisschool komt dat neer op nul tot drie leerlingen verspreid over alle groepen. Een middelbare school van 1650 leerlingen zou statistisch gezien één tot twaalf leerlingen met selectief mutisme hebben, verspreid over alle klassen en niveaus. Bovendien is het bij veel van de kinderen meestal vroeg opgevallen en behandeld. Dan blijven er niet veel leerlingen over waarbij het selectief mutisme nog opvalt. Niet vreemd dus dat weinig leraren het begrip kennen.
Behandelen?
Mensen met selectief mutisme kunnen zich niet goed aanpassen aan de specifieke sociale situaties en zijn ook niet altijd in staat om effectief te communiceren met anderen. Zij kunnen daar last van krijgen in een studie of op hun werk als er niets aan wordt gedaan. Er is weinig onderzoek gedaan naar de langetermijneffecten, maar het niet behandelen van selectief mutisme zou kunnen leiden tot depressies, verslavingen en persoonlijkheidsstoornissen. Hoe ouder iemand wordt, hoe meer diegene gewend is om bepaald gedrag te vertonen en hoe moeilijker het wordt om selectief mutisme te behandelen. Waar bij jongere kinderen vaak wordt gewerkt met speltherapie, ligt dat voor de oudere kinderen en volwassenen anders. Zij doorzien de bedoeling en het risico is groot dat ze er zelfs angstiger van worden. De hoofddoelen van de behandeling van selectief mutisme zijn het verlagen van de angst, het verhogen van zelfvertrouwen en het verhogen van vertrouwen in sociale situaties. De nadruk mag nooit liggen op het 'aan het praten krijgen'. Bij jongeren ligt de focus op het bereiken van het school- of werkniveau dat bij hen past en sociale contacten houden. Ze kunnen zich buitengesloten voelen vanwege hun onvermogen om met gemak te communiceren. Sommigen hebben in de loop der tijd het selectief mutisme deels overwonnen en spreken wel op school, maar niet in alle situaties of met alle mensen.
Angst
Niet praten is vaak slechts het topje van de ijsberg, er schuilt veel meer angst achter. Andere uitingen die met name op school of op het werk voorkomen: perfectionisme, uitstel en vermijden van situaties of opdrachten, problemen met toetsen (angst of het wel op tijd af is, paniek, te angstig om de antwoorden na te kijken of juist teveel controleren, problemen met open vragen) en niet in staat om zorgen te uiten.
Tips voor docenten
Docenten kunnen hun leerlingen helpen door flexibel te zijn. Straf de leerling niet af met lagere cijfers als het niet kan voldoen aan participatie-eisen voor bijvoorbeeld groepswerk. Sta toe dat de leerling alleen werkt, deel zelf de groepjes in zodat de leerling niet als laatste overblijft of wees creatief in werkvormen. Wellicht helpt het de leerling om één op één met de docent of een medeleerling een gesprek te voeren in plaats van een presentatie voor de hele klas te geven. Het kan daarbij helpen om de leerling vragen te laten beantwoorden (of stellen) in plaats van uit zichzelf een heel verhaal te laten vertellen. Geef meerkeuzevragen tijdens toetsen of laat de leerling een werkstuk maken over het onderwerp, zodat je weet dat de behandelde stof wel wordt begrepen. Geef de leerling na de les of op een ander tijdstip de gelegenheid om vragen te stellen en sta schriftelijke communicatie toe (bijvoorbeeld via de mail). Zorg dat de leerling een vaste contactpersoon op school heeft, dat kan ook iemand van het ondersteunend personeel zijn in plaats van een docent. Deze persoon kan ook zorgen dat alle docenten van de leerling op de hoogte zijn van wat er speelt.
Accepteer en waardeer
Het is ten slotte belangrijk dat de persoon met selectief mutisme zich geaccepteerd en gewaardeerd voelt. Het niet spreken is geen verzet of bewuste keuze, maar komt voort uit angst. Dwing dus niet tot spreken of tot het maken van contact als duidelijk is dat degene daar op dat moment niet aan toe is. Het belangrijkste voor mensen met selectief mutisme is dat ze zich ergens veilig (gaan) voelen. De rest komt dan vanzelf wel.