Zoeken en weer vinden
Voor veel mensen herkenbaar, je bent iets kwijt en in geen tijd heb je het weer gevonden. Daar staat de man of vrouw tegenover die altijd als hij/zij iets kwijt is de grootste moeite heeft om het terug te vinden. Niet zelden moet er hulp ingeroepen worden, als de mogelijke verwijten al gepasseerd zijn. Waarom stelt het voor de een niets voor om iets terug te vinden en is het voor een ander een crime?
Waarom is het voor den een eenvoudig en voor de ander een crime?
Er zijn verschillende redenen te bedenken waarom de een iets heel eenvoudig vindt en de ander niet. Je kunt er je hoofd over breken waarom het zo is of je accepteert het. Enkele van de redenen die uitleg geven aan het zoeken en wel of niet kunnen vinden.
Mannen versus vrouwen
Waar mannen gemakkelijker navigeren, zijn vrouwen beter en sneller in het vinden van “verloren” spullen. Er zijn inmiddels meerdere wetenschappelijke onderzoeken gedaan die uitwijzen dat vrouwen strategischer zoeken. De uitleg die er aan geven wordt heeft te maken met de oorspronkelijke functies (terug in de oertijd), waar de man zijn navigatievermogen nodig had om te jagen en de vrouw altijd moet kunnen vinden waar kruiden en (eetbare) planten te vinden waren.
Vast plaatsen en objecten
Als je georganiseerd bent en je vaste plaatsen voor je spullen hebt, zal je niet snel iets kwijt raken. Maar als er dan iemand in het gezin of een vriendelijke hulp iets op een andere plaats legt, dan waar jij normaal je spullen neerlegt, kan het toch zomaar zoek zijn. Het is dan – zeker voor de georganiseerde geest – moeilijk om het verloren object terug te vinden. Dit heeft te maken met het niet opnemen in je visuele systeem dat iets op een andere, veelal voor jezelf, onlogische plek ligt. Je kunt er simpelweg overheen kijken als het voor je ligt.
Een aspect wat verwant is, is het bekende/vaste object. Je weet dat iets er uitziet zoals je het kent. Een bepaalde kleur, grootte, soort verpakking etc. en dat is waar je naar zoekt. Dat staat als het ware geprogrammeerd in je brein en dat is wat er gevonden moet worden. Als je dan op de normale plaats kijkt en je ziet het niet – terwijl het daar toch echt moet liggen – kan je van de wijs geraken. Zeker als een huisgenoot dan ook nog zegt dat het er wel degelijk ligt. Wat blijkt, je vertrouwde beeld ziet er anders uit. De verpakking is anders geworden, er is een ander merk gekocht etc. Het kan zomaar gebeuren dat je het echt niet ziet liggen. Je kijkt er niet alleen overheen, maar hoe je ook kijkt … je brein registreert niet dat dit hetzelfde in een andere verpakking is.
Je brein volgt de logica, want als je iets altijd op een bepaalde plaats neerlegt, dan slaat je brein dat op. Terug naar de basis erg handig als er gejaagd moet worden.
Leg je je erbij neer of niet?
De volgende vraag is in hoeverre je je er maar bij neerlegt en de omgeving inroept voor hulp of dat je probeert zelf ook iets snel te vinden. Vooropgesteld dat als iets je natuur niet is, het niet zo gemakkelijk gaat dan wanneer het wel in je natuur zit. Maar leren kan je altijd en eigenlijk gaat het in deze meer over het logisch zoeken.
Je hebt twee manieren passief en actief zoeken, waarbij passief meestal effectiever is. Dit heeft te maken met het laten hoe het is, totdat je aandacht er om vraagt. Het zoekproces verloopt dan meestal logischer. De actieve vorm kan natuurlijk ook, maar is in de praktijk iets minder effectief. Ben je iemand die iets “moet” doen jezelf, doen het dan in ieder geval strategisch.
- Ga in je hoofd de weg terug waar je iets het laatst gehad hebt of als het iemand uit het gezin is, ga die gedachtegang zoveel als mogelijk na.
- Ga de plekken op een logische manier na (ruimte voor ruimte) en denk er ook aan dat iets ongemerkt gevallen kan zijn. Vergewis je er van dat als je denkt dat het er niet ligt, het er ook echt niet ligt (niet alleen scannen). Iets in je handen pakken, wil nog wel eens helpen.
- Streep een voor de een de plekken af die je gehad hebt en loop ze allemaal gestructureerd af.
- Als je ze allemaal gehad hebt en je hebt het nog niet gevonden, dan kan je ook nog naar minder logische plekken kijken. Als autosleutels altijd een vaste plek hebben en de logische plekken hebben niets opgeleverd, dan kan de chauffeur in de haast (bijv. boodschappen uitpakken) ook de sleutels in de fruitmand op de keukentafel gegooid hebben, ze zitten nog in de jaszak of liggen op het plateau in de hal. Ga die gedachtegang na.
Tot slot
Laat dingen af en toe zoals ze zijn en pak het op als het op je pad komt. Je boos maken werkt sowieso tegen je en als het dan toch moet … doen het dan in ieder geval op een logische manier en laat je niet uit het veld slaan. Soms zit iets wat kwijt is in een klein hoekje.