Differentiaaldiagnose: wel autisme, maar geen ...
Een diagnose stellen? Dat gaat niet zo maar! Er moet niet alleen gekeken worden naar de aanwezigheid van de criteria van stoornissen in het autisme spectrum en vastgesteld worden van welke stoornis in het autisme spectrum precies sprake is, er moet ook een differentiaaldiagnose gesteld worden. Wat is dat nu een differentiaaldiagnose? En aan welke stoornissen kunt u denken bij de differentiaaldiagnose van autisme en waarmee onderscheid een stoornis in het autisme spectrum zich van hen?
Wat is een differtiaaldiagnose en waarom wordt deze gesteld?
Op het moment dat er wordt verondersteld dat er bij een persoon sprake is van autisme moet een gespecialiseerd hulpverlener, doorgaans een psychiater, vaststellen om welke specifieke vorm van autisme of welke pervasieve ontwikkelingsstoornis het gaat. Om er zeker van te zijn dat de juiste diagnose is gesteld, moet hierna ook een differentiaaldiagnose worden gesteld. Er zijn namelijk verschillende stoornissen die qua kenmerken lijken op vormen van autisme. De behandelingswijzen van deze andere stoornissen zijn echter essentieel anders. Om een adequate behandeling of begeleiding te kunnen bieden is het dan ook erg belangrijk om de juiste diagnose te stellen. Het uitsluiten van de stoornissen van welke de kenmerken lijken op de kenmerken van autisme noemt men differentiaaldiagnostiek. In het hoofdstuk hieronder zult u enkele stoornissen vinden welke moeten worden uitgesloten in het geval men een vorm van autisme vermoedt.
Differentiaaldiagnose bij autisme
Hechtingsstoornissen
Gedrag van personen met een hechtingsstoornis of met autisme kan op bepaalde punten op elkaar lijken. Beiden zullen zich vaak anders gedragen naar de mensen om zich heen dan 'normale' mensen. Zij zullen weinig genegenheid en aandacht laten zien. In tegenstelling tot bij autisme gaat er bij hechtingsstoornissen vaak een geschiedenis van affectieve pedagogische verwaarlozing en/of veel wisselingen van opvoeder(s) aan vooraf. Kinderen zijn normaal gezien in aanleg empathisch. Echter komt deze ontwikkeling van empathie enkel tot stand in een warme en veilige wisselwerking met andere mensen. Kinderen met een vorm van autisme zijn in aanleg niet empathisch. Een warme en veilige wisselwerking met andere mensen brengt hier geen verandering in. Verder kunnen we naast de opvoedingsgeschiedenis ook behoefte aan structuur en taalproblemen als onderscheidende kenmerken gebruiken van autisme ten opzichte van hechtingsstoornissen.
Taalstoornissen
Kinderen of personen met een vorm van autisme hebben vaak problemen op het gebied van communicatie en taal. We kunnen autisme scheiden van taalstoornissen. Personen met een taalstoornis maken namelijk wel gebruik van non-verbale communicatie. Kinderen of personen met een vorm van autisme doen dit niet of nauwelijks. Als zij toch verbaal contact zoeken, doen ze dit vaak om praktische redenen.
Doofheid
Kinderen met een vorm van autisme reageren vaak niet op geluiden of als iemand hen roept. Hierdoor wordt door ouders nogal eens gedacht aan doofheid. Een arts kan dit vermoeden met een gehooronderzoek bevestigen of uitsluiten. Daarnaast geld ook hier dat dove kinderen gebruik maken van non-verbale communicatie en kinderen met een vorm van autisme niet of nauwelijks. Ook hier zullen ze wanneer ze in uitzonderlijke gevallen wel gebruik maken van non-verbale communicatie dit vaak doen om praktische redenen.
Verstandelijke beperking
Verstandelijke handicap kan samen gaan en gaat ook regelmatig samen met een vorm van autisme. Het is erg lastig om een onderscheid te maken tussen een persoon met een verstandelijke beperking en autisme en een persoon met een verstandelijke beperking zonder autisme. Er zijn een aantal kenmerken waarmee een onderscheid kan worden gemaakt. Bij een kind waarbij sprake is van een verstandelijke beperking zal de taalontwikkeling achterlopen. Wanneer er enkel sprake is van een verstandelijke beperking en niet van autisme zal het kind echter wel gebruik maken van non-verbale communicatie. Wanneer er ook sprake is van autisme zal het kind niet of nauwelijks gebruik maken van non-verbale communicatie. Hiernaast is er ook een verschil in behoefte aan structuur en voorspelbaarheid. Een kind waarbij sprake is van een verstandelijke beperking zal een verjaardag of feestdag vaak erg leuk vinden, omdat het gevoelig is voor gezelligheid. Een kind waarbij sprake is van een verstandelijke beperking en een vorm autisme kan door dit soort veranderingen in zijn of haar voorspelbare structuur in de war geraken of angstig worden. Hij verliest immers het overzicht door het doorbreken van de voorspelbare structuur.
Schizofrenie en persoonlijkheidsstoornissen
Officieel wordt klassiek autisme als een zwaardere stoornis gezien dan aan autisme aanverwante stoornissen. Echter, kinderen met aan autisme aanverwante stoornissen vertonen veel overeenkomsten met kinderen die op latere leeftijd schizofrenie of persoonlijkheidsstoornissen gaan ontwikkelen. Dit onderscheid is op jonge leeftijd niet te maken, omdat de kenmerken te veel gelijkenis vertonen. Er kan dan pas op latere leeftijd een definitieve diagnose worden gesteld.
© 2013 - 2024 Snoijs, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Wat is Autisme?Autisme, klassiek autisme, autistische stoornis, de stoornis van Asperger, PDD-NOS, Ass, aan autisme verwante contactsto…
Vrouwen met autismeIn Nederland zouden zo’n 20.000 tot 30.000 normaal begaafde vrouwen met autisme zijn. Over autisme bij mannen is al veel…
Narcisme herkennenNarcisme kent verschillende variaties, van een grote zelfvoldaanheid tot een zware narcistische persoonlijkheidsstoornis…
Het Frégoli syndroomTegenwoordig zijn er dankzij onze wetenschap (psychologische) syndromen onderzocht, beschreven en gecategoriseerd. Eén v…
Bronnen en referenties
- Landelijk netwerk autisme. www.landelijknetwerkautisme.nl . bezocht op: 14-05-2013
- Rigter, Jakop. (2010, eerste druk, vijfde oplage). Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789062832996