Naar de middelbare school: ordenen en onderscheiden
Van de basisschool naar de middelbare school is een enorme stap in het leven van elk kind. Kinderen zien zich niet alleen geconfronteerd met een totaal nieuwe en onbekende omgeving, zij maken ook een belangrijke en vaak schokkende fase door in hun identiteitsontwikkeling. Grote vragen als ‘wie ben ik?’ en ‘wie is de ander?’ worden plotsklaps van groot belang. En vooral de vraag: ‘waar wil ik bij horen?'
In een onderzoek uit 1987 van Mieke de Waal (Proefschrift: Kijken en bekeken worden) beschrijft zij onder andere hoe tieners nu precies ‘afgaan op het uiterlijk’ om zich zodoende een plek te verwerven in de hen nog vreemde omgeving. Ook voor deze tijd is haar onderzoek nog altijd actueel, zo zal een ieder die persoonlijke of professionele relaties met tieners heeft kunnen bevestigen. Wat hierna volgt is een bewerking van sommige van de bevindingen uit het bovengenoemde proefschrift.
Ordenen
Wanneer je als nieuweling op een grote scholengemeenschap belandt, is een ding gelijk duidelijk: je zult nooit iedereen goed leren kennen. Daarom is het een praktische noodzaak om enige ordening aan te brengen in de scholierenpopulatie, en om te bepalen met wie je wel en met wie je niet op wilt trekken. Een deel van het probleem wordt weliswaar ondervangen doordat de onderlinge omgang op een middelbare school sterk naar leeftijd gestructureerd is, maar dan nog blijven er een groot aantal leerlingen over die even oud zijn.
Wanneer leerlingen net op school zijn trekken ze vaak op met kinderen met wie ze op de basisschool gezeten hebben of met kinderen uit hun buurt. Soms zijn er ook groepjes van personen die op dezelfde sport- of jeugdclub zitten.
Maar
het ordeningsprincipe dat de eerste-klassers al snel van de oudere scholieren afkijken is het uiterlijk.Waarom vinden ze nu juist dat uiterlijk zo belangrijk?
Informatie verzamelen
Allereerst is het zo dat in contacten tussen mensen onderling altijd informatie wordt verzameld over elkaar door het decoderen van uiterlijke tekens en wordt mede aan de hand daarvan bepaald of (en hoe) men met iemand wil omgaan.
Stijlvorming onder tieners vertoont een sterke overeenkomst met deze algemene sociale gedraging. Bij hen regelt de beoordeling naar uiterlijk vooral de omgang tussen tieners die elkaar nog niet zo goed kennen. (Later gaan ook andere criteria een rol spelen bij de beoordeling.)
Autonomie
Er zijn echter ook verschillen met de algemene sociale gedragingen. Deze hangen samen met de maatschappelijke positie die tieners door hun leeftijd innemen. Zij beschikken nog niet over de vrijheid hun leven zo in te richten als zij zelf willen, en er wordt nog veel voor hen bepaald door volwassenen. Hun uiterlijk is waarschijnlijk het eerste terrein waarop zij de kans krijgen om zich een zelfgekozen identiteit te verwerven; met je uiterlijk kun je een bepaalde indruk wekken en daar wordt je op beoordeeld. Dat maakt het uiterlijk ook zo belangrijk voor tieners.
Identiteit
Een ander verschil met volwassenen is dat tieners zich in een levensfase bevinden waarin ze hun eigen identiteit moeten ontwikkelen. Een van de manieren om erachter te komen wie je bent, is te kijken tot welke personen en levensstijlen je je aangetrokken voelt. Het beoordelen van anderen krijgt bij tieners een extra dimensie doordat niet alleen gekeken wordt hoe iemand is, maar dat tevens de vraag wordt gesteld: zou ik zo willen zijn?
En tieners weten dan misschien niet altijd goed te verwoorden wat ze willen, maar wat ze
niet willen is een stuk duidelijker. De kritiek van tieners is daarom niet in de eerste plaats op de ander gericht, maar dient vooral om te laten zien dat ze zelf niet zoals die ander zijn.
Onderscheiden
Door je uiterlijk moet je je dus van anderen onderscheiden en zo laten zien wie je bent.
Het uitgangspunt dat kleding en andere uiterlijkheden bewust zijn gekozen door de drager ervan – ze zijn als tekens over zijn of haar persoonlijkheid bedoeld – plaatst jongeren die “niets” aan hun uiterlijk doen in een vervelende positie. Van hen wordt al gauw gezegd dat ze geen eigen mening hebben. Zelf vinden deze jongeren vaak dat ze minder gelegenheid krijgen om zich te profileren zoals ze dat willen.
Bij het beoordelen naar stijl van leeftijdgenoten staan tieners er echter liever niet bij stil dat de een meer (uiterlijke) mogelijkheden heeft dan de ander. De duidelijkheid die door het indelen naar stijl wordt verkregen, geven ze niet graag op.